Opinie Op 8 juni ondertekent de provincie Noord-Holland samen met Bouwend Nederland een onderzoeksopdracht voor het EIB. Centrale vraag: is er voldoende realistische plancapaciteit om aan de vraag naar woningbouw te voldoen, of zijn aanvullende maatregelen nodig?
Na jarenlang beweerd te hebben dat onderzoek naar een dreigend tekort aan woningen niet nodig was, gaat het nu toch gebeuren. Op 8 juni a.s. ondertekent de provincie Noord-Holland samen met Bouwend Nederland op de Provada een onderzoeksopdracht aan het EIB. Centrale vraag: is er voldoende realistische plancapaciteit om aan de vraag naar woningbouw te kunnen voldoen, of zijn aanvullende maatregelen nodig?
Precies zoals de burgerinitiatiefgroep Dreigend Woningtekort al voor de Statenverkiezingen had gevraagd. In de brief over dit onderwerp die Gedeputeerde Staten op 18 mei jl. verzonden aan PS staat dat de aandacht sinds de aanvang van de nieuwe Statenperiode is verschoven. Eerst was de vraag hoe, in tijd van crisis, de productie kon worden gestimuleerd. Inmiddels is de vraag centraal komen te staan 'of er voldoende realistische mogelijkheden zijn om vraaggestuurde woningbouw te realiseren conform de prognoses'.
Het is goed dat GS op deze wijze het beleid bijstellen. Te lang is ervan uitgegaan dat de los-vaste aannames over harde en zachte locaties wel voldoende zouden zijn. Eigenlijk onbegrijpelijk dat dit standpunt zo lang is volgehouden. In de jaarlijkse Woningbouwmonitor van dezelfde provincie wordt al nadrukkelijk geconstateerd dat het mis dreigt te gaan. Met name in het zuiden van de provincie kan, zelfs bij gebruikmaking van alle harde en zachte locaties, nog bij lange na niet aan de behoefte worden voldaan. Zelfs in die optimistische visie dat alle locaties bruikbaar zijn, is er al een tekort van zo’n 72.000 woningen.
Er wordt door de provincie heel veel verwacht van ‘binnenstedelijke bouwoplossingen’. De ambitie om daar fors op in te zetten is goed. Maar we dienen ook realistisch te zijn. Het fors opgevoerde tempo van de woningbouw in Amsterdam leidt ertoe dat ze daar binnenkort geen locaties meer beschikbaar hebben.
Directeur Grond en Ontwikkeling van Amsterdam: 'In het huidige uitgiftetempo is er in 2018 geen grond meer beschikbaar voor woningbouw'. Als we daarnaast in ogenschouw nemen dat van het totale aantal woningen in harde en zachte locaties (160.000 woningen) er bijna 120.000 liggen in het gebied waar vanwege de Schipholbelemmeringen niet mag worden gebouwd, dan is duidelijk dat het gevaar van een dreigend woningtekort levensgroot is, ook voor de komende jaren. Intussen kookt de woningmarkt in en direct rond Amsterdam nu al over. Er wordt voor bestaande woningen dik en dik boven de vraagprijs betaald omdat er te weinig aanbod is. Alleen een forse extra productie van nieuwbouwwoningen kan helpen om iets aan deze oververhitting te doen. Daarbij passen geen aarzelingen. Nu al aan de slag, zou het credo moeten zijn. Onderzoek naar het realiteitsgehalte van de voorgenomen locaties is prima. Maar tegelijkertijd: waarom zouden we wachten om nieuwe locaties aan te wijzen? We weten dat het 5 tot 7 jaar duurt om nieuwe locaties echt tot ontwikkeling te brengen. Hoe eerder de aanwijzing, hoe beter. Aanwijzen is nog niet bouwen. Mocht over een aantal jaren de woningmarkt weer een heel andere kant opgaan, dan is planologische voorbereiding nog niet hetzelfde als bouwen. Maar als de woningnood zo fors lijkt te stijgen als zich nu laat aanzien, dan zijn we tenminste iet beter voorbereid.
Bron: ROmagazine
Cover: ‘jos1’