21 april 2011
2 minuten
Verslag Een groot aantal Nederlandse gemeenten koopt zelf grond (en gebouwen), maakt daar plannen voor, maakt de grond bouwrijp, legt voorzieningen aan en verkoopt vervolgens kavels aan marktpartijen die er kantoren, winkels, kantoren en bedrijfsbebouwing op realiseren. Deze gemeenten treden met het actief bedrijven van grondexploitatie feitelijk op als ondernemer en lopen dus risico s. Nu nagenoeg alle vastgoedprojecten stagneren en vertragen, dienen die risico s zich onbarmhartig aan. Men kampt met teruglopende inkomsten uit te realiseren grondexploitaties. Rentekosten lopen op als gevolg van van vertraging bij het uitrollen van de plannen op. Kosten van het maken van plannen en van externe adviseurs lopen door. Sommigen gronden komen nooit meer aan bod om te bebouwen. In het verlengde hiervan staan de totale gemeentelijke financiën onder druk, zo blijkt uit het rapport Financiële effecten crisis bij gemeentelijke grondbedrijven (Deloitte, 2010). De omvang en de effecten verschilt per gemeente. De totale "schade" kan op zo'n € 3 miljard worden begroot.
Tientallen Nederlandse gemeenten dreigen onder curatele te worden gesteld.
Het televisieprogramma Brandpunt besteedde in de aflevering van zondag 17 april aandacht aan de situatie. In deze uitzending vertellen burgemeester Ewald van Vliet van de gemeente Lansingerland (foto midden) en wethouder Margreet van Gastel van Arnhem (foto links) hun vermiddenhaal. René Buck en Friso de Zeeuw geven hun kritische visie. De reportage zet de probleemstelling heel helder neer.
‘Gemeenten aan de grond - Afbeelding 1’
Met iets meer diepgang had tv-maker Aart Zeeman (foto rechts) kunnen ontsnappen aan het wat eenzijdige beeld dat gemeenten er een potje van maken. Zie externe links voor de reportage en het extra interview.
In tegenstelling tot private partijen hebben nog maar weinig gemeenten vlodoende afgeboekt op hun gronden en gemaakte kosten . Waar marktpartijen al weer voorzichtig naar voren kijken, richten veel gemeenten hun aandacht nog intern. Het effect van dalende grondprijzen is bij de meeste gemeenten nog niet verwerkt in grondexploitaties (residuele grondwaarden) en gaat men zlfs nog uit 1,5 tot 2 procent jaarlijkse waardestijging op grond. Veel gemeenten lijken te wachten op betere tijden, waardoor er geen beweging in de grondprijzen zit. Hoewel de financiële effecten beheersbaar zijn, gaan ze wel ten koste van andere gemeentelijke investeringen.
Gemeenten zouden meer risicoreserves aan moeten houden. Ook bestaat behoefte aan meer realisme en professionaliteit inde "planeconomie". Men moet afzien van sinterklaasplanning; het maken van té veel en té mooie plannen. Hoe hard deze cultuuromslag binnen de Nederlandse gemeenten nodig is zal de komende weken blijken, wanneer de gemeentelijke jaarrekeningen worden vastgesteld.
Cover: ‘Thumb_stad en kapitaal_1_1000px’