Verslag Ondanks dat er minder geld beschikbaar is in de nieuwe Europese subsidieperiode (2014-2020), liggen er nog voldoende kansen voor de decentrale overheden. Tijdens het debat Europa dat Binnenlands Bestuur op 21 november jl organiseerde, stonden deze kansen van de nieuwe Europese subsidieperiode centraal. Voor Nederland is minder geld beschikbaar gesteld voor het Europese Sociaal Fonds (ESF) en het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) dan in het voorgaande termijn. Daarentegen zit er wel veel geld in de thematische fondsen van de EU. Deze worden niet per EU-lidstaat bepaald, iedereen kan hierop beroep doen. Tijdens het debat werd ingegaan op vragen als: hoe kunnen we succesvol aanspraak maken op subsidie uit deze fondsen? Op welke thema’s moeten we ons richten? Aan welke voorwaarden moeten aanvragen voldoen? En: op welke partnerschappen moet men zich richten?
'We moeten naar een groener, concurrerender en slimmer Europa!’
Lambert van Nistelrooij, lid Europees Parlement, leidde via een filmopname vanuit Straatsburg het debat in met de Europese hoofdlijnen 2014-2020. Er is voor het nieuwe termijn een samenhangend investeringsfonds gevormd voor innovatie, investeringen en het creëren van meer banen. We gaan van subsidies naar leningen en garantstellingen, aldus Van Nistelrooij. De hervormde Europese fondsen garanderen meer investeringsmogelijkheden en zijn meer gericht op kennis, op slimmer en groener, en het scheppen van banen. Het doel van de hervormde fondsen is de kennis- en innovatiekracht van Europa vergroten. We gaven volgens Van Nistelrooij te veel innovatie- en verdienmodellen weg aan China. Het nieuwe motto is volgens hem ‘made in Europe’.
Niet elke lidstaat is het eens met de hervorming van de fondsen. Het verschil met de voorgaande periode ligt niet alleen bij de hervormde begroting, maar ook bij het strenger toezien op de gemaakte afspraken met de lidstaten, wat inhoudt dat als het landelijke beleid zich niet aan de EU-afspraken houdt, fondsen voor de regio’s zelf kunnen worden stopgezet. Dit zien sommige lidstaten als een straf voor regio’s die het goed doen, maar waarvan de landen het nationale beleid niet op orde hebben.
Vanuit de zaal leek ook wat onrust over de hervormde fondsen vanwege de bijkomende administratieve zaken. Maar Van Nistelrooij verzekerde de zaal dat het niet moeilijk is om aan subsidie te komen als men voldoet aan de criteria en de doelstellingen, de regels zouden dan zelfs eenvoudiger zijn geworden. Daarnaast is het bijkomende voordeel dat de gemeenten en regio’s nu zowel uit de structuurfondsen als uit de thematische fondsen geld kunnen krijgen.
Wat zijn de kansen voor Nederland?
Norbert van den Hove, van het Ministerie van Economische Zaken
vindt dat Europa kansen biedt voor de regio’s, maar zeker ook de regio’s nodig heeft om te kunnen concurreren op wereldniveau. De hervormde fondsen bieden mogelijkheden voor zowel groeiende regio’s als krimpregio’s. De kern is volgens van den Hove niet het budget benutten, maar resultaat boeken. De regio’s moeten zich vooral inzetten op het efficiënter inzetten van de middelen. Efficiënter werken en het boeken van resultaat vraagt om het zoeken naar verbindingen. Hierbij is bewustzijn van de karakteristieken en kernwaarden van de regio’s van belang. Er dient ingezet te worden op de kracht van de eigen regio en er moeten verbindingen worden gemaakt met het bedrijfsleven, de structuurfondsen en de thematische fondsen. Volgens Van den Hove missen we soms de boot met bedrijven waar we het eigenlijk allemaal voor doen. Deze bedrijven zoeken geen subsidie bij Europa, omdat ze de administratieve lasten niet kunnen dragen. De gemeenten moeten volgens Van den Hove de bedrijven in de uitvoering faciliteren, ook dat is een vorm van verbinden.
Regionale samenwerking
Margo Mulder, wethouder gemeente Heusden, schetste het belang van de regionale samenwerking. Het beleid van de eigen regio gaat volgens Mulder vooraf aan de subsidieaanvragen richting Europa. Het gezamenlijke beleid is belangrijk omdat de arbeidsmarkt en scholing niet ophouden binnen de gemeente en het arbeidsbeleid ondersteunend moet zijn voor de economie. Waar het vroeger vooral ging om de aansluiting te vinden tussen vraag en aanbod is het tegenwoordig voornamelijk van belang om te richten op innovatie en het leggen van verbindingen. Hiervoor dient men in te zetten op de regionale samenwerking en het vormgeven van een gemeenschappelijke regionale agenda. Net als Van den Hove noemt ook Mulder het belang van het inzetten van de eigen regionale krachten. Zo heeft Midden-Brabant een sterke logistieke sector, waarop is ingezet en wat leidt tot structurele projecten die de arbeidsmarkt vernieuwen. Het gaat volgens Mulder met name om beleidsagenda’s, beleidsuitvoering en projecten. Het is van belang om je eigen verhaal eerst duidelijk te hebben, voordat je budget gaat zoeken. Voor financiering van goede projecten kun je altijd ergens terecht, aldus Mulder.
Waar liggen de kansen en hoe komen we aan het geld?
De kansen liggen volgens Vincent Ketelaars, ERAC, met name in de Brusselse thema’s. Gebiedsfondsen krimpen, maar thematische fondsen krijgen juist meer budget. De thema’s waar op ingezet moet worden zijn innovatie, duurzame energie, omgang met hulpbronnen en de arbeidsmarkt. Als gemeenten en provincies deze kansen willen grijpen moeten ze een passende rol innemen. Het Europese beleid voor de komende periode is gericht op minder subsidiëren en meer financieren. Hiermee komt men al gauw bij het MKB uit. Het belangrijkste voor gemeenten is om niet zelf de hand op te houden, maar zichzelf op te stellen als facilitator richting bedrijven. Gemeenten moeten marktpartijen uitdagen en helpen om geld te ontsluiten. Ook is het van belang dat gemeenten en provincies hun verwervings- en verantwoordingsfunctie professionaliseren en het daarnaast het proces van EU-visiebeleid naar uitvoering en verantwoording goed inrichten. Ten slotte gaf Ketelaars als tip nog mee dat subsidieaanvragers zich vooral moeten verplaatsen in Europa en wat hun wensen zijn en aansluiting hierbij moeten vinden met hun projecten. ‘Stel jezelf altijd de vraag wat de meerwaarde van jouw project voor Europa is!’
Aan welke voorwaarden moeten we voldoen bij de aanvragen?
Het Kenniscentrum nodigt subsidieaanvragers uit hun project in te zenden om kosteloos de voorwaarden uit te laten zoeken. Fenna Beekmans, directeur Kenniscentrum Europa Decentraal, legt uit dat het vooral van belang is dat subsidieaanvragers vooraf goed onderzocht hebben waar ze aan moeten voldoen om zo financiële en praktische regels achteraf te voorkomen. Het kenniscentrum helpt gemeenten, regio’s en ondernemers met het inventariseren van de knelpunten. Ook delen ze hun kennis en verstrekken ze juridische informatie.
‘Samen investeren’
Ton Overmeire van de Dienst Stedelijke Ontwikkeling Den Haag lichtte de revolverende fondsen toe. Deze worden ingezet om ondernemers te ondersteunen. Bij dit soort fondsen gaat het er vooral om dat er nagedacht wordt over verdienmodellen. De projecten die in aanmerking komen voor dit soort fondsen zijn projecten die maatschappelijk van belang zijn en iets opleveren, maar niet genoeg voor andere partijen om er in te investeren of een aandeelhouder om in te beleggen. Geld uit deze fondsen kan dan worden gebruikt om dit soort initiatieven een zetje te geven ten behoeve van de stedelijke ontwikkeling. De rol van de overheid is vooral gericht op het zoeken van private partijen die ook in projecten investeren of partijen die geld in het fonds stoppen. Het voordeel van revolverende fondsen is dat het geld dat is besteed weer terugverdiend worden en daarna opnieuw kan worden geïnvesteerd. Dit in tegenstelling tot subsidies, die slechts eenmalig kunnen worden uitgegeven.
De do’s & don’ts in Brussel
Volgens Robert Hartman, directeur ASML, is het van belang te weten wie je partner is in Brussel. Hartman noemt onder andere de volgende zaken die men vooral wel moet doen in Brussel: weet bij wie je thuishoort, creëer meerwaarde voor Europa, wees eerlijk en transparant, en ga de avond voor een bespreking netwerken met de Brusselse collega’s. Wat men vooral niet moet doen is vragen om geld en bij verkrijging van subsidie het ongecontroleerd uitgeven. Ten slotte is het doen van een goede aanvraag uiteraard het allerbelangrijkst, met vrienden alleen in Brussel kom je er niet!
Zie ook:
Cover: ‘Europees parlement in Brussel’ door Respiro (bron: Shutterstock)