20 juni 2012
2 minuten
Nieuws Gemeenten moeten hun plannen voor gebiedsontwikkeling richten op middellange termijn, waarbij verdere afwaarderingen onvermijdelijk zijn. De strategie moet regionaal worden afgestemd. Dat is een van de aanbevelingen uit de publicatie 'Gemeentelijke grondbedrijven in een andere realiteit' van de praktijkleerstoel Gebiedsontwikkeling TU Delft, in samenwerking met de Kring van Adviseurs. Het rapport wordt woensdag gepresenteerd tijdens een congres van de NVB.
Gemeenten dienen besluiten op projectniveau in groter perspectief te bezien. Wat zijn de consequenties van deze beheersmaatregel voor de gemeente als geheel? Ook adviseert de TU Delft het cashflow- en risicomanagement te professionaliseren. Aandachtspunten daarbij zijn prioritering, fasering en beheersing van de plankosten. Verder zouden gemeenten hun kennis van de markt op korte termijn moeten vergroten. Er is sprake van grote verschillen tussen regio's en tussen vastgoedsegmenten. Inspelen op kennis van de markt betekent bijvoorbeeld beleggers uitnodigen en vragen op welke voorwaarden zij waar en hoe in een gebied (huur) woningen zouden willen laten ontwikkelen als zij daar markt voor zien. Een aandachtspunt voor de programmering van woningen is de groeiende vraag naar huurwoningen. Dit is een gevolg van de groei van het aandeel lagere inkomens, de daling van de huizenprijzen, onzekerheden over de economie en de hypotheekrenteaftrek en strengere financieringseisen van banken. Het Rijk verwacht op basis van de prognoses voor de woningmarkt tot 2020 dat het gewenste aandeel huurwoningen in de totale opgave zal oplopen tot zo'n 60%. Andere aanbevelingen betreffen het versterken van de relatie tussen ruimtelijke en economische ontwikkelingen, creatief omgaan met het huidige bestemmingsplan en alternatieve contractvormen.
Cover: ‘Thumb_nieuws algemeen persberichten_0_1000px’