Analyse Onder druk van de woningnood is de discussie over buitendijks bouwen onbeslist. Waar tegenstanders op de gevaren wijzen en pleiten voor meer regie vanuit het Rijk, laten voorstanders steeds vaker het andere geluid horen. “Al jaren bewijzen we dat we goed zijn in waterbeheer. Dat is bij een zeespiegelstijging van 1 meter niet opeens anders.”
“Ruimtelijke ordening is verworden tot projectontwikkelaarsplanologie. Alles is gericht op uniformering, kwantiteit, korte termijn, individuen en op geld.” Peter van Rooy, directeur van NederLandBovenWater, was vorig jaar na de watersnood in Limburg erg duidelijk. Volgens Van Rooy houdt onze ruimtelijke ordening amper rekening met de waterhuishouding en met het feit dat ons land in een delta ligt. “Nog steeds gaan ‘luxe recreatiewoningen’ of appartementen aan de Limburgse Maasplassen met een rendement vanaf 5 procent en Hollandse woningen op -7 meter NAP als warme broodjes over de toonbank.”
Een paar maanden later noemden deskundigen in het KRO-NCRV-programma Pointer de neiging van gemeenten om steeds vaker buitendijks te bouwen een zorgelijke ontwikkeling. Zij pleitten in de aflevering voor een landelijke visie en meer regie vanuit het Rijk. Het is gemeenten niet aan te rekenen dat zij steeds creatiever worden in het zoeken naar bouwlocaties, maar daarom moeten er volgens deze experts juist op nationaal niveau keuzes worden gemaakt.
Discussie slaat door
In een interview met Cobouw breekt Bas Jonkman, hoogleraar Waterbouw aan de TU Delft, de meest recente lans om wél buitendijks bouwen. Hij wil afrekenen met de in zijn ogen overdreven voorspellingen van zijn collega’s en laat in het artikel een tegengeluid horen. “Sinds de Watersnoodramp van 1953 hebben we zeedijken verhoogd van 5 naar 9 meter. Al decennia bewijst Nederland de strijd tegen het water aan te kunnen. Waarom zouden we dat bij een zeespiegelstijging van 1 meter opeens niet meer kunnen? Die ene meter kan er echt wel bij.”
Jonkman kan dan ook niets met de vergaande oproepen van sommige deskundigen om het hele – laaggelegen – westelijke deel van ons land te ontzien. “Als we dat zouden doen, lossen we de woningnood nooit op. Als je op een verstandige manier bouwt, zijn het geen gevaarlijke plekken om te wonen. Natuurlijk moet je er goed over nadenken. Helemaal zonder risico’s is het nooit. De discussie slaat alleen soms door.”
Maatwerk
Naast zijn werk voor de TU is Jonkman ook werkzaam (geweest) voor de Universiteit van Berkeley in Amerika, Rijkswaterstaat, het ministerie voor Infrastructuur en Milieu en ingenieursbureau Royal Haskoning. In die jaren heeft hij met eigen ogen gezien dat nietsdoen geen oplossing is. Meer waterbouwen, minder waterpraten, was zijn credo in verschillende mediaoptredens. Ook in dit artikel wil Jonkman benadrukken dat buitendijks bouwen juist een goede mogelijkheid is omdat Nederland zo goed is in de strijd tegen het water.
“Goed waterbeheer is de basis. Er wordt steeds vaker nagedacht bij gebiedsontwikkeling hoeveel procent groen moet zijn en waar je ruimte moet reserveren voor water. In vergelijking met andere landen doen wij dat veel meer. We moeten de polders beheersen, met bijvoorbeeld extra berging en pompcapaciteit. Daarnaast is het van belang om met verstand te ontwikkelen. Er moet in bouwplannen rekening worden gehouden met extra regenval én droogte.”
De hoogleraar benadrukt dat we overal in Nederland moeten nadenken wat kan. “Zoek per gebied uit wat er nodig is. In Limburg is het bijvoorbeeld lastig om dijken te bouwen langs de Geul. Daar is het verstandig huizen verhoogd aan te leggen en om te kijken hoe de rivier meer water kan afvoeren. In de Randstad is het nuttig om het gebied vanaf de buitenkant te beschermen tegen zeewater.” Maatwerk is dus essentieel, maar een buitendijkse bouwstop? Nee, niet als het aan Jonkman ligt.
Lees het volledige interview op de website van Cobouw.
Cover: ‘Woonwijk in de Noorderplassen, Almere’ door Pavlo Glazkov (bron: shutterstock.com)