Nieuws Wat zijn de belangrijkste plannen in het regeerakkoord die voor gebiedsontwikkeling, vastgoed- en infra-investeringen van belang zijn? In dit artikel loop ik die langs en voorzie ze van commentaar.
Ruimtelijk beleid: continuïteit in decentralisatie
De PvdA in de regering betekent meestal: een nieuwe nota voor de ruimtelijke ordening, met flinke sturingsambities. Velen roepen: ’meer visie van het rijk’, het is heus geen exclusieve linkse hobby. De continuïteit van het ministerschap van Melanie Schultz (en een paar nieuwe PvdA collega’s van de pragmatische vleugel) staat ervoor garant dat de decentrale lijn, neergelegd in de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte’ ongewijzigd blijft. Gelukkig maar want meer beleid, zonder uitvoeringsstrategie en investeringsgeld, betekent louter papierverplaatsing. Zo blijft bijvoorbeeld ook de ’kantorenleegstand’ een kwestie die lokaal en regionaal moet worden aangepakt. En aan de problematiek in krimpgebieden is dan nog wel een alinea gewijd waarvan de boodschap echter is: in de regio zelf oplossen.
De rijksoverheid heeft er intussen wel een handje van om het eigen sectoraal beleid tot in het absurde tegen lokale preferenties door te zetten. Neem de geluidszones van Schiphol: in een groot deel van de drukke Metropoolregio hebben kansrijke investeringen last van vergaande restricties. Denk ook aan de malle bouwrestricties rond radarstations. Staatssecretaris Joop Atsma van Milieu en Water (CDA) liet het allemaal gebeuren. Het is te hopen dat zijn opvolgster, Wilma Mansveld (PvdA), met provinciale bestuurlijke ervaring, hier meer van bakt.
Een van de oorzaken dat gebiedsontwikkeling stagneert, vindt zijn oorzaak in de compleet vastgelopen woningmarkt. De koers die het nieuwe kabinet uitzet in het politiek brisante dossier ‘koopwoningmarkt’, verdient steun. Matiging van de hypotheekrenteaftrek, met compensatie van de inkomenseffecten door iets lagere belastingen en matiging van de belastingaftrek voor bestaande, aflossingsvrije hypotheken. De gewenste langjarige zekerheid waar velen binnen en buiten de sector naar hunkerden, komt er nu. Met een invoeringstraject van 28 jaar kiest men terecht voor de weg der geleidelijkheid. Om de woningmarkt te stimuleren worden de startersleningen uitgebreid, wat prima is. Maar voor herstel van de koopwoningmarkt is meer nodig. De leningsnormen zijn te rigide en - nog crucialer - de hypotheekverstrekking door de banken moet weer op gang komen. Een complex probleem waarvan de oplossing niet binnen handbereik ligt. We zijn er nog lang niet.
Het regeerakkoord kiest uitdrukkelijk niet voor het hervormingsplan Wonen 4.0 van de corporatiesector (Aedes en de Woonbond), de verenging Eigen Huis en makelaarsclub NVM. Dit plan bevatte onder meer het voorstel om de hypotheekaftrek in dertig jaar naar nul terug te brengen. Tevens claimde het plan dat er geen geld uit de woningsector naar de algemene middelen zou mogen wegvloeien. Een naïeve eis in deze tijd. Enfin, dit met veel aplomb gepresenteerde plan (’kijk ons ‘ns over onze schaduw heen springen’) is in schoonheid gesneefd.
Huurwoningmarkt meer marktconform en corporaties onder curatele?
Het regeerakkoord maakt het mogelijk dat verhuurders aan huurders met een hoger inkomen een meer marktconforme huur vragen. Zo wil men het ’scheefwonen’ bestrijden, iets wat al decennia lang een onderwerp van discussie vormt. Het vermolmde puntenwaarderingssysteem wordt sterk vereenvoudigd, met als grondslag 4,5 % WOZ-waarde. En zo komen ook meer woningen in het wat duurdere middensegment terecht. Een gewenste ontwikkeling, want bij geen ander West-Europees land is dit segment zo klein als bij ons.
De meeropbrengst die woningcorporaties met de huurverhogingen binnenhalen, roomt het nieuwe kabinet radicaal af met een bedrag dat in 2016 oploopt tot een miljard euro. Een welkome bijdrage aan de enorme bezuinigingstaakstelling, maar het betekent wel een forse inbreuk op de investeringscapaciteit van de corporaties. Dat gaan we merken in gebiedsontwikkelingen. Het regeerakkoord uit zich inhoudelijk en in toonzetting ongekend hard jegens de woningcorporaties. De corporaties mogen zich alleen nog met sociale huurwoningen bezighouden, de schaal moet op de regionale woningmarkt passen (dus niet groter) en de corporaties komen ’onder directe aansturing’ van gemeenten (terug naar de gemeentelijke woningbedrijven? Nee toch?). Minister Stef Blok (VVD) en de corporatiesector, dat wordt nog wat….
Gemeenten en provincies: investeringen vallen terug
Gemeenten en provincies krijgen een stevige beuk mee van de onontkoombare bezuinigingen. Wij zullen zien dat gemeenten veel aandacht aan de sociale- en zorgtaken gaan schenken, ook vanwege de enorme decentralisaties waarmee zij in dat domein te maken krijgen. Ik vermoed dat investeringen in de ’harde sector’ en gebiedsontwikkeling nog verder onder druk komen te staan. Het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV) loopt af in 2014. Er komt geen nieuwe subsidieregeling voor binnenstedelijke plannen met een onrendabele top voor in de plaats. Nu veelal het ’laaghangend fruit’ geplukt is en grondbedrijven niet meer kunnen bijpassen, zullen (binnenstedelijke) plannen met een nadelig saldo mondjesmaat gerealiseerd kunnen worden. Jammer dat gemeenten geen groter eigen belastinggebied krijgen toebedeeld. Dat stuit op hermetische bezwaren van de VVD die op dit punt de lokale bestuurders niet vertrouwt (en Telegraafkoppen schuwt). Het nieuwe kabinet gaat voluit voor schaalvergroting van gemeenten, provincies en waterschappen. De ervaring leert - met alle nuances - dat een gemeentelijke organisatie die past bij de omvang van zo’n 100.000 inwoners, adequate expertise en sturingskracht voor gebiedsontwikkeling kan leveren. De richting van het kabinet is de juiste, hier zal het op de aanpak aankomen. Dat we hiermee waarschijnlijk weer een periode ingaan van bestuurlijke bezigheidstherapie rekenen we tot nadelen. In het regeerakkoord missen we een speciale bestuurlijke status voor de Metropoolregio’s Amsterdam, Rotterdam/Den Haag en Eindhoven. Hier heeft de VVD, die een hekel heeft aan alles wat zich tussen gemeenten en provincie bevindt, doorgezet.
Omgevingsrecht: met volle kracht vooruit
Het werk aan de Omgevingswet gaat onder leiding van Melanie Schultz gewoon door. Met Mark Rutte waren zij de aanjagers van dit megaproject. Volgend jaar gaat het wetsvoorstel naar de Raad van State. Zij krijgen versterking van staatssecretaris Co Verdaas (PvdA, was gedeputeerde Gelderland) op Landbouw en Natuur. Verdaas gaat naar verwachting ook, de voor een normaal mens niet meer te begrijpen, natuurwetgeving in het ruimtelijke ordeningskader geleiden (daar waar het thuishoort). En waarmee ook in gebiedsontwikkeling de combinatie van natuur – met waterveiligheidsplannen, landbouw-investeringen en recreatie meer kans krijgt.
De bewindslieden doen er goed aan bij het project Omgevingswet beter in te spelen op de knelpunten die in de praktijk leven.
Wat verder opvalt:
- Het budget voor investeringen in weg- en spoor-infrastructuur blijft gevrijwaard van bezuinigingen.
- Het regeerakkoord noemt het in stand houden van de bestaande infrastructuur voor waterveiligheid 'prioriteit'. . Betekent dit dat de uitgaven voor waterveiligheid op peil blijven?
- Het streven naar een concentratie van ’dure, complexe en acute zorg’ en tegelijkertijd het organiseren van ’minder complexe zorg’ dichter bij de mensen, kan een impuls voor gebiedsontwikkelingen vormen.
- Zo’n impuls kan ook uitgaan van de stimulering van decentrale energieopwekking.
Tot slot
Gebiedsontwikkeling en ruimtelijke investeringen komen te velde tot stand, in samenwerking tussen ter plaatse samenwerkende publieke en private partijen. Aan het beleid van de Rijksoverheid wordt stelselmatig een overdreven betekenis toegekend; dat is er bijna niet uit te rammen. Aan de andere kant: zeker in deze precaire crisistijd kan een nieuw kabinet met een nieuw programma en deels nieuwe bewindslieden de panelen laten schuiven. Tegen het decor van de forse bezuinigingen, levert dat - per saldo - een positief beeld op.
Cover: ‘Portret_Friso de Zeeuw_180px’