Analyse Regio, gemeente, provincie of Rijk? De strijd over wie de inrichting van Nederland bepaalt lijkt in alle hevigheid losgebarsten. Met name in Noord-Holland en Utrecht wringt het, blijkt uit de politieke ontwikkelingen van de afgelopen weken.
De strijd over de inrichting van Nederland is niet nieuw. Na jaren van decentralisatie van het ruimtelijk beleid naar lokale overheden is de roep om meer regie vanuit het Rijk in de afgelopen jaren duidelijk te horen. In tegenstelling tot de bewering dat Nederland af is en dat lokale overheden enkel op de winkel hoeven te passen, wordt Nederland geconfronteerd met meerdere grote opgaven tegelijkertijd. Er is behoefte aan grofweg een miljoen woningen in de komende 15 jaar. Met name in de Randstad, waar veel mensen graag willen wonen, is de behoefte groot. Daarnaast vraagt de energietransitie om een enorme inspanning, zijn er nieuwe investeringen in mobiliteit nodig, en moet de landbouwsector hervormd worden - al is het maar om al die woningen überhaupt te kunnen bouwen, van voldoende duurzame energie te voorzien en bereikbaar te houden.
Het Rijk heeft de handschoen opgepakt om meer regie te voeren over die grote ruimtelijke opgaven. De Nationale Omgevingsvisie is daar een duidelijk voorbeeld van omdat deze een route schetst voor de inrichting van Nederland in de komende decennia. Tegelijkertijd wordt door het Rijk veel aan de regio’s overgelaten. De opgave voor de woningmarkt mag dan nationaal gesteld worden, in de regio moeten partijen elkaar vinden om die opgave vorm te geven in concrete gebiedsontwikkelingen. Het Rijk biedt daarvoor de nodige instrumenten (zoals bijvoorbeeld de Woningbouwimpuls), maakt afspraken met de regio’s in woondeals en wijst waarschijnlijk (14) delen van het land aan als NOVI-gebied. Dit betekent in feite dat deze gebieden uitgeroepen worden tot gebieden van nationaal belang. Claims op de schaarse ruimte moeten daar integraal opgepakt worden met een duidelijke aanwezigheid van het Rijk, zo is de gedachte. En wie weet kent een volgend kabinet een eigen ministerie voor het ruimtelijke domein, ongeacht of dat nu VROM of Ruimte heet.
Gedoe
Ondanks de behoefte dat het Rijk de grote ruimtelijke opgaven in Nederland integraal oppakt, lijkt de strijd over de inrichting van Nederland zich vooral te concentreren op de woningbouwproductie. Dat is ook niet zo vreemd, want de opgave is enorm om iedereen een fatsoenlijk dak boven het hoofd te bieden. Maar waar moeten die woningen komen? En hoe kunnen die – liefst zo snel mogelijk – gebouwd worden? Die vragen zijn minder gemakkelijk te beantwoorden.
Een van de woondeals die het Rijk maakte, was afgelopen maand met de regio Utrecht. Afgesproken werd dat in de komende twintig jaar zo goed als uitsluitend binnenstedelijk gebouwd wordt. In kleinere kernen in de regio ligt de focus op ov-knooppunten. Tegelijkertijd wordt door de Tweede Kamer al enige tijd druk uitgeoefend om in de polder Rijnenburg woningen te bouwen, want dit zou veel sneller gaan en goedkoper zijn dan binnenstedelijk bouwen.
Tijdens een bijeenkomst van de deelnemers van de Stichting Kennis Gebiedsontwikkeling in november werd duidelijk dat regio’s hier niet op zitten te wachten. Met het Rijk zijn immers al afspraken gemaakt over de vraag waar en hoe de woningbouwproductie plaats moet vinden. Kees Verschoor, strateeg ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente Utrecht: “We hebben in de gemeente Utrecht ruim 70.000 woningen in de planning staan. Op locaties waar we het met Rijk, provincie, regio én markt hartstikke over eens zijn. Laten we focussen om die woningen snel te bouwen. Gedoe over een mogelijke aanwijzing vanuit het Rijk voor woningen in Rijnenburg kan daar alleen maar van afleiden.”
Gestapelde beperkingen
Een ander voorbeeld waar de strijd om de ruimte mogelijk nog heviger gevoerd wordt, is Noord-Holland. Vorige maand maakten onder meer de provincies Noord-Holland en Flevoland en de Metropoolregio Amsterdam met minister Kajsa Ollongren afspraken over de bouw van 240.000 woningen in 10 jaar tijd in deze twee provincies.
Ollongren schreef in november aan de Tweede Kamer dat uit onderzoek blijkt dat voldoende capaciteit beschikbaar is in Noord-Holland en Flevoland. Dit geldt in ieder geval voor Flevoland (en dan vooral in Almere, Lelystad en Dronten). Daar is niet alleen veel ruimte beschikbaar, veel van die grond is ook nog eens in het bezit van het Rijk, en dat maakt het gemakkelijker om juist daar veel woningen te realiseren.
In Noord-Holland lijkt het echter steeds ingewikkelder te worden (veel) woningen te realiseren. Zo beperkt een nieuwe meetmethode voor geluid in de Omgevingswet de mogelijkheden om te bouwen in een ruim gebied rond Schiphol. Daarnaast speelt de stikstofdepositie in heel Nederland, maar in sommige gemeenten van Noord-Holland nog eens extra sterk, waardoor hier bijbouwen bijzonder ingewikkeld is geworden. Gemeente Zaanstad luidde daarover onlangs de noodklok. Een ander problematisch punt is het besluit van Gedeputeerde Staten om Bijzonder Provinciaal Landschap aan te wijzen. Net als voor Utrecht geldt in Noord-Holland dat vooral ingezet wordt op de bouw van woningen rond ov-knooppunten. Hierdoor wordt bijbouwen buiten de bebouwde kom en dus in het groen tot een minimum beperkt.
Economisch belang
Ook voor Noord-Holland wil de Tweede Kamer - ondanks gemaakte afspraken tussen Rijk en regio’s - bouwbeperkingen in het groen opheffen. Niet alleen is het de vraag is of de oproep van VVD en CDA om bijbouwen te verruimen van 11 naar 50 woningen per kern echt zoden aan de dijk zet. Het pleidooi laat vooral zien waarin de opvattingen verschillen over hoe snel woningen gebouwd kunnen worden. De fractievoorzitters van de vier grootste partijen van Gedeputeerde Staten in Noord-Holland schrijven in een opiniestuk in het Noordhollands Dagblad dat woningen bouwen én het landschap beschermen allebei kan: “Woningbouw - vooral betaalbare - is ontzettend belangrijk. Uit elk onderzoek blijkt dat daar voldoende ruimte voor is. Vooral binnenstedelijk en aan de randen van steden. Dat kan dus ook zonder het landschap onherstelbaar te vernietigen.”
Ook heeft de Tweede Kamer een andere opvatting over de vraag waar woningen gebouwd moeten worden in het Westelijke Havengebied van de gemeente Amsterdam. Leden dienden een motie in tegen de bestaande plannen om het havengebied met 40.000 tot 70.000 woningen om te vormen tot de nieuwe wijk Haven-Stad, en deze kan op een meerderheid in de Tweede Kamer rekenen. De door de gemeente gepresenteerde Havenvisie legt volgens de motie te veel nadruk op woningbouw, terwijl deze het economische belang van havenbedrijven in het Westelijke Havengebied schaadt.
Sterke rol
Wat hier voornamelijk speelt is een sturingsvraag. Op welke schaal moeten afspraken belegd worden? Stelt het Rijk de opgaven en organiseert de regio (in afstemming met het Rijk) hoe dit concreet vorm krijgt in gebiedsontwikkeling? Of moet het Rijk veel verder gaan door gebieden aan te wijzen?
Het aanwijzen van NOVI-gebieden wordt wel geïnterpreteerd als een afgezwakte vorm van aanwijzingsbeleid. Of het dat in praktijk ook zal zijn, is nog ongewis. Tijdens de deelnemersraad van SKG liet een aanwezige weten: “Het Noordzeekanaal wordt waarschijnlijk NOVI-gebied, maar wij vragen ons wel af wat dat gaat betekenen. En dat is ook niet zo gek, want dezelfde Tweede Kamer die dit stuk van Noord-Holland als NOVI-gebied aanwijst heeft een motie ingediend over het beperken van woningbouw in Haven-Stad ten behoeve van bedrijven in de Amsterdamse haven. De vraag is dan hoe we aan de vraag om meer woningen te bouwen kunnen voldoen in dit gebied.”
Duidelijk is dat ‘de strijd om de ruimte’, met de verkiezingen én een nieuwe rol van het Rijk in het verschiet, in alle hevigheid is losgebarsten. Toch ligt er al een sterke basis. De Tweede Kamer heeft namelijk vorige maand in een motie het idee aangenomen van de Regionale Investeringsagenda’s (RIA’s), zoals Friso de Zeeuw en Co Verdaas eerder dit jaar bepleitten in een publicatie over de uitvoering van de NOVI. Het idee hiervan is dat de rijksoverheid de inhoudelijke hoofdlijnen uitzet en dat plannen en investeringen in regionale samenwerkingsverbanden (publiek, privaat, maatschappelijk) geconcretiseerd worden. Alleen als de regionale partijen er niet uitkomen, dan hakt het Rijk de knoop door.
Cover: Wikimedia Commons
Cover: ‘Rijnenburg Lange Wetering Utrecht’ door Joostik (bron: Wikimedia Commons)