Nieuws Omgevingsfactoren, cultuur en sociale status beïnvloeden elkaar en spelen samen een rol in (on)gezond gedrag. De burger is geen slachtoffer van zijn omgeving, maar deze kan gezonde keuzes wel bevorderen of ontmoedigen.
‘Niet iedereen woont in Aerdenhout en tennist in de eigen achtertuin’, illustreert Jaap Seidell tijdens zijn Amsterdamlezing. Dat is niet alleen te wijten aan ruimtelijke en financiële factoren. Ook culturele normen spelen een rol. Coen Teulings haalt twee dagen later in de Volkskrant nieuw werk aan van Harvard-hoogleraar Raj Chetty. Die beweert dat hoe jonger kinderen verhuizen naar een betere wijk, hoe groter de kans is dat ze kansen pakken. In het algemeen blijken gemengde wijken voor jonge kinderen de meeste kansen op sociale mobiliteit te bieden. Gezond gedrag is een bal die moet rollen. Soms vormen sociale en fysieke omgeving samen een helling die dat bijna onmogelijk maakt.
‘Gezonde steden gaan niet over goji-bessen - Afbeelding 1’
Jules Deelder (bron: CityDNA)
‘Gezonde steden gaan niet over goji-bessen - Afbeelding 2’
Straatbeeld
Het is maar een klein stukje: van het Weesperplein naar CREA, waar Seidell spreekt over overgewicht in de stad. Wie de route rustig loopt, zal opmerken dat het beeld in de Sarphatistraat wordt bepaald door winkels met schreeuwende voedingsmiddelenreclame. Sarphati zelf (1813-1866) zou zich omdraaien in zijn graf. Hoewel ook hij ondernemer was en (naast zijn werk als arts en chemicus) zijn geld verdiende als broodfabrikant, streefde hij meer na dan winst en tevredenheid van aandeelhouders. Sarphati stelde, in tegenstelling tot veel van zijn tijdgenoten, dat het niet alleen maar de schuld is van burgers zelf of zij al dan niet ziek worden maar dat ook omgevingsfactoren hierop van invloed zijn. Hij spoorde steden aan om waterzuiveringssystemen te bouwen en verbeteringen door te voeren in de woningen. Hij begon in Amsterdam.
Eigen schuld, dikke bult?
Sarphati was zijn tijd ver vooruit. Ook vandaag legt men de schuld voor overgewicht of verslaving niet zelden bij de betreffende persoon zelf. De Britse premier David Cameron stelde onlangs voor om ongezond gedrag aan te pakken met belastingverhoging. Ongezond gedrag kost de maatschappij (te)veel geld en daar mogen de Britten die zich ongezond gedragen voortaan zelf voor opdraaien. Dichter bij huis heeft deelraadslid uit Amsterdam Nieuw-West Pieter van Grol een vergelijkbare mening: ‘Niemand dwingt de ouders van dikkerdjes om hen ongezond eten te geven. Dat doen ze toch echt zelf’.
Voedingsmiddelenfabrikanten denken er niet anders over. ‘Overfed are voluntary overfed’, aldus een woordvoerdster van Nestlé. Als een van de hoofdrolspelers van de voedingsmiddelenindustrie voelt zij zich op geen enkele manier verantwoordelijk voor het probleem van overgewicht.
Obesitas; het nieuwe cholera
Sarphati had niet zozeer een vooruitziende blik, maar leerde vooral van de problemen in zijn eigen tijd. Net als hoe cholera in de 19e eeuw vooral immigranten en arme mensen trof, lijden vandaag de lagere sociale klassen het meest onder de obesitasepidemie; vond men destijds dat men cholera aan zichzelf te danken had door ongezonde eet- en drinkgewoonten, tegenwoordig denken veel mensen er net zo over als het gaat om overgewicht. Steeds meer zien wetenschappers overgewicht bovendien als besmettelijke ziekte. Net als cholera verspreidt obesitas zich via mensen, in gedrag steekt men elkaar aan.
‘Gezonde steden gaan niet over goji-bessen - Afbeelding 3’
Verspreiding obesitas (bron: Nicholas Christakis)
‘Gezonde steden gaan niet over goji-bessen - Afbeelding 4’
Ook in omvang doet de overgewichtuitbraak niet onder voor de cholera epidemie halverwege de 19e eeuw. Deze laatste maakte zo’n 21.000 slachtoffers in Nederland. Vandaag lijden 30.000 kinderen aan overgewicht, alleen al in de stad Amsterdam. De parallel zit ook in de oplossing. In de 19e eeuw kwam die in de vorm van een sanitaire revolutie. Langzaam drong door welke rol de omgeving speelde in het ontstaan van cholera en werden de werk- en leefomstandigheden van met name de arbeiders aangepakt.
Aanbod volgt vraag
Iemand uit het publiek vertelt over het AMC, waar hij onlangs tot zijn ontsteltenis frisdrankautomaten aantrof en kiosks waar snacks werden verkocht. Dient het ziekenhuis niet juist een omgeving te zijn die gezond gedrag bevordert? ‘Een zeer terecht punt!’, aldus de directeur huisvesting van het AMC, die even verderop blijkt te zitten. ‘Maar in hoeverre mogen we sturen?’ Er is vraag en zo wordt aanbod gegenereerd. Maar de vraag geeft zeker te denken. Jaap Seidell is van mening dat vraag ook aanbod volgt. Het faciliteren van gezond gedrag, betekent niet het afnemen van keuzemogelijkheden, maar juist het toevoegen van gezonde.
De Sarphatimanier
Tot nu toe werden oplossingen voor medische problemen gezocht in het farmaceutische en technologische domein. Nu wordt duidelijk welke rol ruimtelijke, sociaal-culturele en maatschappelijke factoren spelen. ‘We moeten het weer op de Sarphatimanier doen’, stelt Seidell. Burger, overheid en bedrijfsleven moeten de handen ineen slaan, meer met elkaar in gesprek. Zo wordt voorkomen dat beleid als te sturend wordt ervaren en niet effectief is.
Ruimtelijke plannen zijn ook sociale plannen. Met bereikbaarheid van gezond voedsel en sociale cohesie valt veel winst te behalen voor kinderen uit de risicogroep en hun ouders. Gezondheid gaat niet over chiazaad en goji- bessen, maar begint met een bezoek aan de boer in de stad.
Jaap Seidell is hoogleraar Voeding en Gezondheid aan de Vrije Universiteit en sprak op 2 maart tijdens een Amsterdamlezing in CREA. Coen Teulings is hoogleraar economie aan de universiteiten van Cambridge en Amsterdam.
Cover: ‘2015.03.10_Gezonde steden_0_660’