Casus Ze zijn er volop: mooie plannen die beogen een antwoord te geven op grote opgaven in gebiedsontwikkeling. Deze zomer leggen we de mooiste, grootste, meest gedurfde en utopische plannen langs de meetlat van de realiteit. In deel 1 staat Eemvallei Stad, een nieuwe stad in de Flevopolder, centraal. Is dit een gimmick of is dit geniaal?
Een nieuwe stad in de Flevopolder. Eemvallei Stad, goed voor 50.000 woningen op 4.000 hectare, is volgens plannenmakers AM, Heijmans, Amvest en de Alliantie een nieuw soort gebiedsontwikkeling. Zo valt te lezen op de website over Eemvallei Stad: “Een type gebiedsontwikkeling dat niet uitgaat van: ‘of of of’, maar juist ‘en en en’, ofwel het nieuwe integrale denken!”
De beoogde nieuwe stad biedt dan ook niet alleen ruimte aan wonen in een deel van Nederland waar daar heel veel behoefte aan is. Ook natuur, landbouw en het opwekken van duurzame energie zijn integraal in de plannen meegenomen. De beoogde stad verbetert de biodiversiteit, produceert meer duurzame energie dan nodig is voor het eigen gebruik en levert een stevige bijdrage aan de woningbouwproductie, aldus de mooie beloftes op de website van het project. Een plan waarmee de initiatiefnemers “reageren op de grootse opgaven waar we in Nederland voor staan.”
Eemvallei Stad zou moeten verrijzen in het gebied waar de rivier de Eem in prehistorische tijden heeft gelopen, vandaar de naam. Het gebied ligt tussen Almere en Zeewolde, zou bij realisatie beide met elkaar verbinden en aan de oostkant grenzen aan het nieuwe Nationaal Park Nieuw Land. Volgens de plannen wordt de verbinding tussen Almere en Zeewolde gelegd door infrastructuur – zowel wegen als ov – als een ruggengraat door het plangebied te laten lopen, met meer verdichte bebouwing langs die ruggengraat en naar de flanken toe meer ontspannen woonmilieus. En dat allemaal volgens de principes van de 15-minuten-stad, die ook nog eens voor iedere portemonnee toegankelijk is. Het klinkt als het perfecte plan voor de 21e eeuw.
Snel bouwen
Maar toch: een nieuwe stad in de Flevopolder? Het plan dat de initiatiefnemers in juni hebben gelanceerd is iets om even goed door te laten dringen, zeker met de lange worsteling in gedachte die bijvoorbeeld Almere, Lelystad en andere Nederlandse new towns hebben moeten doorstaan op weg naar levendige en aantrekkelijke steden. De vraag naar woningen mag dan groot zijn, maar is het wel een goed idee hiervoor een nieuwe stad te stichten?
Het plangebied van Eemvallei Stad is in 2013 al aangewezen als woningbouwlocatie, en het Rijk en de ontwikkelaars zelf bezitten de grond van de beoogde stad. Als er dus ergens snel begonnen kan worden met bouwen, dan is het hier. Voor de locatie is destijds echter een geheel ander soort woongebied bedacht dan de plannenmakers van Eemvallei Stad voor ogen hebben: Oosterwold.
‘Eemvallei Stad Plattegrond’ door AM (bron: am.nl)
Fragiel evenwicht
Oosterwold is om meerdere redenen een bijzondere gebiedsontwikkeling. Sleutelbegrippen zijn organische ontwikkeling en zo min mogelijk bemoeienis van de overheid. Bewoners moeten alles zelf doen: huizen bouwen, voor (duurzame) energievoorziening zorgen, water zuiveren en zelfs secundaire wegen aanleggen om hun erf te ontsluiten. Daarnaast zijn zij verplicht een aanzienlijk deel van hun grond voor natuur en stadslandbouw te gebruiken. Kortom: niet alles mag volgebouwd worden in het 43 vierkante kilometer omvattende Oosterwold, dat zowel op het grondgebied van Gemeente Almere als Gemeente Zeewolde ligt. Een deel is inmiddels gerealiseerd of in aanbouw, en Eemvallei Stad zou in de plaats moeten komen van de tweede fase van Oosterwold. In totaal mogen er maximaal 15.000 woningen gebouwd worden, dus ruim drie keer zo weinig als in Eemvallei Stad.
Om te begrijpen hoe veel deze twee plannen van elkaar verschillen, is het interessant om even terug te gaan in de tijd. Zes jaar geleden woonde ik een conferentie over Oosterwold bij. Hierbij liet Eric Luiten, destijds Rijksadviseur voor Landschap en Water, weten het een bijzonder experiment te vinden. In Oosterwold wordt nadrukkelijk gezocht naar een tussenvorm van stad en platteland, iets wat in Nederland volgens hem maar weinig voorkomt. “Stad en platteland zijn in Nederland vaak strikt gescheiden eenheden, grijpen soms aan de randen in elkaar, maar mengvormen zijn er nauwelijks.”
Oosterwold is tijdens de vorige woningmarktcrisis bedacht en Luiten zag in 2015, toen de woningmarkt begon aan te trekken, al gevaren. Zo liet hij aan de hand van de Amsterdamse wijk Watergraafsmeer zien dat daar oorspronkelijk lommerrijke buitenplaatsen moesten komen, maar dat de polder uiteindelijk volledig is volgebouwd. Hij wilde maar zeggen: het evenwicht tussen landschap en stad is altijd fragiel.
Ongeacht of Oosterwold een interessant experiment is, is de vraag relevant of deze gebiedsontwikkeling beter is dan Eemvallei Stad. Want ook Oosterwold heeft de nodige kritiek te verduren gehad. Het zou te suburbaan zijn, iets dat net niks is tussen stad en platteland, en ondanks de ronkende campagnetaal van de betrokken gemeenten over betaalbaar wonen toch vooral bereikbaar zijn voor mensen met de nodige financiële middelen. Bovendien ontbreekt het in Oosterwold aan iets dat mensen samenbrengt: gemeenschappelijke voorzieningen. Is een echte stad daarom niet een beter alternatief?
Karakter
Bovendien zijn de omstandigheden veranderd en hebben we meer woningen nodig. In 2015 begon de woningmarkt weer op te krabbelen en bereikt inmiddels een al maar hoger kookpunt. Het huidige demissionaire kabinet zet in op de bouw van 900.000 woningen tot 2030 en in de verkiezingscampagne zijn er al verschillende ideeën voor nieuwe steden geopperd. Zo pleitte politieke nieuwkomer JA21 voor een nieuwe groene en betaalbare stad van 100.000 tot 150.000 inwoners ergens in Nederland en droomde het CDA bij monde van Julius Terpstra van een nieuwe stad in de Flevopolder. Deze landelijke politici worden nu op hun wenken bediend door de initiatiefnemers van Eemvallei Stad.
Maar de vraag blijft: is een compleet nieuwe stad de beste manier om dat te doen? In China wordt de ene na de andere miljoenenstad uit de grond gestampt. Dat is daar niks bijzonders, maar het is de vraag of dit tot heel gezellige woongebieden leidt. Zeker is dat we in Nederland moeite hebben om steden vanuit het niets smoel en karakter te geven. Daarvoor liggen de worstelingen van poldersteden Almere en Lelystad nog te vers in het geheugen. Nieuwe, ruime woningen, veel groen, zeker, maar aan sfeer wil het nogal eens ontbreken in onze new towns, zelfs als het ene spannende woningbouwexperiment het andere opvolgt, zoals in Almere.
‘Eemvallei Stad Impressie’ door AM (bron: am.nl)
Karakter blijkt moeilijk afdwingbaar, het is iets dat moet groeien, doorleefd, afgebroken en weer opgebouwd moet worden, en het liefst niet tegelijk. Hetzelfde geldt voor bescheiden kernen die in korte tijd enorm zijn uitgegroeid, zoals Zoetermeer, Nieuwegein of Spijkenisse. In veel uit hun voegen gebarste groeikernen bleek iets te veel rust te zijn.
Verhoudingen
Zouden we nu wél in staat om from scratch aantrekkelijke nieuwe steden te maken? Ik heb mijn twijfels, vooral omdat er te veel risico’s aan een nieuwe polderstad kleven.
Ten eerste omdat het keer op keer maar niet blijkt te lukken om vanuit het niets een vorm van stedelijkheid te creëren. Dat blijkt al ingewikkeld in nieuwe wijken die aan bestaande steden worden toegevoegd, zoals in de Vinex-operatie is gebleken. Toch ben je in IJburg in Amsterdam en ben je vanuit Leidsche Rijn binnen een kwartier in het centrum van Utrecht. Dat is ook een gevoel van verhoudingen: uitbreidingswijken zijn uitbreidingen van iets dat er al is. Een nieuwe stad is een geheel op zichzelf staande entiteit die zich helemaal zelf moet zien te bewijzen. Dat blijkt bij herhaling zo simpel nog niet.
Ten tweede geldt dat de ‘en-en-en-gebiedsontwikkeling’ van Eemvallei Stad weliswaar alle elementen verenigt die een stad nodig heeft, maar geen garantie is voor een gebied dat ook als stad functioneert. De losse onderdelen, hoe mooi de onderlinge verbindingen tussen wonen, infra, energieopwekking, natuur en landbouw ook bedacht zijn, vormen nog (lang) niet een bewezen geheel van die elementen. De manier waarop het concept van de 15-minutenstad (alle basisvoorzieningen zijn binnen 15 minuten bereikbaar) in Eemvallei Stad in de artist impressions is uitgewerkt is illustratief: alle elementen zitten er in maar het resultaat is een herhaling van dezelfde soort wijken langs een bundel infrastructuur. Kortom: een stad zonder kern. Het risico op mislukking is gezien het verleden te groot om te nemen. Dan is het veel logischer om in en bij bestaande steden nieuwe wijken toe te voegen.
Gimmick of geniaal?
Ondanks de vraagtekens bij de wenselijkheid van het bouwen van een nieuwe polderstad, staat de vraag nog open: maakt Eemvallei Stad toch kans opvolger te worden van Zeewolde als jongste stad van Nederland? Gezien de reacties van Provincie Flevoland, de gemeenten Almere en Zeewolde en van de invloedrijke oud-wethouder van Almere en zelfbouwadept Adri Duivesteijn lijkt de kans niet heel groot dat dit gaat gebeuren. De ontwikkelaars wordt verweten vooral munt te willen slaan uit de plannen door relatief goedkoop verworven grond met de bouw van meer woningen te gelde te maken. En de betrokken lokale overheden willen vasthouden aan de structuurvisie van de provincie waarin Oosterwold een lage dichtheid krijgt en hogere dichtheden mogelijk zijn in Pampus (Almere) en Warande (Lelystad). De kans dat Eemvallei Stad werkelijkheid wordt is daarom klein. Hoe geniaal het plan voor Eemvallei Stad ook lijkt, het is gimmick.
Cover: ‘Illustratie Zomerserie 2021’ door Ineke Lammers (bron: gebiedsontwikkeling.nu)