Onderzoek De tweede editie van de GO Barometer is uit! De Stichting Kennis Gebiedsontwikkeling (SKG) brengt ook dit jaar de stand van zaken binnen het vakgebied van gebiedsontwikkeling in kaart. Gebiedsontwikkeling is een zaak van lange adem, dus er zijn veel overeenkomsten met 2022 – maar toch ook enkele opvallende verschillen. Vooral het stijgende onderlinge wantrouwen tussen partijen is opvallend. Daarnaast zet onvoldoende personele capaciteit de uitvoering van uitdagende ruimtelijke projecten verder onder druk.
Met de GO Barometer willen de Stichting Kennis Gebiedsontwikkeling (SKG) en de Leerstoel Gebiedsontwikkeling de vinger aan de pols houden van het vakgebied. De barometer bestaat uit een online vragenlijst over alle elementen van gebiedsontwikkeling. De resultaten worden vervolgens besproken tijdens het SKG Jaarcongres. Dit voorjaar vulden zo’n dertig professionals de vragenlijst in. Zij waren in gelijke mate verdeeld over publieke en private organisaties.
Aan de hand van de vier belangrijkste diagrammen (opnieuw met de bekende schuifjes) bespreken we de inzichten uit de barometer. Als eerste de aard van de samenwerking:
‘Diagram samenwerking’ (bron: Stichting Kennis Gebiedsontwiikeling)
Ten opzichte van 2022 ervaart het vakgebied dat samenwerking stroperiger, wantrouwender-juridisch en meer gesloten is geworden. Een ontwikkeling die waarschijnlijk helaas niet erg helpt bij het vlot tot uitvoering brengen van plannen. Met de huidige opgaven en de enorme ruimtelijke puzzel die gelegd moet worden, komt er veel op partijen af. Daardoor ontstaan er mogelijk capaciteitsproblemen.
In dit verband laat een respondent van een gemeente weten dat bij lokale overheden het sectorale stelsel eveneens leidt tot vertraging. Bij ontwikkelaars leeft vooral het gevoel dat alle projecten heel ambitieus worden ingestoken. Tegelijkertijd krijgen de gemeentelijke ambities vaak zeer ‘plichtmatig’ vorm, bijvoorbeeld via tenders. Zo is er al snel minder ruimte voor de inbreng van marktpartijen en voor publiek-private samenwerking. “Samenwerken kan veel beter gericht worden op het samen creëren van meerwaarde. Het voelt nu vaak nog als wantrouwend en competitief. Dat zou in deze tijd absoluut niet aan de orde moeten zijn.”
Meer integraliteit, overheidsregie én PPS
Schema twee belicht de ontwikkeling van het vakgebied. Net als vorig jaar verlangt de vakwereld naar het aanjagen van meer integraliteit, meer overheidsregie en meer PPS. Het is een helder en sterk signaal af vanuit de respondenten: dit is de richting waarin gebiedsontwikkeling zich de komende jaren moet bewegen.
‘Schema ontwikkeling van het vakgebied’ (bron: Stichting Kennis Gebiedsontwiikeling)
Er is meer overheidssturing op lange termijn doelstellingen gewenst, bijvoorbeeld om complexe dossiers als stikstof aan te sturen en ‘op te lossen’. Maar ook (publiek-private) samenwerking op meerdere schaalniveaus zou vanuit de overheid moeten worden gefaciliteerd.
Op het vlak van burgerparticipatie versus volksvertegenwoordiging ligt de bal nog steeds in het midden. Respondenten geven daarbij wel aan dat er verschil zit in type opgaven waar burgerparticipatie verlangd wordt en waar juist niet. Bij sommige opgaven lijkt burgerparticipatie ‘door te slaan’, zo merkt een respondent – werkend bij een gemeente – op.
Ook het aanjagen van integraliteit wordt nog steeds sterk onderschreven door menig respondent met als side note dat ontschotten daarbij wel een vereiste is. Tegelijkertijd wordt geopperd dat de ambities niet te hoog gelegd moeten worden, wil men daadwerkelijk tot uitvoering komen.
Op naar uitvoering!
De ingrediënten voor meer uitvoeringskracht worden – ten opzichte van vorig jaar – min of meer hetzelfde gewaardeerd. Meest opvallend is de vergrote urgentie rondom publiek-private samenwerking en voldoende personele capaciteit – en daarmee kennis en competenties. Opvallend mag ook zijn dat het invoeren van de Omgevingswet door respondenten niet als uitvoeringskracht-vergrotend wordt gezien.
‘Ingrediënten voor uitvoeringskracht’ (bron: Stichting Kennis Gebiedsontwikkeling)
Verder blijft het organiseren van financiële middelen hoog op de agenda staan. Enkele respondenten vanuit de adviespraktijk voegen nog suggesties toe, zoals het aanpassen van grondbeleid waarbij de toekomstige waarde minder meetelt in de aankoop. En daarbij het versnellen van de doorlooptijd tussen besluit en bestemmingsverandering; dit kan zorgen voor een sneller proces. Maar ook wordt – wederom – het ontschotten genoemd, evenals het anders denken om betaalbaarheid te realiseren. “Doen zoals we het deden, is onbetaalbaar”, zo drukt een respondent die werkt bij een corporatie zich uit.
‘De grootste verandering voor meer uitvoeringskracht’ (bron: Stichting Kennis Gebiedsontwikkeling)
De vraag ‘wat de ander zou moeten doen of veranderen’ leidt eveneens tot een zeer sterk patroon. Met afgetekend op de eerste plaats de gemeente, dan het Rijk en daarna de provincie. Ook de woningcorporaties pieken op een hoger niveau.
De barometer benoemt voor de genoemde overheden een aantal adviezen:
Voor gemeenten:
- Kennis is de grootste bottleneck bij kleinere gemeenten. Zorg voor meer capaciteit (met de juiste kennis en competenties) of werk met grotere gemeenten samen.
- Procesoptimalisatie door betere kaders, snellere procedures en prioritering.
- Gemeenten kunnen meer openstaan voor ontwikkelingen en deze actiever aanjagen.
- Integraal samenwerken: hierbij zou interne coördinatie (over de verschillende deelbelangen van de gemeentelijke organisatie heen) kunnen helpen.
- Maak heldere en duidelijke afspraken over wederzijdse verwachtingen met college B&W en gemeenteraad (zie hiervoor de publicatie Gebiedsontwikkeling voor raadsleden).
Voor het Rijk:
- Zorg voor meer afstemming en daarmee integraliteit tussen de departementen.
- Meer regie door betere kaders (voor provincie en gemeente) en betere en snellere procedures.
- Eerst beschikbare instrumenten goed inzetten alvorens weer nieuwe wetten te maken.
- Het Rijk zou dichter op lokale overheden, gebiedsniveau of zelfs projectniveau kunnen acteren.
- Stikstofproblematiek aanpakken in samenwerking met provincies, wet- en regelgeving aanpassen om beroeps- en bezwaarprocedures te stroomlijnen.
- Belemmeringen in wet- en regelgeving wegnemen waardoor ruimtelijke procedures kunnen worden doorlopen.
Voor de provincie:
- Veel meer regie en meer visie; dat betekent dus ook meer mensen.
- Betere afkadering van verantwoordelijkheden tussen provincie en gemeenten.
- Snellere procedures.
- Keihard afrekenen op harde prestaties; wonen, infra, werken, natuur.
- Ontwikkelingen faciliteren met geld en beleid gericht op uitvoering, gebiedsgericht werken en zelf geen actieve rol in gebiedsontwikkeling nemen.
- Minder langs de lijnen van de politieke portefeuilleverdeling werken.
Innovaties
Bij de innovaties laat de GO Barometer een min of meer gelijke uitslag zien. Toch valt ook hier weer een trend te ontdekken: meer integraliteit stimuleren staat met stip bovenaan. Respondenten zien andere innovaties als randvoorwaardelijk om deze integraliteit te bereiken. Denk aan nieuwe betaalbare concepten (nieuwe functiemixen), procesinnovatie en bekostigingsinstrumenten om budgetten te koppelen. Verder hopen enkele respondenten dat nieuwe modulaire bouwoplossingen (en het legaliseren daarvan) de uitvoeringskracht gaan vergroten. Er is een gedeelde innovatiewens om vooral sneller en goedkoper tot projectuitvoering te komen – middels nieuwe bouwmethoden en financiële instrumenten. Een mogelijke verklaring hiervoor ligt besloten in het feit dat die oplossingen nu misschien onderbenut worden, terwijl ze de bouwkosten van projecten zouden kunnen drukken. Projecten worden daarmee beter haalbaar en betaalbaar.
Binnen- én buitenstedelijk
‘Verhouding binnen- én buitenstedelijk bouwen’ (bron: Stichting Kennis Gebiedsontwikkeling)
Het laatste thema van de GO Barometer is een saillante: het binnen- én buitenstedelijk bouwen. Het blijft een relevant vraagstuk voor het oplossen van de woningnood: waar gaan we bijbouwen? Ook dit jaar een min of meer gelijke tussenstand. De gemiddelde en door de meeste respondenten als realistische beschouwde verhouding bedraagt 60 procent binnenstedelijk versus 40 procent buitenstedelijk.
Enkele reacties duiden dat ‘binnenstedelijk’ nooit genoeg ruimte biedt om de totale opgave te realiseren. Voor kleinere gemeentes geldt dat daar ook geen hoogwaardige verdichte milieus voor de hand liggen. Wel worden door respondenten veel kansen gezien door transformatiemogelijkheden, functiemenging en optoppen. Bovendien wordt opgemerkt dat binnenstedelijk vaak een hogere dichtheid mogelijk is en principiële discussies (over of) over het algemeen minder vaak plaatsvinden.
Voorbij de paradox (of: hoe maken we de grote sprong voorwaarts)
Concluderend: er is mogelijk sprake van een paradox tussen de wensen van ‘meer samenwerking’ en ‘meer overheidsregie’. De GO Barometer laat zien dat de meeste partijen het nut en de noodzaak zien voor meer en nauwere samenwerking voor de uitvoering van integrale ruimtelijke ambities. Tegelijkertijd laat de barometer zien dat publiek-private samenwerking onder druk staat. Er heerst toenemend wantrouwen en een gevoel van juridificering in het vakgebied. Daar kan wat aan gedaan worden door meer flexibele selectiemethoden en samenwerkingsvormen te kiezen. Daarbij wordt meer in gezamenlijkheid gekeken welke visies en plannen voor gebieden wenselijk en haalbaar zijn. Het aan de voorkant eenzijdig dichttimmeren van publieke eisen is misschien vanuit beleidsdoelstellingen best te begrijpen maar voedt het wantrouwen tussen partijen onderling vaak onnodig.
Patrick Esveld (AKRO) tijdens de sessie Grond & GO, SKG Jaarcongres 2023
‘Patrick Esveld (AKRO) tijdens de sessie Grond & GO’ door Sander van Wettum (bron: Stichting Kennis Gebiedsontwikkeling)
Tegelijkertijd sijpelt door dat er meer overheidsregie noodzakelijk is om de enorme ruimtelijke uitdagingen in samenhang aan te pakken. Dit terwijl de personele capaciteit bij verschillende overheden niet in de pas loopt met die wens. Hoe dat te verhelpen in een krappe arbeidsmarkt? Daar ligt een uitdaging voor overheden. Hoe vergroten we onze kennis- en capaciteitsbasis? Op welke manier maken we de publieke zaak voor jongvolwassenen en andere professionals aantrekkelijk en hoe behouden we mensen voor de publieke zaak? Gezien de toenemende maatschappelijke betrokkenheid onder vooral jongeren valt daar misschien gerichter op te communiceren en te sturen. Life long learning-mogelijkheden aanbieden en benadrukken op welke manier mensen (persoonlijke) impact kunnen generen zijn daarbij voor de hand liggende opties.
Merel Putman (voorgrond) van Blauwhoed tijdens de sessie Social impact met GO, SKG Jaarcongres 2023
‘WEB_SKGJaarcongres_2023_foto_sessie_J’ door Sander van Wettum (bron: Stichting Kennis Gebiedsontwikkeling)
Terugkomend op de mogelijke paradox: kan meer overheidsregie hand in hand gaan met meer publiek-private samenwerking? Als we daar goed over nadenken, is het antwoord bevestigend: it takes two to tango! Als we willen dat gebiedsontwikkelingen integraler en vlotter tot uitvoering komen, zullen beide partners gelijkwaardig moeten kunnen opereren. Er is nu eenmaal een grote onderlinge afhankelijkheid. Dat betekent dat men niet alleen beide voldoende kennis van de eigen zaak moet hebben, maar ook oog voor de wensen en kunde van de ander. Partijen moeten elkaar aanvullen en aanvoelen. Alleen daarmee ontstaat een situatie waarin het wantrouwen omslaat in meer wederzijds respect en meer symbiose, wat overigens in het vakgebied heus ook voorkomt. Kritisch reflecteren op wat de eigen rol en bijdrage daarin is kan daarbij van dienst zijn. De uitdagingen liggen dus niet alleen in de enorme ruimtelijke opgaven zelf, maar ook in de manier waarop publieke, private en maatschappelijke partijen samenwerken en sturing geven aan het tot uitvoering brengen van die ruimtelijke plannen.
Door elk jaar het vakgebied te analyseren met de GO Barometer, hopen wij meer inzicht te krijgen in de ontwikkelingen in ons vakgebied. Zo kunnen we de juiste dialoog blijven voeren. Vandaar ook de afsluitende call for action aan gebiedsontwikkelend Nederland: vul volgend jaar weer massaal de GO Barometer in!
Cover: ‘GO Barometer’ door Ineke Lammers geïnspireerd op eerder werk van Charlotte Roebers (bron: gebiedsontwikkeling.nu)