Casus In de GO Zomertour vertellen experts en liefhebbers over hun favoriete gebiedsontwikkeling. In deel vier doet SKG-directeur Tom Daamen Parijs aan. Zijn conclusie: de stad is een feest, ook voor gebiedsontwikkelaars.
Parijs is deze zomer onontkoombaar. De Franse hoofdstad staat door de Olympische Spelen bij veel mensen in de wereld fel op het netvlies. Voor bezoekers is de belangrijkste vraag waarschijnlijk of er nog een kamer te vinden is. En voor de gelukkigen die er al een hebben gereserveerd (ongetwijfeld voor de hoofdprijs) is de vraag: hoe klein zal mijn kamer zijn?
Desondanks zal Parijs deze zomer, om met Ernest Hemmingway te spreken, een feest zijn. Hoewel de zorgen over mogelijke onrust en aanslagen reëel zijn en de stad door haar enorme aantrekkingskracht steeds duurder en exclusiever wordt, blijft de lichtstad absoluut een bezoek waard. De stedenbouw en architectuur, de cultuur en geschiedenis, het esthetisch verantwoorde leven en natuurlijk de fanzones van Olympische sportwedstrijden; ik sluit niet uit dat u zich erin verliest.
In deze serie rapportages uit het buitenland verschenen eerder drie afleveringen:
- GO-hoofdredacteur Joost Zonneveld bezoekt Battersea Power Station in Londen
- SKG-onderzoeker Reann Kersenhout brengt het bijzondere woongebied Zorg en Hoop in Paramaribo in beeld
- GO-eindredacteur Kees de Graaf fietst het RINGGLEIS in Braunschweig
De afgelopen jaren wordt Parijs in ons vakgebied al snel geassocieerd met het concept van de 15-minutenstad, waar Jaap Modder onlangs op deze site nog over schreef. Maar natuurlijk is Parijs op nog veel meer manieren interessant. Voor sportliefhebbers die tevens gebiedsontwikkelaar zijn, heb ik daarom enkele wetenswaardigheden en tips voor locatiebezoek opgehaald. Voor als er even geen sportevent is. Of wanneer je gewoon een middagje wat vakinspiratie wilt opdoen.
Hoe gaat Parijs om met hedendaagse uitdagingen als sociale ongelijkheid, klimaatadaptatie en verduurzaming van het energie- en mobiliteitssysteem? De plannen hiervoor zijn in ieder geval ambitieus. Toch zal het net als in Nederland aankomen op het vermogen van de stad om effectief te sturen op de daadwerkelijke uitvoering. Tijdens een Europees planologiecongres, dat van 8 tot en met 12 juli plaatsvond op de campus van het prestigieuze Sciences Po in het mooie zesde arrondissement, wond een van de Parijse locoburgemeesters er geen doekjes om. Het zal lastig worden, maar de operatie moet en zal slagen.
Schaarse ruimte
Parijs is een volledig bebouwde stad met te weinig groen. Dat betekent dat het stadsbestuur met veel private eigenaren zal moeten onderhandelen om hun ambitieuze plannen voor vergroening gerealiseerd te krijgen. Parijs is ook een dure stad, dus de ruimte is schaars en de kosten zijn hoog. Oplossingen moeten dus worden gevonden in functieverandering en verdichting, maar ook in het creatief omgaan met ruimte – door te stapelen, op te toppen en andere vormen van meervoudig ruimtegebruik. Tussen alle grandeur en erfgoed zorgt dit niet zelden voor een waardesprong die ingezet kan worden om publieke doelen als vergroening te bekostigen. Gebiedsontwikkeling pur sang.
‘Plannen voor meer groene plekken in Parijs.’ (bron: APUR)
De vergroeningsplannen van Parijs moeten zorgen voor verkoeling, voor plekken om tot rust te komen, te ontmoeten en recreëren en voor meer schone lucht in de stad. Het terugdringen van het autoverkeer ten faveure van de fiets is een duidelijk aanwezige strategie in de stad. Vélib, Dott, Lime en Tier fietsen (ook elektrisch!) staan overal opgesteld om met een handige app opgepikt te worden.
‘Huurfietsen in Parijs’ door Hernk (bron: Shutterstock)
Cushman & Wakefield weten te melden dat 65 procent van de Parijzenaren inmiddels geen auto meer bezit, iets wat naast de waanzinnige verbetering van fietspaden en openbaar vervoer te maken heeft met de shift naar telewerken; vanuit huis of op andere locaties dan de schaarse, dure kantoormeters in de stad. Het herontwikkelen van bovengrondse parkeerruimte en garages is hierdoor in Parijs een interessante vastgoedtrend.
Beperkte bevoegdheden
“Als wij het over Parijs hebben,” vertelde de locoburgemeester in een statige collegezaal van de universiteit, “dan hebben we het over de arrondissementen binnen de ring, die je op de kaart duidelijk kunt herkennen. Daarbuiten hebben wij geen planologische bevoegdheden.” Het metropolitane gebied van de hoofdstad valt buiten de ring dus onder een ander regime. De aanpak kan er daarom ook sterk verschillen van die van het zeer progressieve stadsbestuur in het centrum.
Binnen de ring zijn vergroening, duurzame mobiliteit en sociale woningbouw speerpunten. Per definitie gaat het bij projecten om herontwikkeling, zowel op plot- als op stadsdeelniveau. Langs de Seine en kanalen, boven parkeervelden en rangeerterreinen, alsook onder viaducten – waar nieuwe stadslogistieke oplossingen een plek vinden – worden plannen tot uitvoering gebracht. En vaak gebeurt dat dus in combinatie met een verzachting van het maaiveld, groeninrichting en herprofilering van straten en boulevards.
Al met al lijkt het erop dat Parijs zelfbewust bezig is de stad toekomstbestendig en leefbaar te maken. De stad is rijk en terwijl het inwonertal officieel afneemt, neemt het aantal mensen in de stad toe. Het gaat daarmee onmiskenbaar gebukt onder de discutabele maatschappelijke effecten die we in zo veel van Europa’s historische binnensteden zien. Maar tegelijkertijd worden er oprechte pogingen gedaan om Parijs op rechtvaardige en collectieve wijze een feest te laten blijven. Of dat ook gaat lukken is natuurlijk maar de vraag. “Maar het móet lukken,” betoogde een de Franse hoogleraar Patrick Le Galès op het congres. Volgens hem hangt het lot van alle Europese steden in vele opzichten af van drie uitdagingen: implementatie, implementatie en implementatie. Het (her)vinden van uitvoeringskracht in steden – ofwel governance capacity – vormt in Europa een cruciale gemeenschappelijke uitdaging. Het zal gepaard gaan met tal van keuzes en compromissen, aldus Le Galès, dus de praktijk zal moeten uitwijzen of Europeanen hun steden deze moeite wel waard vinden. “Otherwise, why bother?”
‘10 dimensies van uitvoeringskracht die Europese steden waar moeten maken, aldus Patrick Le Galès op 11 juli 2024 in Sciences Po, Parijs’ (bron: Tom Daamen)
Het congres van het Association of European Schools of Planning (AESOP) bood naast een keur aan wetenschappelijke presentaties en ronde tafels interessante tours en locatiebezoeken aan. Naast de vergroening van de ringweg rond de Parijse arrondissementen – waarlangs tal van projecten, waaronder de campusuitbreiding van Cité Internationale de Paris – vielen ons voor gebiedsontwikkelaars de volgende gebiedsontwikkelingen tussen het aanbod op. We zijn benieuwd wat u ervan vindt!
- La Défense: een zakendistrict in transitie: gelegen in de buitenwijken net buiten Parijs biedt dit gebied plaats aan 180.000 werknemers en 500 bedrijven in ongeveer 130 verschillende gebouwen. Vandaag de dag wil Paris La Défense transformeren tot een meer leefbare wijk en het eerste post-carbon zakendistrict worden door de uitstoot van broeikasgassen tegen 2030 te halveren. De eerste projecten zien inmiddels het licht.
- Batignolles: een duurzaam mixed-use gebied in het noordwesten van Parijs. De herontwikkeling van het gebied Clichy-Batignolles nadert zijn voltooiing en is een van de meest ambitieuze en grootste stadsprojecten dat plaats biedt aan 7.500 bewoners en 12.700 banen. Op 54 hectare richt het zich op een mixed-use programma, deels gebouwd op de plek van oude treinsporen. Het project maakt deel uit van de Franse aanpak van ‘Écoquartiers’, gericht op duurzaamheid en ontwikkeling in stedelijke projecten.
‘Clichy-Batignolles Eco-District in Parijs’ door Berk Ozdemir (bron: Shutterstock)
- Pantin: het Canal de l’Ourcq is in 1802-1822 op orders van Napoleon I gegraven. De wijk Pantin en het kanaal zijn in het verleden zwaar geïndustrialiseerd. Het oude pakhuis Magasin Généraux staat er nog steeds en biedt nu plaats aan kantoren na een enorme restauratie. De kanaalzone omvat bij elkaar meer dan 500 hectare en was van 2014 tot 2022 het decor van grootschalige transformaties naar woningen en kantoren. Op dit moment vinden er in het gebied, dat de nieuwe verbinding vertegenwoordigt tussen Parijs en zijn banlieues (buitenwijken), nog steeds veel nieuwe ontwikkelingen plaats. Het kanaal zelf is geopend voor commerciële scheepvaart en staat ook bekend om zijn actieve transport- en recreatieve ‘snelweg’ met een fietspad, kleine sportfaciliteiten en evenementen, zoals een zwemwedstrijd.
‘Canal de l’Ourcq verbindt de binnenstad van Parijs met de banlieues.’ (bron: Merten Nerfs)
- Trapèze Eco-District: gelegen tegenover Île Seguin, loopt het gebied Trapèze langs de Seine. Het strekt zich uit over ongeveer 74 hectare. Het is een van de grootste gelabelde ecowijken in Frankrijk op de plek van de voormalige Renault-fabrieken. Naast het ontwikkelen van innovatieve gebouwen en een eco-vriendelijke inrichting was het beperken van overstromingsrisico’s van de Seine hier een speerpunt.
Reageren en/of gebieden toevoegen? Graag!
Bekijk hier de keynote speeches van Patrick Le Gales en Tuna Taşan-Kok (Universiteit van Amsterdam) tijdens het recente AESOP Congres 2024 in Parijs.
Cover: ‘GO Zomertour 2024’ door Gebiedsontwikkeling.nu (bron: Stutterstock)