Nieuws Ontwerpen en ontwerpend denken kan complexiteit, samenhang en onvermoede mogelijkheden duiden, waar taal tekort schiet. Juist daarom is het een belangrijk middel in complexe gebiedsontwikkelingen. Ontwerpen kan (op verschillende schaalniveaus) de kwaliteit en potentie van een plek tastbaar maken, ambities en haalbaarheid verkennen en (conceptueel) verbeelden. En tevens processen schetsen en netwerken verbeelden. Hiermee kan een ontwerp op het oog tegenstrijdige belangen verbinden, onverwachte mogelijkheden blootleggen en verleiden. Om het ontwerp deze rollen effectief te kunnen laten spelen vraagt onze tijd om helder opdrachtgeverschap en strategische en slimme plannen die passen bij de vraag van dat moment. Onderliggende opgave is om met oog voor het proces, schaalniveaus te verbinden en ruimte te bieden aan kansen en onzekerheden.
Watertorenberaad 2012
Onderstaande regels voor plannen in een regionale dan wel stedelijke gebiedscontext zijn bedoeld als handvatten. Ze zijn niet bedoeld als één sluitend geheel en staan soms onderling met elkaar op gespannen voet. Dat is geen probleem maar een gegeven van onze tijd.
1. Effectief verbinden van de expertise van opdrachtgeven en ontwerpen
Voor ontwerpers vereist dat naast ontwerpvaardigheid, strategische en communicatieve vaardigheden evenals kennis van het ontwikkelproces. Voor opdrachtgevers het formuleren van een duidelijke opdracht, doelen, criteria en rolbepaling richting ontwerper en andere betrokkenen. Ontwerpen kan verschillende doelen dienen in de diverse fasen van het proces en in verschillende opgaves. De bewuste keuze van ontwerpinstrument en ontwerper gekoppeld aan het strategische of uitvoeringsgerichte doel is een essentiële competentie van de opdrachtgever. Kies de ontwerper op handschrift en houding, niet op beelden.
Dialoog tussen opdrachtgever en ontwerper is een voorwaarde, beiden hebben recht op inspiratie, overtuiging, eigen normen en waarden.
2. Realistische ambitie
Iedere gebiedsontwikkeling behoeft sturing in de vorm van een heldere formulering van een realistische ambitie; verleidelijk en op hoofdlijnen. Niet als een politiek/bestuurlijk dictaat, maar als resultante van maatschappelijke dialoog met de belangrijkste stakeholders. Zo’n formulering moet houdbaar zijn in de lange looptijd van het proces, gedragen worden door de belangrijkste stakeholders en gedurende het verloop van het proces regelmatig getoetst worden op realiteitswaarde.
3. Strategisch verbinden
Onzekerheid, complexiteit en stapsgewijze ontwikkeling zijn een gegeven. Evenals een divers veld van betrokken actoren. De uitdaging van vandaag is de lange termijn en de schaal van stad en regio te verbinden met lokale gebiedskwaliteiten en het hier en nu. Dat vereist dat plannen een heldere strategische scheiding én interface leveren tussen deze niveaus. Top down én bottom-up up, lang én kort, uitvoerend gericht ontwerp én strategie (op doelen prioriteren en faseren).
4. Conceptueel raamwerk
Strategische plannen bieden een conceptueel framework voor een meerjarige ontwikkeling. In dit framework is de ruggengraat van het plan gedefinieerd (programmatisch, ruimtelijk, planeconomisch, tijd ), als afwegingskader biedt het ook ruimte voor mogelijke andere investeerders. Daarbij worden de organiserende principes voor de verdere uitwerking ( die flexibel is) benoemd (deelprojecten/producten). Dit wordt gekoppeld aan juridische kaders die ruimte bieden, procesafspraken en samenwerkingsprincipes tussen betrokken actoren.
5. Scenario’s
Scenariodenken is een manier om toekomstige ontwikkelmogelijkheden te verkennen en ruimte te geven aan invloeden van onderop. Maar ook om keuzes te maken op structuurniveau voor infrastructuur, water/groen opgaven , cultuurhistorie en energie. Hierbinnen werken met bandbreedtes om binnen dit strategische plan ruimte te geven aan kansen, risico’s, ondernemerschap en de wensen van eindgebruikers.
6. Pragmatiek
Op een pragmatische manier hoge kosten/voorinvesteringen vermijden en optimaal inspelen op de marktvraag van nu. Dat impliceert gelaagde plannen die ontwikkeld worden vanuit de gegevenheden van de ondergrond, specifieke gebiedskwaliteiten, marktpotentie en (mogelijke) eindgebruikers. Dit hoeven niet altijd geheel nieuwe plannen te zijn, beproefde concepten kunnen hergebruikt worden.Speculeer niet op de lange termijn maarga uit van een reeks van kleine behapbare businesscases. Denk in termen van doelstellingen per jaar. Zo blijft het ontwerp doelmatig.
7. Biedt ruimte aan kansen en initiatief
Verken en benoem het type eindgebruiker (reeds zittende bewoners/bedrijven, specifieke nieuwe doelgroepen). Creëer open platforms waarin ruimte is voor onvermoede kansen Geef ruimte voor eigen initiatieven aan de eindgebruiker.
Accepteer en gebruik chaos en toeval, naast reguliere sturingsprocessen, als manieren om doorbraken te bereiken en voortgang te boeken.
8. Proces- en ontwikkelkennis steeds belangrijker
Er zijn kleine en grotere integrale opgaven. Niet alle eindgebruikers lossen het zelf op. Dat vereist luisterende ontwerpers en procesbegeleiders (gemeente, ontwikkelaars, corporaties) die de eindgebruikers kunnen faciliteren ( voorfinanciering, ontwerp, bouwproces).
9. Durf te leren
Evalueer het proces regelmatig, om te leren van opgedane ervaringen en bij te kunnen sturen. Beschouw een ontwikkelproces als een continu leertraject. Richt de besluitvorming en regelgeving zo in dat continue aanpassing aan veranderende inzichten mogelijk is.
Deze 'golden rules' zijn gepresenteerd op het Watertorenberaad 2012.
Coverfoto: pxphere.com
Cover: ‘c’