Verslag Twee hypebegrippen in één sessie samengebald: duurzame gebiedsontwikkeling. Dat levert vast een Babylonische spraakverwarring op van ongekende omvang. Aan praktijkhoogleraar Friso de Zeeuw de niet geringe opgave om stedenbouwkundige Martin Dubbeling, dS+V-directeur Astrid Sanson en NederLandBovenWater co-directeur peter van rooy in bedwang te houden. Waar liggen de grote opgaven voor de komende tijd en hoe daarbij te werk te gaan?
“WE MOETEN DE OMSLAG MAKEN naar energieproducerende stadsdelen.” Zo luidt de eerste stelling die Martin Dubbeling de zaal in slingert. De stedenbouwkundige die mede aan de basis heeft gestaan van het Nationaal Pakket Duurzame stedenbouw typeert de huidige praktijk als achterhaald. “Onze infrastructuur in steden is ouderwets, nieuwe fietsen zijn geavanceerder dan onze woningen en een cruiseschip zit intelligenter in elkaar dan een gemiddelde woonwijk.” Ook de klimaatplannen van de grote steden betitelt Dubbeling als te veel ‘oud beleid’: “We gaan het niet redden met het en masse isoleren van zolderkamers.” In plaats van alle energie te steken in het nóg zuiniger maken van de woningen, pleit Dubbeling voor een aanpak op enkele schaalniveaus hoger. Low of zelfs Zero Carbon Cities, dat is het wenkend perspectief. Dat vraagt echter een zware inzet op de herstructurering van de bestaande stad, in nauwe samenwerking met bewoners en ondernemers. “Philips zet momenteel in op Livable Cities, daar kunnen we het nodige van leren.” Oftewel een compleet andere stedelijke planning, met veel meer aandacht voor mobiliteit, ICT en andere sectoren.”
Zie voor de volledige publicatie:
Cover: ‘Thumb_infra energie algemeen_0_1000px’