Persoonlijk Foto: Adriaan Visser, lid directie Stadsontwikkeling Rotterdam en voorzitter Vereniging van Grondbedrijven De meest urgente opgave op dit moment is je huiswerk op orde hebben, stelt Adriaan Visser, lid van de directie van de Rotterdamse dienst Stadsontwikkeling en voorzitter van de Vereninging van Grondbedrijven. ‘Het echte realisme moet weer terug bij de grondbedrijven. Dat betekent: je financiële huishouding op orde hebben. Risico’s beter in kunnen schatten en beter uitsmeren. En afboeken, iedereen moet door de pijn heen.’ Voor sommigen betekent dat van de droom in de nachtmerrie, maar terug op aarde moet iedereen. Afscheid nemen van de oude verdien-modellen is het eerste wat de grondbedrijven en de politiek dan vervolgens moeten doen, aldus Visser. Voor de grondbedrijven ligt een belangrijke taak in het transparant informeren van de politiek en het bestuur over cijfers en situatie. Visser: ‘We gaan van een afdrachtdienst weer naar een gemeentelijke dienst die geld kost. Net als de andere diensten.’
Door: Anne Luijten
Of er een passief of actief grondbeleid wordt gevoerd ligt bij de gemeenten en de politieke keuze die zij daarin maken. Visser stelt echter dat terug naar de kernactiviteiten onvermijdelijk is. ‘We gaan minder zelf doen en de markt zijn rol laten spelen.’ Voor sommige gemeenten is de situatie extra pijnlijk. Zij zitten bijvoorbeeld in de uitleggebieden in PPS-contracten. ‘Dan moet je met z’n allen door diezelfde hoepel spingen.’
Van de grondbedrijven betekent terug naar de kernactiviteiten een flinke stap terug in de personele bezetting. Maar belangrijker en structureler is nog het feit dat de stad eerst haar ambitie moet bijstellen. ‘Een bittere pil voor iedereen. Het is ook een lesje nederigheid. In de rijke tijd hebben te veel grondbedrijven een jasje teveel aangetrokken. Nu zit iedereen op de blaren, zowel publiek als privaat.’ Terug naar de kerntaken betekent wel een pro-actieve houding, maar verder het initiatief voornamelijk aan de markt laten, aldus Visser. ‘De grondbedrijven zijn vanuit een grotere visie op de stad vooral kaderstellend, maar doen de ontwikkelingen niet meer zelf. Risicomanagement is meer dan ooit belangrijk. Vanuit een visie moet je flexibel kunnen zijn in de invulling. Alles schuift 10 tot 20 jaar op. In Rotterdam staat onze stadsvisie nog honderd procent overeind. We willen verdichten, we willen meer inwoners, we gaan herstructureren. Maar het duurt allemaal langer.’
De huidige kleinschaligheid van ontwikkelingen vraagt om een ander optreden van het grondbedrijf. 250 woningen worden niet meer in 1 blok weggezet, maar nu misschien wel in plukjes van 10 X 25 woningen. Met die kleine ontwikkelaars is het anders communiceren dan met de AM’en en Bouwfondsen van deze wereld. ‘Het wordt heel handmatig werken.’
De nieuwe cultuur bij de grondbedrijven bestaat vooral uit toe weten te passen van de nobele kunst van het loslaten. Visser: ‘Die cultuuromslag is niet niks, maar het moet toch. Ik zie ook dat die omslag nu gaande is bij de meeste gemeenten. Natuurlijk halen alleen de slechte voorbeelden de voorpagina.’ Een grote klus ligt er nog in het transparant informeren van de politiek. In veel steden waren het de grondbedrijven die al eerder dan de politiek aan de rem trokken. Geen gemakkelijke taak voor de grondbedrijven, die van nature dichter bij de markt staan dan bij het stadsbestuur. Niet alle wethouders zijn immers even bekend met de ins en outs van een grex. Visser: ‘Het ís ook lastig te begrijpen. Leg maar eens uit dat je 200 miljoen moet afboeken op een winst die nooit gemaakt is op huizen die nooit gebouwd zijn maar die wel in de boeken staat. Ga er maar aan staan.’
Cover: ‘Portret_Adriaan Visser_571px’