Nieuws Dat een belangrijk deel van de ontwikkel- en bouwopgave de komende tijd in de aanpak van bestaand vastgoed ligt, zal weinigen zijn ontgaan. Het pleidooi van herontwikkelen boven slopen dan wel nieuw bouwen is inmiddels overal wel geland. De vraag die volgt op het bewustwordingsproces is echter: hoe pakken we dat aan? Waar liggen hindernissen in de weg en hoe komen we daar overheen? Twee recente studies proberen de discussie een slag verder te brengen, richting de concrete en weerbarstige praktijk.
De afgelopen jaren is al een behoorlijk aantal publicaties uitgekomen over het herbestemmen of transformeren van bestaand onroerend goed. Denk bijvoor beeld aan Nieuwe ideeën voor oude gebouwen (Jeroen Saris e.a., NAI Uitgevers 2008), of de studie Cultuurhistorie in de stedelijke vernieuwing van de veertig aandachtswijken van Rijksadviseur Cultuurhistorie Wim Eggenkamp. En dat het thema ook leeft – impliciet wellicht – buiten de sector blijkt wel als een krant als de Volkskrant in zijn reiskatern regelmatig aandacht besteedt aan steden die interessante makeovers hebben gekregen. De herbestemming van gebouwen en vaak van complete gebieden speelt daarin een belangrijke rol, zoals recente impressies van industriegebied en voormalige hoerenbuurt Zürich West (17 september 2011) en industriestad Lille (8 oktober 2011) laten zien. Oud en nieuw blijken hier prima samen te gaan en zetten de stad als geheel opnieuw op de kaart. Veelal vindt de vernieuwing ‘van onderop’ plaats, door ondernemers die kansen zien. In Zürich West heeft zich bijvoorbeeld de flagshipstore van Freitag gevestigd, de fabrikant die vrachtwagencanvas omtovert tot hippe tassen. Een recycler pur sang in een recyclingsgebied, mooie combi.
Eerst de analyse
In Nederland wordt de aandacht voor herbestemming inmiddels ook van hogerhand bevorderd; het Nationaal Programma Herbestemming is van start gegaan en het Hteam trekt onder leiding van oudwethouder Duco Stadig door het land om de kansen van herbestemming onder de aandacht te brengen. Dat doen ze met de publicatie Herbestemming in Nederland onder de arm (NAi Uitgevers), geschreven door Paul Meurs en Marinke Steenhuis. Beiden zijn verbonden aan bureau Urban Fabric, dat betrokken is bij een veelheid aan herbestemmingsprojecten. Daarbij staat de cultuurhistorische analyse als instrument centraal: eerst goed kijken wat er in een gebied aanwezig is, voordat je daarvoor plannen gaat maken. Het is een manier van werken die op steeds meer plaatsen wordt toegepast, zowel in oude wijken als bijvoorbeeld in naoorlogse woongebieden. Herbestemming in Nederland heeft vooral het gebouwniveau als invalshoek (met een enkel uitstapje naar stedenbouw en landschap) en beschrijft 25 projecten. Van klassiekers als de Van Nellefabriek in Rotterdam tot en met het recente pionierswerk van Piet Hein Eek (ook zo’n gedreven ondernemer) op het Strijp R terrein in Eindhoven. Eek werkt daar samen met gebiedsontwikkelaar Amvest, die inziet dat herbestemming van de oude keramiek fabriek meer doet dan alleen het behoud van oude gebouwen: het trekt mensen naar een gebied waar ze voorheen niet kwamen.
Zie voor de volledige publicatie:
Cover: ‘Thumb_renovatie en herbestemmen_0_1000px’