10 augustus 2015
5 minuten
Nieuws De aardbevingen in Noordoost-Groningen hebben woningen en monumenten beschadigd. Herstel is noodzakelijk, maar levert meer op als dat wordt gekoppeld aan het versterken van de leefbaarheid en economie. Eigenaren, bewoners en professionals zochten het afgelopen jaar in werkateliers naar mogelijkheden voor herbestemming van erfgoed binnen de opgaven van het gebied.
Erfgoed en ruimte
De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) werkt sinds 2012 vanuit de ‘Visie Erfgoed en Ruimte, Kiezen voor Karakter’ aan het verbinden van ruimtelijke veranderingen aan de identiteit van gebieden. De RCE zet graag haar kennis, menskracht en middelen in om samen met andere partijen de kwaliteiten van ons erfgoed optimaal te benutten. ROmagazine doet er verslag van.
Je moet goed kijken om ze te zien. Op het eerste gezicht lijken delen van de voormalige herberg in ‘t Zandt alleen wat verzakt. Toch begon de afgelopen tijd de gevel zo te scheuren dat de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) besloot om de bewoners uit te kopen. Rond het gebouw kwam een hek en de gevel wordt inmiddels gestut met houten palen. Met bewoners wordt overlegd wat er na het herstel met het statige pand moet gebeuren. Komen er nieuwe bewoners in of zal het lukken om er sociaal-medische voorzieningen en een restaurant met bed & breakfast in te vestigen zodat het dorp kan profiteren van de nieuwe bestemming?
‘t Zandt vormde het afgelopen half jaar een toepasselijk decor voor een aantal werkateliers over de omgang met monumenten die door aardbevingen zijn beschadigd. Renovatie heeft namelijk weinig zin als je niet tegelijkertijd over preventie en herbestemming nadenkt. De dorpen ontlenen hun identiteit voor een groot deel aan de karakteristieke panden. Het aardbevingsgebied heeft daarnaast al een aantal jaren te maken met bevolkingskrimp. Bij het vinden van nieuwe functies zouden de partijen daar rekening mee moeten houden. Herstel en herbestemming kunnen bijdragen aan een versterking van de leefbaarheid en sociaal-economische positie van het gebied.
Beschadigde herberg ‘t Zand. Foto: Jaco Boer
‘Herbestemming erfgoed geeft aardbevingsregio impuls - Afbeelding 1’
Kracht van onderop
Vanuit die filosofie nam de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) afgelopen najaar het initiatief om de mogelijkheden te verkennen voor een bredere aanpak van de getroffen monumenten. Samen met de Provincie Groningen, de Stichting Oude Groninger Kerken, provinciale erfgoedorganisatie Libau en Het Groninger Landschap werden vier pilotprojecten uitgekozen. De geselecteerde rijksmonumenten – een kerk, een boerderij, een molen en een cluster waardevolle gebouwen – hebben allemaal schade opgelopen door de aardbevingen, van scheuren in de gevel tot problemen met de fundering of stabiliteit van het gebouw. Frank Strolenberg, opdrachtgever vanuit de RCE, kijkt met een tevreden gevoel op de werkateliers met bewoners, eigenaren en gemeenten terug. ‘Iedereen is uit zijn schulp gekropen en ging met elkaar in gesprek over de kansen en uitdagingen. De ateliers hebben ook zichtbaar gemaakt hoeveel energie er in de dorpen aanwezig is. Die kracht van onderop maakt bij herbestemming echt het verschil.’
De resultaten van de werkateliers zijn, samen met die van twee expertmeetings, onder leiding van stedenbouwkundig adviseur Enno Zuidema verwerkt in een advies dat begin juli in het oude kerkje van ‘t Zandt is aangeboden aan Hans Alders. Als Nationaal Coördinator Groningen en voorman van de Overheidsdienst Groningen geeft hij de komende jaren leiding aan de grootscheepse aanpak om de veiligheid en leefbaarheid in het aardbevingsgebied te verbeteren. De kwartiermaker van deze nieuwe organisatie, Peter Kuenzli, onderstreepte het belang van betrokkenheid van de burgers vanuit zijn eigen ervaringen bij de wederopbouw van Roombeek in Enschede. Hij juichte de gekozen aanpak toe en wilde zich er hard voor maken dat de vier pilots ook aandacht van de nieuwe overheidsdienst krijgen.
Vijf miljoen euro voor pilots
Een belangrijke aanbeveling uit het advies is gericht aan toetsende overheden en instanties. Zij zouden monumenteigenaren meer moeten ontzorgen en begeleiden op een manier dat deze aan het einde van het planproces vrijwel zeker zijn van een vergunning voor de aanpak van hun monument. Zo staan de mensen, hun energie en het dorp centraal, en niet het vastgoed en de regels.
Beleidsmedewerker Wonen Greet Marcus van de gemeente Hoogezand-Sappemeer kan zich daar goed in vinden. In april stuurde ze alle monumenteigenaren in haar gemeente een brief om hen te vragen alle aardbevingsschade te melden. ‘We hebben de indruk dat er meer aan de hand is dan we via officiële kanalen te horen krijgen.’ Marcus is bang dat eigenaren de schade op een verkeerde manier gaan herstellen of vergeten om voor bepaalde ingrepen een vergunning aan te vragen. Ze wil eigenaren daar graag bij helpen. ‘Laatst sprak ik een oudere mevrouw met een beschadigd monument die niet wist of ze akkoord kon gaan met een offerte van een aannemer. Ik heb daar een erfgoedadviseur van onze Omgevingsdienst op afgestuurd die de zaak nog een keer heeft bekeken. Het is een kleine moeite, maar het geeft zo’n eigenaar veel meer zekerheid.’
Bewonersbijeenkomst in ‘t Zand. Beeld RCE
‘Herbestemming erfgoed geeft aardbevingsregio impuls - Afbeelding 2’
Het advies aan Hans Alders zal een belangrijke rol spelen in het meerjarenprogramma Herbestemming aardbevingsgebied van de provinciale erfgoedorganisatie Libau. Via de Dialoogtafel is voor de komende vijf jaar in totaal vijf miljoen euro beschikbaar gesteld om ervaring op te doen in een tiental herbestemmingsprojecten. Alleen erfgoed met een publieke functie komt voor subsidie in aanmerking. De nieuwe invulling moet breed worden gedragen door de bevolking. Hoewel de precieze criteria nog niet zijn vastgesteld, maken de vier pilots uit de werkateliers een grote kans op financiële ondersteuning. Wim van den Vondel loopt zich als bewoner van Onderdendam al warm voor het programma. Met een aantal actieve dorpsgenoten denkt hij na over een nieuwe functie voor De Haver, een monumentale boerderij aan de dorpsrand die na de aardbevingen is opgekocht door de NAM en al een tijdje leegstaat. ‘De afgelopen tijd is ook de kerk leeg komen te staan en binnenkort gaat de school verdwijnen. De nieuwe bestemming van De Haver kun je niet los zien van deze ontwikkelingen. Het moet passen in een totaalplan voor het dorp. Daar ben ik door de werkateliers nog meer van overtuigd geraakt.’
Lees hier het originele artikel op ROmagazine.nl.
Cover: ‘2015.08.10_Herbestemming erfgoed geeft aardbevingsregio impuls_C’