Verslag Afgelopen vrijdag 13 december werd in het architectuurcafé afscheid genomen van Wytze Patijn. Na zeven jaar legt hij zijn functie als stadsbouwmeester van Delft neer. Hij blikte tijdens de drukbezochte avond terug op de jaren waarin hij met passie en liefde voor het vak zijn werk uitoefende.
Leukste woning in de Coendersbuurt
De avond begon met een project dat Patijn bestempelde als een van de hoogtepunten in zijn jaren als stadsbouwmeester: De eigenbouw in de Coendersbuurt. De afgelopen jaren heeft de voormalige stadsbouwmeester zich ingezet om met een kritische blik dit project tot een succes te maken.
Tijdens zijn afscheid afgelopen vrijdag werd het succes van de wijk bekroont met een prijs voor de leukste woning. Zes woningen waren genomineerd. Wat opviel was dat er veel bijzondere elementen waren opgenomen zoals erkers en verschillende vormen van gevelbekleding. Om deze ontwerpen mogelijk te maken moest soepel worden omgegaan met de regels. Het uitgangspunt hierbij, aldus Patijn, was kwaliteit en dialoog. Dit leverde uiteindelijk een geweldig resultaat op.
De prijs voor de leukste woning werd uiteindelijk gewonnen door het echtpaar Kai Yang & Yan Shi. De jury was vooral onder de indruk van de eenvoud van de woning en de ruimtelijke opzet. De woning is klein maar maakt vernuftig gebruik van de ruimte die er is. Ook zijn er mogelijkheden voor uitbreiding in de toekomst.
Wytze Patijn werd in 2011 benoemd tot stadsbouwmeester van Delft. Met het neerleggen van deze functie afgelopen week sluit hij een glansrijke carrière af. Eerder was hij rijksbouwmeester en decaan van de faculteit Bouwkunde van de TU Delft.
Een terugblik op een glansrijke carrière
Na de uitreiking neemt Patijn het woord. Hij neemt de aanwezigen mee in zijn verhaal over een aantal bijzondere projecten waar hij tijdens zijn loopbaan aan heeft gewerkt. Hierbij heeft hij speciale aandacht voor renovatie. Een van de vele dingen die hij het publiek meegeeft is dat verbouwen vooral draait om slopen. Om iets goeds neer te zetten is het belangrijk dat je durft om gaten te maken en gevels eruit te halen.
Daarnaast is het belangrijk oude gebouwen op waarde te schatten. In financiële zin is renovatie vaak niet speciaal goedkoper dan nieuwbouw maar de maatschappelijke en sociale kosten van renovatie zijn wel vele malen lager. Dit moet worden meegewogen bij de afweging of nieuwbouw echt wel beter is. Met het voorbeeld van de renovatie van het stadhuis van Vlissingen laat Patijn zien dat een grof, lelijk en statisch gebouw toch veel waarde kan hebben die je in nieuwbouw niet terugkrijgt.
Maar Patijn geeft ook voorbeelden dichter bij huis. Zo komt de faculteit Bouwkunde aan bod. Na het afbranden van de oude faculteit in 2008 nam de studie tijdelijk zijn intrek in het voormalig hoofdgebouw aan de Julianalaan in Delft. Dit oorspronkelijk tijdelijke onderkomen werd uiteindelijk de vaste nieuwe locatie voor de faculteit dankzij een succesvolle verbouwing. De charmes van het gebouw werden versterkt door de renovatie en pasten goed bij de architectuurfaculteit.
Een ander voorbeeld van een succesvolle renovatie is het gebouw van Rijkswaterstaat langs de A12. Het gebouw zou gesloopt worden omdat renovatie niet rendabel zou zijn. Uiteindelijk was renovatie echter toch mogelijk.
Patijn eindigt zijn betoog dan ook met een foto van het gebouw van Elektrotechniek van de TU Delft. Net als voor het gebouw langs de A12 gaan ook voor dit gebouw stemmen op voor sloop. Patijn zet vraagtekens bij de noodzaak hiervan en pleit voor een oplossing zoals is bedacht voor het gebouw langs de A12. Verbouwen, zo stelt hij, levert alleen maar voordelen op.
Een blik op de toekomst
De avond wordt afgesloten met een gesprek tussen Leanne Reijnen en Wytze Patijn waarbij ook het publiek in de zaal de mogelijkheid krijgt om vragen te stellen.
Er wordt gesproken over zowel grote als kleine hoogtepunten in de carrière van Patijn. Van de eigenbouw in de Coendersbuurt tot de verwijderde schotten van de beestenmarkt. Ook het architectuurcafé behoort tot de hoogtepunten. Patijn benadrukt het belang van de dialoog tijdens de avonden in het architectuurcafé. Het is belangrijk dat je keuzes kunt uitleggen en dat er een inhoudelijk gesprek is.
Dit inhoudelijke gesprek is volgens Patijn tekenend voor de functie van stadsbouwmeester. Omdat er geen formele machtspositie is kun je als stadsbouwmeester mensen enkel overtuigen met inhoud en dialoog. Het is belangrijk te blijven praten en mensen te stimuleren.
Naast de hoogtepunten zoals de Coendersbuurt belicht Patijn ook dat er in de toekomst nog veel aan de weg te timmeren valt. Er liggen genoeg opdrachten voor de nieuwe stadsbouwmeester. Meermaals noemt Patijn het voorbeeld van de Delftse Binnenstad die ‘verrommelt’. De binnenstad is onderdeel van het historische erfgoed. Dat moet je goed bewaren. Ook had Patijn graag gezien dat verkeersvraagstukken meer als ruimtelijke opgaven benaderd zouden worden zodat er betere integrale oplossingen gevonden kunnen worden in de openbare ruimte.
Tot slot wordt er ook gesproken over de nieuwe stadsbouwmeester. De raad gaat de komende tijd praten over een nieuwe invulling van de functie. De opgave voor de stadsbouwmeester is door de jaren heen veranderd en zal dus anders zijn dan deze voor Patijn was, aldus wethouder de Prez. Welke kwaliteiten deze nieuwe stadsbouwmeester moet hebben? Deskundigheid is belangrijk, maar vooral ervarenheid is essentieel. Hierdoor wist Patijn zich de afgelopen zeven jaar goed door de organisatie te bewegen.
Patijn kan met trots terugkijken op zijn jaren als stadbouwmeester van Delft. Dit bleek ook uit de vele lovende stemmen uit de zaal. De avond was een mooie afsluiting van een glansrijke carrière waarin hij veel heeft kunnen betekenen voor de stad en haar inwoners.
Cover: ‘Delft plattegrond 1652’