Onderzoek Een kindvriendelijke openbare ruimte is niet alleen cruciaal voor de ontwikkeling en gezondheid van kinderen, maar levert voor de hele gemeenschap voordelen op. Die conclusie trekken de onderzoekers van Platform31 in de nieuwe publicatie ‘Kindvriendelijke openbare ruimte’. “Denk aan verbeterde gezondheid, meer beweging en een sterkere sociale cohesie.”
Het creëren van een kindvriendelijke openbare ruimte staat al langere tijd weer op het wensenlijstje van gebiedsontwikkelaars en dat heeft meerdere redenen. De eerste is dat steeds vaker de conclusie wordt getrokken dat prettig wonen voor gezinnen in steden onder druk staat. Stedenbouwkundig bureau Urhahn en kinderrechten-stichting Van Leer Foundation onderzochten eerder dit jaar wat er nodig is om de steden weer gezinsvriendelijk te maken. Naast het realiseren van betaalbare woonruimte is dat onder andere het zodanig inrichten van buurten dat er gespeeld kan worden. “Niet alleen op speelplaatsen, maar ook voor de deur en op straat.”
Eind vorig jaar werden gezinnen al als de kanariepieten van de stad omschreven. Stedenbouwkundigen Wendy van Kessel en Ad de Bont van Urhahn stedenbouw & strategie zien kinderen als maatgevend voor leefbare steden. En ook dat vertrekpunt vraagt om het behouden en verwelkomen van gezinnen in de stad. Een vraag die daarbij van belang is: is de stad ook goed voor de ontwikkeling van het kind zélf? Het spelen op straat of op de buitenschoolse opvang is wezenlijk anders dan spelen in de achtertuin, stellen zij. “Het is daarom noodzaak om de straat als speelplek met kinderen van divers pluimage en zonder direct toezicht van ouders terug te laten komen in de stad.”
Gevoel van verbondenheid
Dat het bewustzijn over het belang van een kindvriendelijke openbare ruimte groeit, beamen de onderzoekers van Platform31. Maar zij zien in de praktijk ook dat gemeenten nog regelmatig worstelen met de vraag hoe zij de openbare ruimte dan precies moeten inrichten. De publicatie Kindvriendelijke openbare ruimte moet licht in deze spreekwoordelijke duisternis bieden door “verder te kijken dan alleen de speeltuintjes en voetbalkooien.” De onderzoekers gingen in gesprek met negen experts. Zij stellen dat een kindvriendelijke openbare ruimte op drie niveaus wordt gerealiseerd: formele speelplekken, informele speelplekken en de ‘hybride ruimte’.
‘Speeltuin met veel houten speeltoestellen’ door Menno van der Haven (bron: shutterstock)
Het gaat dus niet alleen maar om de juiste speeltoestellen neerzetten, maar ook om het realiseren van diversiteit in het spelaanbod en de soorten speelplekken, door te schakelen tussen deze drie niveaus. Dat maakt dat gemeenten zowel de wensen als het gedrag van de gebruikers moeten analyseren. Daar moeten dan de fysieke inrichting én de inbreng van activiteiten door partijen in de stad (zoals welzijn en jongerenwerk) op worden afgestemd. Bij het realiseren van de soorten speelplekken is het belangrijk om naast de bekende pleintjes en speeltuinen (de formele plekken) ook de informele plekken (van de stoepen tot de parkeerplaatsen en van de pleinen tot de bosjes) mee te nemen. Deze plekken zijn voor iedereen toegankelijk en daarom juist extra van belang. “Op deze speelplekken kan spontaan spelen ontstaan, het biedt dus meer ruimte voor ontdekking, creativiteit en vrij spelen.”
Het derde niveau zijn de ‘hybride zones’. Dat zijn de “overgangen van de woning naar de rest van de wijk”. Vaak is dit simpelweg een brede stoep waar een kind de ruimte heeft om zich de plek eigen te maken. “Door deze hybride zone goed te ontwerpen, kan het een plek zijn waar je laagdrempelig contact hebt met de buren en je wijk, het bevordert sociale interacties. Een voorwaarde is wel dat de stoep ook echt als overgangsruimte gebruikt kan worden.” Het advies vanuit Platform31 is om mensen (en dan met name de gezinnen) de ruimte te geven om de stoep vlak voor hun gevel naar eigen inzicht in te richten met bijvoorbeeld bloempotten of een bankje. “En er moet af en toe een stepje kunnen liggen of een fiets kunnen staan. Een goede hybride zone bevordert niet alleen sociale interactie, mensen voelen zich ook veiliger en prettiger in een straat waar zichtbaar geleefd en gespeeld wordt. Dit gevoel van verbondenheid onderschrijft het belang van aandacht voor het gebruik van de ruimte.”
Voordelen voor iedereen
Uit de gesprekken met de experts kwam ook naar voren dat het uitgangspunt bij het creëren van de kindvriendelijke ruimte moet zijn dat de blik niet alleen gevoed wordt vanuit bijvoorbeeld het ruimtelijk domein en de fysieke inrichting, maar ook vanuit het sociaal domein. “Organiseer activiteiten voor meerdere doelgroepen om het gebruik en de toegankelijkheid van de kindvriendelijke ruimte te waarborgen. Zo’n visie biedt ook handvatten en richtlijnen voor de integrale, domeinoverstijgende aanpak van een kindvriendelijke openbare ruimte, samen met kinderen en jongeren, én bij het gebruik en beheer daarvan. En laat ruimte voor flexibiliteit en interpretatie.”
‘Houten stapstenen in een vijver’ door Rudmer Zwerver (bron: shutterstock)
Met deze handvatten kunnen gemeenten volgens de onderzoekers een kindvriendelijke openbare ruimte realiseren. Deze is niet alleen goed voor de ontwikkeling van kinderen en jongeren zelf, maar biedt ook voordelen voor de hele gemeenschap omdat het ruimte biedt aan vele doelgroepen. “Het is een toegankelijke plek met ruimte voor ontmoeting en het bevordert de sociale cohesie. Daarnaast is het een (sociaal) veilige plek met voldoende voorzieningen.”
Lees de hele publicatie op de website van Platform31.
Cover: ‘Een speeltuin in Amsterdam tijdens de corona-uitbraak 2020’ door Dutchmen Photography (bron: shutterstock)