Opinie Nederlandse steden veranderen door verdichting en door internationalisering. Gemeenten proberen deze ontwikkelingen toekomstgericht bij te sturen. Maar ze komen daarbij veel argwaan tegen. Planoloog Frank van den Beuken vraagt zich af hoe hiermee om te gaan. Hij doet dit vanuit zijn ervaring bij de gemeente Amsterdam, als trekker van de Omgevingsvisie Amsterdam 2050.
Vier en een half jaar heb ik gewerkt aan de Omgevingsvisie Amsterdam 2050, ‘Een menselijke metropool’. Als ik terugkijk ben ik trots op het gezamenlijke maakproces, op het resultaat en op hoe de visie nu doorwerkt in de praktijk. Maar ik zie ook een steeds grotere spanning tussen de positieve intenties van de visie en de negatieve pers en argwaan bij veel Amsterdammers als het gaat over de stedelijke ontwikkeling. Wat moeten we daarmee als stedelijke planners? Welke les neem ik mee na vier en een half jaar Amsterdam? Ik denk dat het juist in deze tijd belangrijk is om een positief en vooral ook eerlijk verhaal te vertellen.
Ziel van de stad
We kunnen er niet omheen. De snelle groei van de stad wordt in Amsterdam steeds vaker als een probleem gezien. Deze problematisering komt tot uiting in woorden als ‘gentrificatie’, ‘bouwwoede’ ‘internationalisering’ en het ‘verdwijnen van de ziel van de stad’.
Thijs Niemantsverdriet zet het frame van ‘de stad die aan z’n eigen succes ten onder gaat’ stevig neer: “Je kunt je hier alleen nog maar een huis en een bestaan veroorloven als je succesvol bent, een winnaar. Dat is heel duidelijk zichtbaar op straat: de Zuidasmannetjes op hun Van Moofs en yogaleraressen, communicatieadviseurs met elektrische bakfietsen nemen steeds nadrukkelijker bezit van de fysieke ruimte.” Dit schrijft Niemantsverdriet in zijn essay “Amsterdam is een stad voor de rijken geworden. Is daar nog iets aan te doen?” in de laatste Amsterdambijlage van NRC op 16 december 2022.
‘uitsnede concept hoofdgroenstructuur Amsterdam’ (bron: Gemeente Amsterdam)
Bezorgde Amsterdammers hebben recentelijk ook van zich laten horen over het aangepaste beleidskader voor de hoofdgroenstructuur, een uitwerking van de Omgevingsvisie. Volgens de gemeente wordt het groen beter beschermd met dit nieuwe beleidskader. De hoofdgroenstructuur is groter geworden en er is een aaneengesloten netwerk van gemaakt. Toch worden deze intenties door de bezorgde Amsterdammers niet geloofd. Partij voor de Dieren-fractievoorzitter Jennifer Bloemberg-Issa, heeft felle kritiek geuit dop het beleidskader. Ze stelt dat hiermee de bescherming van het groen op losse schroeven staat. De bezorgdheid en kritiek hebben geleid tot protesten, een extra inspreekavond en een referendum over de hoofdgroenstructuur. Het inleidende verzoek voor zo’n referendum is inmiddels door de raad goedgekeurd.
Conflicterende ruimteclaims
Er is inhoudelijk veel af te dingen op de kritiek en op de beeldvorming in de media. Feit is dat veel Amsterdammers bezorgd zijn over de ontwikkeling van hun stad. Ik denk dat het juist nu belangrijk is om deze zorgen serieus te nemen en een plek te geven in een positief en eerlijk verhaal over de ontwikkeling van Amsterdam en om daarover in gesprek te gaan.
Een ‘positief’ verhaal in de zin dat de gemeente werkt op basis van een visie: een inspirerend maar ook realistisch toekomstperspectief. En positief in de zin dat de stad ook daadwerkelijk stappen zet in die richting. Een ‘eerlijk’ verhaal in de zin dat de middelen van de gemeente Amsterdam beperkt zijn en de afhankelijkheden groot zijn. Maar ook eerlijk in de zin dat de stad zal blijven veranderen en dat dat niet voor iedereen leuk is. Amsterdam is een groeiende stad in transitie. En zowel die groei als die transities brengen spanningen met zich mee. Denk aan toenemende drukte op straat, conflicterende ruimteclaims bij gebiedsontwikkeling en minder ruimte voor de auto.
Met de Omgevingsvisie Amsterdam 2050 – Een menselijke metropool, is een belangrijke stap gezet naar zo’n positief en eerlijk verhaal over de ontwikkeling van Amsterdam. Vijf strategische keuzes geven richting aan de ontwikkeling van Amsterdam als een menselijke metropool. “Een metropool die zich richt op gelijke kansen en duurzaamheid. Waar we ons thuis voelen. Waar we invloed hebben op onze woonomgeving. En waar we goed zorgen voor de stad en elkaar.” Zo staat te lezen op de website van Amsterdam. De vijf strategische keuzes zijn in de Omgevingsvisie uitgewerkt in een ruimtelijk-programmatisch kader dat op hoofdlijnen duidelijkheid geeft waar ruimte is voor welke ontwikkeling in de stad onder welke voorwaarden.
Vijf eerlijke verhalen
Laat ik de vijf strategische keuzes nog eens langslopen en proberen daar een eerlijk verhaal bij te vertellen.
1. Meerkernige ontwikkeling
Het eerlijke verhaal hierbij is dat dit veel tijd kost. Meerkernige stedelijkheid in de stad en in de regio met een ontlasting van het huidige centrum, dat maak je niet zomaar. Werkgelegenheid en stedelijke voorzieningen, zoals onderwijsinstellingen en horeca, laten zich moeilijk sturen. Bouwen aan een meerkernige metropool is als bouwen aan een kathedraal. Het kost decennia en misschien wel eeuwen, maar uiteindelijk kan er iets inspirerend tot stand komen. Iets waar mensen naartoe komen en waar je trots op kunt zijn. Het leuke is wel dat je direct kunt beginnen door beter te kijken. Dan zie je in alle uithoeken van de stad en de regio knoppen die tot bloei kunnen komen.
2. Groeien binnen grenzen
Het eerlijke verhaal is dat de stad drukker wordt en dat de ruimte om te wonen compacter. Amsterdam bouwt 40 procent sociaal, 40 procent middelduur en 20 procent duur. En de bestaande sociale voorraad wordt beschermd. Dus er blijft plek in Amsterdam voor arm en rijk, maar als je een ruime eengezinswoning wil of een auto voor de deur wil, zal dat steeds lastiger worden in Amsterdam. Gezinnen zullen steeds vaker naar buurgemeenten in de regio uitwijken. De gemeente moet lastige keuzes maken. Want de middelen zijn beperkt en de ruimte is schaars.
De gemeente wil dat er betaalbaar gebouwd wordt. Dat er duurzaam gebouwd wordt. En dat nieuwbouw in de stad ten goede komt aan leefkwaliteit voor bewoners in bestaande wijken. Een belangrijke uitdaging is om daarbij beter aan te sluiten op de lokale behoeften. Maar ook hierbij geldt: niet alles kan tegelijkertijd.
3. Duurzaam en gezond bewegen
Het eerlijke verhaal hierbij is natuurlijk dat de gemeente ruimte maakt voor voetgangers en fietsers en dat dat ten koste gaat van ruimte voor de auto. Parkeren wordt duurder. Eigen autobezit wordt steeds minder vanzelfsprekend. Misschien is de gemeente nog te voorzichtig als het gaat om het accepteren dat de stad steeds moeilijker toegankelijk wordt voor de auto. Maar het positieve verhaal is dat de stad steeds fijner wordt om door te wandelen en te fietsen. Ook buiten de ring. En er wordt geïnvesteerd in OV en in fietsverbindingen. Maar dat gaat langzaam. Want de middelen zijn beperkt en de projecten zijn complex. De fietsbruggen over het IJ zullen er ooit komen, maar waarschijnlijk later dan gehoopt.
4. Rigoureus vergroenen
Het eerlijke verhaal hierbij is dat de stad verdicht en er dus ook open ruimte wordt bebouwd. Maar dat tegelijkertijd, straten en pleinen groener en meer klimaatadaptief wordt ingericht. En dat de gebouwen natuurinclusiever worden bijvoorbeeld met groene daken. Ook dit alles gaat langzaam, maar als je de stad vergelijkt met 20 jaar geleden, dan zie je dat de stad wel degelijk groener wordt. En de gemeente moet eerlijk zijn over het beheer van die groene openbare ruimte. Dat kost steeds meer geld, ook omdat die ruimte steeds intensiever gebruikt wordt.
‘Nieuwbouw Oostenburg, Amsterdam’ (bron: Frank van den Beuken)
5. Samen stadmaken
Het eerlijke verhaal is dat bovenstaande ambities alleen te bereiken zijn met samenwerking tussen overheid, samenleving en markt. De afgelopen tien jaar zien we een toenemende zelforganisatie en activisme in de stad. De gemeente wil daarop aansluiten en investeren in vertrouwen en samenwerking, maar de ambtelijke organisatie is druk met haar eigen beleid en met het uitvoeren van het coalitieakkoord. En het eerlijke verhaal is ook dat het bouwen aan de stad voornamelijk gebeurd door grote professionele partijen in grote projecten. Amsterdam maakt ruimte voor collectief particulier opdrachtgeverschap en wooncoöpereaties, maar hun aandeel in de bouwproductie is nog beperkt.
Verkeerde vraag
“Kan Amsterdam blijven wat het altijd geweest is” vraagt Niemantsverdriet retorisch in het eerder genoemde artikel. Het antwoord is natuurlijk: dat is de verkeerde vraag. Steden veranderen per definitie. Amsterdam ook. Het gaat er om dat de gemeente op een overtuigende manier richting geeft aan die verandering. Daar heb je een visie voor nodig, maar ook een eerlijk verhaal.
Wilt u reageren op dit artikel of een gastbijdrage voor Gebiedsontwikkeling.nu schrijven over een ander onderwerp? Bekijk dan hier de mogelijkheden.
Cover: ‘People crossing the street at Damrak in Amsterdam’ door 4kclips (bron: Shutterstock)