Groene Hart door Peter van Haastrecht (bron: Shutterstock)

Het Groene Hart: de continuïteit van verandering

6 november 2023

6 minuten

Recensie Het is een van de kernwaarden in de ruimtelijke inrichting van de Nederlandse delta: het Groene Hart. Recensent Ries van der Wouden nam de nieuwe gelijknamige publicatie van Marinke Steenhuis en Paul Meurs tot zich, waarin de cultuurhistorie van dit bijzondere gebied centraal staat. Daar ligt de belangrijkste meerwaarde van dit fraai vormgegeven boek – ook al hadden de auteurs wat meer over de grenzen mogen kijken.

Het Groene Hart, ik hoorde er pas van toen ik er allang was vertrokken. Ik groeide op in de Krimpenerwaard langs de oevers van de Lek. Aan de overkant van de rivier was de Alblasserwaard. Dat waren de gebieden die ik kende en dat gold ook voor de andere bewoners. Toen ik vele jaren later via mijn studie politicologie met de planologie in aanraking kwam werd ik me bewust van het bestaan van de Randstad en het Groene Hart.

Fraaie vormgeving

Over het Groene Hart en zijn lange geschiedenis verscheen onlangs Het Groene Hart, wereld tussen de steden, geschreven door Marinke Steenhuis, Paul Meurs en Vita Teunissen. Het is een fraai vormgegeven boek, met teksten over de historische ontwikkeling van het Groene Hart, interviews en zeer veel foto’s en kaarten. Het vele beeldmateriaal is ongetwijfeld de reden dat is gekozen voor een groot formaat. Het boek is een uitwerking van de gebiedsbiografie, die de auteurs in 2021 in opdracht van het Bestuurlijk Platform Groene Hart hebben opgesteld. Dat Bestuurlijk Platform schreef dan ook het voorwoord van het boek.

Het Groene Hart had eeuwenlang zijn eigen dynamiek, deels los van de Randstad

Het Groene Hart is geen geologische of natuurlijke entiteit, maar een door ruimtelijke planners bedacht concept. De oorsprong van dit planologisch concept vinden we in de Nota Westen des Lands uit 1958, toen de onrust over het dreigende ‘vollopen’ van Westelijk Nederland toenam. Dat maakt ook meteen de koppeling met de stedelijke dynamiek duidelijk. Zonder Randstad zou er geen Groene Hart zijn geweest. Het Groene Hart als de open, hoofdzakelijk agrarische zone in het midden van deze ring van stedelijke agglomeraties. Of beter gezegd: een hoefijzer want aan de Zuidoostelijke zijde bevinden zich geen grote steden. Die stedelijke dynamiek zorgde ook voor de ontwikkeling van het Groene Hart, niet alleen als voedselleverancier en recreatiegebied voor de stedelingen, maar ook in de vorm van grenswijzigingen.

Het hart krimpt

Een planologisch concept kan gemakkelijk worden aangepast en dat gebeurde dan ook in 1993 en 2004. Een kaart op pagina 179 laat de aanpassingen zien, vooral inkrimping. Die werd veroorzaakt door de groei van Amsterdam aan de noordgrens, Utrecht aan de oostgrens en Den Haag en Rotterdam aan de zuidwestelijke grens. Groeikernen als Zoetermeer, Haarlemmermeer en Capelle aan de IJssel knabbelden aan de randen van het gebied, steden als Gouda, Alphen aan de Rijn en Woerden groeiden van binnenuit door. Maar het Groene Hart had eeuwenlang zijn eigen dynamiek, deels los van de Randstad. Veenmoerassen werden ontgonnen ter wille van de landbouw, er kwam een systeem van afwatering, plassen en meren werden drooggelegd.

Helaas daalden de veenbodems door de ontwatering. Ooit lag het Groene Hart gemiddeld twee meter boven de zeespiegel, nu ruim eronder. En er waren veenafgravingen ten behoeve van de turfwinning, waardoor nieuwe plassen ontstonden. De dynamiek van land en water is al sinds de late middeleeuwen groot.

Kanaal, Groene Hart door Henriette V. (bron: Shutterstock)

‘Kanaal, Groene Hart’ door Henriette V. (bron: Shutterstock)


De belangrijkste meerwaarde van het boek is de cultuurhistorische benadering. Natuurlijk, ook de geschiedenis van verstedelijking, infrastructuur, landbouw, bodem en water komt aan de orde, maar die is op zich ook elders te lezen. De cultuurhistorie brengt die verhaallijnen samen en rechtvaardigt het lange termijnperspectief, waarvoor in het boek is gekozen. De Randstad en het Groene Hart als het bij uitstek ‘gemaakte land’ van Nederland. En daarmee het resultaat van eeuwenlang ontginnen, afwateren, afgraven en bebouwen. Het landgebruik veranderde. Al lang geleden werd de akkerbouw ingewisseld voor de veeteelt, later kwamen de stedelijke rustzoekers het landelijk gebied binnen met de opkomst van de recreatie als gevolg.

Tussen bewaren en ontwikkelen

Lange tijd vond het vervoer via het water plaats, het netwerk van riviertjes en kanalen is nog steeds zichtbaar. Nu doorsnijden snelwegen en railverbindingen het gebied. En de historische rol van defensie is groot. De Romeinse Limes, de Stelling van Amsterdam en de Nieuwe Hollandse Waterlinie hebben nu de status van werelderfgoed, tezamen met de molens van Kinderdijk (pagina 158, zie ook de kaart op pagina 184). Het cultuurhistorisch perspectief moet vooral zijn waarde bewijzen in de toekomstige ontwikkeling van het Groene Hart. Het verzacht de tegenstelling tussen ‘bewaren’ en ‘ontwikkelen’. Dat gebeurt door de belangrijkste cultuurhistorische waarden als uitgangspunt voor nieuwe ontwikkeling te nemen, ‘behoud door vernieuwing’.

Het Groene Hart vormt geen eenduidig gebied, maar is een planologische samenstelling van uiteenlopende deelgebieden

Bovendien maakt het cultuurhistorisch perspectief de eenzijdigheid van de ontwikkelingen uit het verleden zichtbaar. Die stonden ten dienste van de productiviteit van de landbouw. Nu eisen de duurzaamheid en de waardering van het open landschap hun positie op. In de door de ruimtelijke ordening aan Romeinse bouwkundige Vitruvius ontleende termen: naast de gebruikswaarde van het gebied zijn ook de toekomstwaarde en de belevingswaarde van belang geworden. De kaart van de cultuurhistorische waardering van het Groene Hart op pagina 166 van het boek zou bij elke planner op het bureau moeten liggen.

Naar een nieuwe strategie van gebiedsontwikkeling

Het concept van het Groene Hart is een typisch product van het tijdperk van de ‘toelatingsplanologie’, de jaren 1958 -1988. Het tijdperk van de planologische gebiedsgrenzen, de publieke functietoedelingen en bestemmingen. Het Groene Hart moest worden beschermd tegen de verstedelijkingsdruk van de Randstad. Zoals de grenswijzingen en de stedelijke groei laten zien, is dat maar zeer ten dele geslaagd. Na het verschijnen van de Vierde Nota over de ruimtelijke ordening in 1988 kwam geleidelijk de ‘ontwikkelingsplanologie’ in zwang, die de dynamiek van steden en gebieden als uitgangspunt nam. Dan wordt zichtbaar dat het Groene Hart geen eenduidig gebied vormt, maar een planologische samenstelling van uiteenlopende deelgebieden is.

Pelgrimspad, Groene hart door Henriette V. (bron: Shutterstock)

‘Pelgrimspad, Groene hart’ door Henriette V. (bron: Shutterstock)


Ontwikkelingsperspectieven moeten derhalve op een lager gebiedsniveau worden gemaakt dan het Groene Hart als geheel. De auteurs lijken dat te beseffen. Dat blijkt opnieuw uit een kaart en wel die van de drie deelgebieden op pagina 179: het Hart van het Groene Hart, de Vechtstreek, de Waarden. Daarop is ook te zien dat de daadwerkelijke geografische gebieden nog onder dat schaalniveau te vinden zijn. Zo bestaat het deelgebied ‘De Waarden’ uit de Krimpenerwaard, Lopikerwaard, Alblasserwaard en Vijfherenlanden. Met geografische grenzen als de Lek, de Hollandse IJssel en de Vlist. Op dat schaalniveau ligt in mijn ogen de basis voor nieuwe gebiedsontwikkeling.

Desalniettemin is het Groene Hart als geheel recentelijk als NOVEX-gebied aangewezen, wellicht vanuit een vergelijkbare gedachte als in 1958. Realiseren de huidige ruimtelijke planners zich dat, of schiet het historisch besef hier tekort? Hoe dan ook: het beleid heeft alleen kans van slagen als de diversiteit van de verschillende deelgebieden en hun geschiedenis als basis wordt gekozen voor toekomstige ontwikkelingen.

Uitzoomen had gemogen

Valt er dan niets aan te merken op dit fraai vormgegeven boek? Toch wel. Gezien het huidige debat over de ruimtelijke toekomst van Nederland denk ik dat de auteurs te weinig over de grenzen van het Groene Hart heen hebben gekeken. De vragen over de toekomst van de laaggelegen gebieden in Nederland zoals het Groene Hart nemen immers in urgentie toe, met name door de klimaatveranderingen. In hoeverre moet daar nog worden gebouwd, moet de verstedelijking niet meer naar de hoger gelegen gebieden worden verschoven? ‘Water en bodem eerst’ is het motto van het huidige ruimtelijk beleid. Dat heeft gevolgen voor de toekomstige positie van de Randstad en het Groene Hart in Nederland. Het boek is vooral sterk in inzoomen, iets meer uitzoomen had deze belangrijke kwesties beter zichtbaar gemaakt.


Marinke Steenhuis, Paul Meurs en Vita Teunissen. Het Groene Hart, wereld tussen de steden. Lecturis, 2023. Tot 6 december 2023 € 39,95, daarna € 49,95.


Cover: ‘Groene Hart’ door Peter van Haastrecht (bron: Shutterstock)


Ries van der Wouden

Door Ries van der Wouden

Voormalig Senior wetenschappelijk medewerker bij het Planbureau voor de Leefomgeving


Meest recent

Zaandammerplein in Amsterdam door TasfotoNL (bron: Shutterstock)

Waardegedreven gebiedsontwikkeling zet baathouder centraal

Ferry Renne, procesmanager bij Brink, pleit voor een verandering in het vakgebied en stelt dat moderne gebiedsontwikkeling dwingt om op een andere manier naar ‘baten’ te kijken. “Zo creëren we kansen voor duurzame oplossingen in de toekomst.”

Analyse

21 november 2024

Wolkenkrabber in Londen in aanbouw door WD Stock Photos (bron: Shutterstock)

Circulaire gebiedsontwikkeling vraagt om meer dan alleen kringlopen sluiten

Circulair beleid richt zich binnen gebiedsontwikkeling nu nog vooral op het hergebruik van materialen. Dat kan en moet anders, blijkt uit een beleidsanalyse van TU Delft-onderzoekers. “Nu blijft het bouwprogramma onaangepast.”

Onderzoek

20 november 2024

Overstroming in Valkenburg door MyStockVideo (bron: Shutterstock)

Waterproblematiek vergroot de druk op ruimtelijke plannen in Limburg

Na de overstromingen van 2021 staat de verhouding tussen woningbouw en waterveiligheid in Limburg op scherp. Het Limburgse Waterschap wil geen nieuwbouw in gebieden met een hoog overstromingsrisico. De Provincie wil dit niet vooraf uitsluiten.

Onderzoek

19 november 2024