Persoonlijk Als gevolg van de crisis zoeken overheid en markt naar een nieuw evenwicht in de samenwerking bij gebiedsontwikkeling. Dat betekent geen dichtgetimmerde ontwikkelprocessen meer en ook geen waslijsten aan wederzijdse afhankelijkheden. "We moeten collectief ontslakken," zegt Friso de Zeeuw, praktijkhoogleraar Gebiedsontwikkeling TU Delft en directeur Nieuwe Markten bij Bouwfonds Ontwikkeling.
De economische en financiële crisis woekert voort en raakt de vastgoedsector ongenadig hard. De traditionele manier van projectontwikkeling sluit niet meer aan op de diepgaande veranderingen die hier het gevolg van zijn. De Zeeuw: "De top-down blauwdrukaanpak werkt niet meer. De tijd van gedetailleerd uitgewerkte stedenbouwkundige visies, zonder goed na te denken over doelgroepen, programma, concept en planeconomie is passé." De veranderingen betekenen volgens De Zeeuw ook dat overheid en markt op zoek moeten naar een nieuw evenwicht in de samenwerking. Het streven naar het juridisch perfecte contract leidde tot het dichtslibben van het ontwikkelproces, met een hoge stapel wederzijdse afhankelijkheden tussen publieke en private partijen. De Zeeuw: "Met als gevolg hoge organisatie- en proceskosten, lange doorlooptijden, een grote afhankelijkheid van externe adviseurs, beperkt oog voor klantwensen en te weinig flexibiliteit."
Voodoo
Maar hoe geven we concreet invulling aan deze veranderingen? Hoe ziet het 'nieuwe ontwikkelen' eruit? De Zeeuw stelt vast dat er de laatste tijd veel nieuw jargon in de lucht hangt. "Denk aan organische groei, bottom-up, uitnodigingsplanologie en CPO. Beleggers zouden ons gaan redden, de grondexploitatie is lastig en dus 'erg 2000' en ontwikkeling moeten we koppelen aan exploitatie en beheer. Deels zijn dit reële perspectieven, soms niches en deels voodoo."
Wat is dan een logisch vertrekpunt voor het nieuwe ontwikkelen? "Randvoorwaarde is het erkennen van de ruimtelijke economie. We zien in Europa en ook in Nederland een toenemende polarisatie tussen sterke en zwakke regio's. In Nederland concentreert de verstedelijking zich langs de vervoersassen A1, A2 - de centrale as van de kenniseconomie- en de A4 en A28. Hier is er een concentratie van mensen met een hoge opleiding, economische groei en bevolkingsgroei. Er is daar een potentiële grote vraag naar woningen, kantoren, winkels en maatschappelijk vastgoed. Die vastgoedbehoefte bijvoorbeeld moet nauwkeurig in kaart worden gebracht. Marktpartijen hebben hier een inhaalslag te maken. Ze waren veelal nonchalant in hun marktonderzoek, marketing en verkoop. Gemeenten hebben op hun beurt scherp inzicht nodig in hun relevante economische sectoren en reële toekomstperspectieven."
Zie bijlage voor het volledige artikel
Cover: ‘2012.12.31_'Het is hoog tijd om collectief te ontslakken'_660px’