Opinie We moeten volgens columnist Hans-Hugo Smit af van het idee dat we gebieden voor de eeuwigheid ontwikkelen. Bouwen voor de tijdelijkheid biedt veel meer mogelijkheden om in te spelen op toekomstige behoeften en wensen. “Juist omdat we de toekomst niet kennen is een echt duurzame invulling van de ruimte per definitie tijdelijk.”
Terwijl overal in Nederland voor de aankomende zomerweken weilanden worden omgetoverd tot glampings en in de VS grote bronzen beelden van ‘na-eeuwen-alsnog-gevallen-volkshelden’ onder luid gejoel naar hun graf gereden worden, lanceert Rabobank SmartBuilds. Een nieuw concept om met tijdelijke woningen snel iets te doen aan het groeiende woningtekort in Nederland. Mocht u de rode draad nog missen: deze column gaat over tijdelijkheid in ruimtelijke ordening.
In de voorbereidingsfase van SmartBuilds – waar ik aan meegewerkt heb – ontdekte ik dat ‘tijdelijk’ nog niet zo’n gangbaar begrip is in onze sector. Meestal wordt het geassocieerd met iets dat je eventjes ergens neerzet. Zo’n glamping bijvoorbeeld, of placemaking of iets in een pauzelandschap. Allemaal leuk en aardig, maar “het is maar tijdelijk”; al snel zal het plaats moeten maken voor reguliere gebiedsontwikkeling, die we dan ‘permanent’ noemen.
We ontwikkelen in Nederland ‘voor de eeuwigheid’. Misschien uit gewoonte, misschien ook vanuit de ambitie iets na te laten wat onszelf zal overleven. Ons werk als in brons gegoten en op een sokkel gehesen voor altijd zichtbaar in het landschap. En, zeg nu eerlijk, als eeuwige impact je ambitie is, wat is dan 10 jaar planvoorbereiding? Bovendien hebben we net allemaal geleerd dat we duurzaam moeten werken. Duurzaamheid gaat over de lange-termijn-impact van ons handelen. Iets wat tijdelijk is, met een korte-termijn-horizon staat daar dan toch haaks op?
Niets is minder waar. Tijdelijk is niet de tegenhanger van duurzaam. Sterker nog: tijdelijk is vaak juist duurzaam! Als je wilt bouwen voor de eeuwigheid, is goed inzicht in toekomstige behoeften een voorwaarde. Niet alleen blijken we in het verleden die toekomst vaak helemaal verkeerd te hebben ingeschat, ook laat de toekomst zich steeds lastiger voorspellen. Met alle onzekerheid over bijvoorbeeld migratie, technologie en klimaat; wie weet wie er over 20 jaar allemaal in Nederland wonen en hoe en waar? Juist omdat we de toekomst niet kennen is een echt duurzame invulling van de ruimte per definitie tijdelijk. Dat kan een zomer zijn, of 15 jaar, of misschien wel 50, maar zeker niet die eeuwigheid waar we nu voor plannen.
Gelukkig landt dat besef op steeds meer plekken. De urgentie om de woningproductie te versnellen is hoog. Veranderende wet- en regelgeving brengt een ‘haalbare businesscase’ voor tijdelijke woningbouw dichterbij. Bovendien kunnen woningfabrieken snel en goed flexibele en remontabele woningen produceren. Alle seinen op groen voor meer tijdelijke woningen en een meer omkeerbare benadering van gebiedsontwikkeling. Dat doet misschien even pijn bij al die mensen die liever een permanente en onuitwisbare bijdrage aan de inrichting van ons land leveren. Maar het goede nieuws: ook dat is maar tijdelijk.
Cover: ‘Hans-Hugo Smit’ (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)