Go column cover 2

Het Schuifhuis: één klap, vier vliegen

28 augustus 2018

2 minuten

Opinie COLUMN Het kabinet wil dat 100 wijken ‘van het gas af’ gaan, voor 2021. In de eerste twintig wijken gaat het werk hiervoor dit jaar nog van start. Het idee is om via deze ‘grootschalige proeftuin’ te leren hoe alle wijken aardgasvrij te maken. Een mooi begin, met als overkoepelend streven om de doelen van het Parijse klimaatakkoord te halen en de gaskraan in Groningen te sluiten.

Maar Nederland staat voor nog meer grote opgaven. Zoals de bouw van een miljoen woningen, een vergrijzende samenleving, en het voorkomen van een sociale tweedeling.

 Als we toch gaan oefenen, kunnen we dan niet proberen deze opgaven te combineren? Veel burgers zitten immers niet te wachten tot hun huis en straat op de schop gaan voor ‘Parijs’ en ‘Groningen’. Wellicht kan door slimme combinaties het draagvlak worden vergroot.

Hoe dan? Nou, met een Schuifhuis bijvoorbeeld. Dat is een woonhotel met een stuk of honderd appartementen die in eerste instantie worden gebruikt als tijdelijke woningen voor buurtbewoners. Een hele straat verhuist naar het Schuifhuis, om daar een maand of wat te logeren. Hun woningen en oude straat kunnen dan in één keer op de verduurzamingsschop: CV-ketel en gasfornuis eruit, isolatie, zonnepanelen en groene stadsverwarming erin. Uiteraard is dit een verleidingstrategie, want niemand hoeft te verhuizen als hij of zij dat niet wil. Maar het helpt vast dat deze oplossing veel geld, tijd en overlast scheelt.

Het Schuifhuis is voorzien van hedendaagse voorzieningen en comfort, maar biedt wel een huis waarin bewoners een andere manier van wonen ervaren. Misschien is een groot groen balkon wel minstens zo fijn als een grote tuin met dito onderhoud. En een gezamenlijke gastenkamer blijkt handiger dan die verpieterende logeerkamers.

Is de oude straat eenmaal opgeknapt, dan zal vast niet iedereen terugkeren. Want is dit ook niet een mooi moment om je huis te verkopen? Eigenlijk was dat appartement in het woonhotel best leuk. Al gauw wordt het een rage: #SchuiftJeHuis?

Zit de grote verbouwing erop, dan blijft het Schuifhuis een verrijking voor de wijk. Als symbool van de enorme operatie die achter de rug is, én als uitbreiding en differentiatie van het woningaanbod. Zo geven we oude wijken nieuwe energie. Letterlijk en figuurlijk. Deze nieuwe woningen helpen om sleetse woningen een broodnodige update te geven, nog voor de buurt afglijdt tot probleemwijk. Babyboomers worden prettig oud in de buurt waar ze hun volwassen leven lang met plezier hebben gewoond, in een nieuw en levensloopbestendig appartement in het Schuifhuis. En tegelijkertijd komen er up-to-date eengezinswoningen vrij, die heel aantrekkelijk zijn voor jonge gezinnen.

Eén klap, vier vliegen.


Cover: ‘Go column cover 2’


Daan Zandbelt

Door Daan Zandbelt

Rijksadviseur voor de fysieke leefomgeving en partner bij De Zwarte Hond, een ontwerpbureau voor architectuur en stedenbouw in Rotterdam.


Meest recent

GO jaarcover door Ineke Lammers (bron: gebiedsontwikkeling.nu)

Het Gebiedsontwikkeling.nu Jaaroverzicht 2024

Het jaaroverzicht van Go.nu laat de dynamiek van het vakgebied zien. Van de invoering van de Omgevingswet via RIA naar vele mooie Nederlandse gebiedsontwikkelingen vol uitvoeringskracht (met weer een speciale vermelding voor Didam).

Analyse

24 december 2024

Ellen van Bueren Column Cover door Esther Dijkstra (bron: Esther Dijkstra)

Voorkom dat minimale kwaliteitsborging ook het maximum wordt

Standaardisering staat op gespannen voet met innovatie. Volgens columnist Ellen van Bueren is daarom het bewust beknotten van de innovatieruimte extra zorgelijk. Juist in een tijd waarin een groter beroep wordt gedaan op ons adaptief vermogen.

Opinie

23 december 2024

ColoHouse, Moezel 3-5, Den Haag door Roel Backaert (bron: Roel Backaert)

De fysieke neerslag van de digitale wereld, datacenters rukken op

We zijn steeds meer digitaal met elkaar verbonden en hebben steeds meer dataopslag nodig. Datacenters leveren daarvoor hun diensten maar doen dat niet ongezien. Ze zijn nu gedocumenteerd en recensent Jaap Modder nam de publicatie tot zich.

Recensie

20 december 2024