Interview Zelf je betaalbare woning ontwerpen en in elkaar zetten. Dat kan met het concept WikiHouse. De initiatiefnemers van het digitaal geproduceerde houtskelet bouwpakket denken dat deze manier van bouwen een relevante bijdrage aan de benodigde woningbouwproductie kan leveren. “Maar dan moeten we wel opnieuw leren om zelf te bouwen.”
Aan de rand van de Stripheldenbuurt in Almere-Buiten staat een wijkje met 27 huizen die verre familie van elkaar lijken te zijn. Allemaal gemaakt van hetzelfde houten plaatmateriaal, maar verschillend in vorm, afwerking, plattegrond, gevelindeling en in verschillende stadia van het bouwproces. Bij de een hangen de gordijnen al voor de ramen en staan er boompjes in de kleine voortuin, iets verderop is het houten casco van een woning nog zichtbaar.
De woningen, die WikiHouses worden genoemd, zijn door de bewoners zelf ontworpen en gebouwd, met behulp van open source-systemen. Het houten skelet van de doe-het-zelfwoningen is computergestuurd gefreesd. Het wordt in de vorm van een kant-en-klaar bouwpakket naar de toekomstige bewoner opgestuurd, die het vervolgens zelf in elkaar zet.
Permanent wonen toegestaan
Op de Floriade was een bio-based variant te bewonderen, maar daarvoor werd in Almere-Buiten al flink gebouwd aan de eerste grootschalige realisatie van WikiHouses in Nederland. De woningen – die variëren van 50 tot 100 vierkante meter gebruikersoppervlakte – voldoen aan het Bouwbesluit en kunnen daarmee gewoon een vergunning krijgen en permanent worden bewoond.
‘Portret Ivar Diekerhof’ (bron: Ivar Diekerhof)
‘Portret Vincent Muller’ (bron: Vincent Muller)
WikiHouses is een concept dat zo’n tien jaar geleden in Engeland ontstond. Ze vormen een manier om gemakkelijk energiezuinige en betaalbare nieuwbouwwoningen toe te voegen aan de Nederlandse woningmarkt, denken Vincent Muller (medeoprichter van WikiHouseNL) en Ivar Diekerhof, projectleider bij het Woningbouwatelier, dat experimenteert met nieuwe woonconcepten in Almere.
Om met de betaalbaarheid te beginnen: wat kost een WikiHouse?
Diekerhof: “In Almere-Buiten worden zestien van de 27 woningen bewoond door mensen die een hypotheek hebben afgesloten en daarmee de grond en de materialen hebben gekocht om hun eigen WikiHouse te bouwen. De grond-, ontwikkel- en bouwkosten van de WikiHouses op de Stripmaker in Almere liggen tussen de 170.000 euro tot 340.000 euro (ten tijde van de bouw in 2020-2022, red.).”
“Elf woningen zijn niet gefinancierd met een hypotheek, maar door Steenvlinder. Dat is een organisatie die zelfbouw mogelijk maakt en de financiering organiseert. De bewoner betaalt een sociale huurprijs aan Steenvlinder en heeft na een x aantal jaar recht om de woning te kopen tegen een geïndexeerde kostprijs. In dit geval is dat na drie jaar. Daarmee maak je het wonen in een WikiHouse toegankelijk voor een grotere groep mensen die ook betaalbaar wil wonen, maar zelf geen financiering kan krijgen via een hypotheek.”
Is een WikiHouse anders dan andere vormen van zelfbouw in Nederland?
Muller: “Ja. Een WikiHouse wordt namelijk écht zelf gebouwd. Bij veel zelfbouwprojecten in Nederland worden kavels verkocht en vervolgens gaat men een architect en aannemer inhuren die dan de woning bouwt. Dat noemen wij in Nederland zelfbouw. Maar bij een WikiHouse zet je woning echt zelf in elkaar en dat is een groot verschil met wat we in Nederland gewend zijn.”
Diekerhof: “Er is geen ander zelfbouwsysteem in Nederland.”
Muller: “Het is hoogstens zo dat er op een boerenerf eens een tweede huis, of een huis voor familie zelf gebouwd wordt. Maar dat is geen systeem. Het is meer dat men af en toe nog eens iets zelf bouwt, maar in Nederland gebeurt dat niet of nauwelijks.”
Welke rol kunnen WikiHouses spelen in de grotere woningbouwopgave waar Nederland de komende jaren voor staat?
Diekerhof: “Zoals de woningbouwopgave er nu ligt, betekent het dat er zo’n 900.000 woningen gerealiseerd moeten worden in de aankomende tien tot vijftien jaar. WikiHouses zijn voor een deel van de markt relevant. Je kan niet stapelen met WikiHouses en we verwachten dat het grootste deel van de doelgroep vooral op zoek is naar een betaalbare woning.”
“Kortom, als je gaat afpellen, dan blijven er ruim 200.000 woningen over die je met WikiHouse prima zou kunnen bouwen. Onze ambitie is om tien procent van die markt te pakken. Dus dan kom je op twintigduizend woningen in de komende tien tot vijftien jaar.”
Waar komen die woningen te staan?
Diekerhof: “Hoe meer Randstedelijk je komt, hoe meer er gestapeld wordt. En met WikiHouses kan niet gestapeld worden, dus ik verwacht dat de woningen vooral in de ring eromheen gerealiseerd zullen worden, zoals bijvoorbeeld in Almere.”
‘WikiHouse de Stripmaker fase 1 3 casco's’ (bron: WikiHouseNL)
Waarom kan je WikiHouses niet stapelen?
Muller: “Als je de hoogte in gaat, wordt de complexiteit groter om echt zelf te bouwen. We willen dat de onderdelen handzaam blijven en dat er zoveel mogelijk met menskracht in elkaar gezet kan worden. En dat willen we zo duurzaam mogelijk doen, zonder al te grote apparaten en transport. Bovendien speelt ook mee wat de constructie qua kracht aan kan. Vooralsnog komen we daarom tot deze grondgebonden woningen.”
Er zijn in Almere 27 woningen gerealiseerd. Hoe denken jullie op te schalen naar twintigduizend WikiHouses?
Diekerhof: “We hebben gesprekken met gemeentes over WikiHouse en proberen af te spreken dat zij een kavel reserveren zodat mensen aan de slag kunnen. De bottleneck zit namelijk vooral bij de beschikbaarheid van grond. Wij proberen daarom een stempel op kavels te krijgen: ‘dit is WikiHouse’. Dat levert nu een orderportefeuille van vijfhonderd woningen op van gemeenten die zeggen dat ze een kavel willen reserveren voor WikiHouse. Een soort goodwill-portefeuille.”
Muller: “Ik denk dat deze tijd ook kansen biedt, vanwege de hoge bouwkosten in de sector bijvoorbeeld. Door zelf te bouwen wordt op arbeidskosten bespaard. Het WikiHouse is bovendien een CO2-neutraal houtbouwsysteem en dat is gunstig in relatie tot de stikstofproblematiek.”
Diekerhof: “Ja. We spreken nu één gemeente, maar dat zal net zo in andere gemeenten zijn, die zegt: ‘De ontwikkelaars met wie ik afspraken had, trekken zich terug, omdat ze het met de hoge rentes die er nu zijn niet meer rond krijgen. Willen jullie dat gat opvullen?’”
Muller: “In principe liggen er nu kansen, maar het werkt met WikiHouse wel een beetje anders. Er is geen bedrijf dat WikiHouse heet, het is een open source-concept. Particulieren, betrokken ondernemers of partijen die iets met WikiHouse willen, moeten dat zelf oppakken.”
Diekerhof: “Het vullen van de orderportefeuille doen we nog vanuit het Woningbouwatelier, maar die twintigduizend woningen realiseren, dat pakken wij niet op. Dat moet door de markt gedaan worden. We dragen de portefeuille met 500 woningen dan over naar de partij die het beste plan heeft om WikiHouse daadwerkelijk op te gaan schalen in Nederland. Wij denken dat de potentie van zelfbouw veel groter is.”
Hoe groot is die potentie? Jullie vertellen dat er binnen de woningbouwopgave een markt ligt voor 200.000 zelfbouwwoningen. Hoe realistisch is het dat er zoveel woningen via zelfbouw gerealiseerd gaan worden?
Diekerhof: “Binnen de woningbouwopgave is er denk ik een markt voor 200.000 zelfbouwwoningen. Dat is niet zo gek als je naar omliggende landen in Europa kijkt. Daar wordt veel meer zelf gebouwd dan in Nederland. Wij zijn het een beetje verleerd, maar als we opnieuw leren om zelf te bouwen dan is dit mogelijk denk ik. Het WikiHouse-systeem helpt daarbij.”
‘WikiHouseNL’ (bron: WikiHouseNL)
Hoe verklaart u het verschil tussen Nederland en buurlanden?
Diekerhof: “We zijn natuurlijk een georganiseerd land, er wordt relatief veel van bovenaf bepaald. Voor het Verenigd Koninkrijk geldt hetzelfde. Daar wordt ook weinig zelfgebouwd. Maar het heeft misschien ook met de grondposities te maken. Als je de grond niet hebt, kun je niet bouwen. En het zit hier niet meer in de cultuur. Door het introduceren van een simpel systeem dat het bouwen van een woning democratiseert, proberen we die cultuur weer een beetje terug te brengen. Die black box van het huizen bouwen zoals die er nu is, willen we juist voorkomen.”
Wie meer wil weten over WikiHouse kan zich aanmelden voor een webinar op 18 oktober, georganiseerd door het Woningbouwatelier.
Zelfbouwer Sebastiaan leidt de kijkers rond op het project De Stripmaker in Almere, het eerste WikiHouse-buurtje ter wereld.
Cover: ‘WikiHouseNL’ (bron: WikiHouseNL)