Onderzoek De Zachte Atlas laat zien wat er speelt in een wijk, door harde data te combineren met persoonlijke verhalen van bewoners en professionals. De methode van bureau Ruimtevolk brengt sociale en ruimtelijke inzichten samen en formuleert bouwstenen voor wijkvernieuwing. De gemeente Groningen past de aanpak inmiddels toe.
De integrale wijkaanpak maakt een comeback. Met het Nationaal Programma Leefbaarheid en Veiligheid uit 2022 zijn wijken aangewezen die extra gelden krijgen om sociale of economische kwetsbaarheden te verminderen en bestaande kwaliteiten juist te versterken. Het is een aanpak die ons nog op het netvlies staat van het Grotestedenbeleid, de Vogelaarwijken of de Krachtwijken. Voor de een is het dé manier om gebiedsgericht oplossingen te vinden, de ander blijft kritisch over de top-down benadering van het programma.
Los daarvan: omdat de aandacht weer op specifieke wijken wordt gevestigd, groeit ook het belang om de kwetsbaarheden op buurt- of wijkniveau inzichtelijk te maken en in kaart te brengen hoe bewoners deze zelf beleven. Aansluiten op wat er al van ‘onderaf’ gebeurt in de wijk, bijvoorbeeld door bewonersverenigingen of buurtondernemingen, kan bijdragen aan het vinden van gepaste oplossingen voor problemen rondom leefbaarheid en veiligheid. Deze insteek werd beschreven in een recent artikel op Gebiedsontwikkeling.nu.
‘Zachte’ data
Een voorbeeld van zo’n blik van onderaf is de analysetool ‘de Zachte Atlas’ van Bureau Ruimtevolk. Met deze aanpak worden ‘harde’ data (zoals statistieken en GIS-data) gecombineerd met ‘zachte’ data: de persoonlijke verhalen van bewoners en wijkprofessionals. De samensmelting van deze data vormt een basis voor gemeenten om een wijkaanpak te ontwikkelen die rekening houdt met de beleving, zorgen en behoeften van buurtbewoners.
De Zachte Atlas is zo’n twee jaar geleden door het bureau in het leven geroepen om de data binnen het sociale domein toegankelijk en inzichtelijk te maken en te verbinden met het fysieke domein. Cruciale informatie over de sociale verhoudingen in de buurt is vaak aanwezig bij wijkprofessionals, zoals opbouwwerkers, jeugdwerkers, wijkagenten en bewoners. Opvallend genoeg worden deze inzichten echter zelden meegenomen in beleidsdocumenten en de daaruit resulterende programma’s en projecten.
‘Luchtfoto van Groningse wijk Vinkhuizen uit 2019’ door Rudmer Zwerver (bron: Shutterstock)
De Zachte Atlas werd in een aantal wijken in de gemeente Groningen toegepast. In deze gemeente wordt sinds 2018 de fysieke en sociale aanpak van meerdere wijken voorbereid als onderdeel van het wijkvernieuwingsprogramma. Bureau Ruimtevolk werd door de gemeente gevraagd om mee te denken over de wijkaanpak in de wijken De Wijert en Vinkhuizen en zette hiervoor de Zachte Atlas in. Samen met studenten van de organisatie ‘WIJS’ gingen stedenbouwkundigen en sociologen van Ruimtevolk op pad om te onderzoeken wat de bewoners terug willen zien in de wijkvernieuwing.
In Vinkhuizen werd de methode ingezet als startpunt voor wijkvernieuwing. De geplande aanleg van een warmtenet was voor de gemeente een aanleiding om breder te kijken naar de sociale en ruimtelijke knelpunten in de wijk en te zien wat er achter de voordeur speelde. Met de analyse van de Zachte Atlas konden plekken in de wijk worden geïdentificeerd waar mensen minder graag kwamen. De gemeente ging met deze uitkomsten aan de slag.
Wandelen door de wijk
Om de inzichten van bewoners in beeld te krijgen, trekt de Zachte Atlas-methode allerlei gespreksmethoden uit de kast. Wijkprofessionals, zoals opbouwwerkers en wijkagenten, worden gevraagd om rondleidingen door de wijk te geven en het contact met bewoners te leggen. De onderzoekers gaan op een centraal punt in de wijk met bewoners in gesprek. De vragen die worden gesteld, zijn eenvoudig: Wat is typisch aan je wijk? Waar kom je graag en waarom? Wat is een belangrijke plek voor je? Extra aandacht gaat naar het betrekken van ‘unusual suspects’, die normaal gesproken niet geneigd zijn om aan dergelijk onderzoek mee te doen.
Volgens Anna Herngreen, adviseur en projectleider bij Ruimtevolk, kunnen hierdoor onverwachte inzichten aan het licht worden gebracht. “In de woonwijk Selwerd was er een groep vrouwen die in een leegstaande kelder zaterdagavondborrels organiseerde. Vooral in de wintermaanden was dat erg fijn, als je elkaar niet meer zo makkelijk buiten ontmoet. Na de sloop-nieuwbouw in de wijk was deze lege ruimte er niet meer en viel het initiatief wat uit elkaar. Als je dit soort gebruik van lege ruimtes niet meeneemt in je wijkvernieuwingsplannen, worden de sociale kwaliteiten en krachten kwetsbaar. De gemeente heeft dit nu in beeld.”
Analyse door middel van verhalen
Een blik op de Zachte Atlas van Vinkhuizen laat zien hoe harde en zachte data hand in hand gaan. Het begin van het document bestaat uit de verhalen en een zachte kaart – ‘Vinkhuizen in Verhalen’ – waarin de bewonersperspectieven zijn verwerkt. Vervolgens komen de cijfers en statistieken aan bod, geordend rondom thema’s als opgroeien, werken en groen. Aan het eind komen beide analyses samen en vormen ze de bouwstenen voor de toekomst. Wie zelf door deze Zachte Atlas bladert, merkt dat de taal toegankelijk is voor zowel professionals als bewoners.
‘Zachte kaart Vinkhuizen’ (bron: Gemeente Groningen)
De Zachte Atlas stelt het persoonlijke centraal, zo vervolgt Herngreen. “Met de atlas vertellen we een verhaal. Statistieken over armoede of gezondheid zijn vaak al beschikbaar, maar geven geen inzicht in hoe bewoners ervaren wat er wel en niet goed gaat. Met onze aanpak duiden we beter wat er speelt in de wijk door uitvoerig te spreken met bewoners en wijkprofessionals. We krijgen zo een beter inzicht in welke aanpak voor de wijk gepast is.”
Opvallend aan de methode zijn de handgetekende kaarten, geïnspireerd door het werk van kunstenaar Jan Rothuizen (die ‘The Soft Atlas of Amsterdam’ publiceerde in 2023). Naast de ‘reguliere’, statistische kaarten, geven deze kwalitatieve kaarten quotes en observaties weer over hoe bewoners hun wijk beleven. Zo toont de Zachte Atlas van Vinkhuizen bijvoorbeeld dat “het Roege Bos niet goed toegankelijk is voor mensen met een beperking” en dat “de fietstunnel onder de Friesestraatweg als onveilig wordt ervaren.”
Volgens Herngreen helpen dergelijke inzichten gemeenten om goede keuzes te maken: “Hoewel de Zachte Atlas primair de huidige situatie van een wijk weergeeft, geven we in de praktijk wel bouwstenen voor de toekomstige wijkaanpak. Door de Atlas weet de gemeente hoe plekken in de wijk worden gebruikt en beleefd. Zij kan die kennis vervolgens meenemen bij de ontwikkelingen die volgen.”
Startpunt voor wijkvernieuwing
De conclusies van de Zachte Atlas in Vinkhuizen en de Wijert werden door de gemeente Groningen gebruikt om het wijkvernieuwingsplan vorm te geven of door te ontwikkelen. Ook gebruiken volgens Herngreen woningcorporaties de inzichten over het sociale weefsel in de buurt. Dit gebeurt onder meer bij de voorbereiding van grote sloop-nieuwbouwprojecten en de planning van hun werkzaamheden.
Volgens collega Annemiek Wiggers, stedenbouwkundige bij Ruimtevolk en ook medewerker van de Zachte Atlas, brengt de methode het sociale en ruimtelijke domein van gemeenten samen. “In de voorbereiding van de Zachte Atlas werken verschillende domeinen binnen de gemeente samen om te bepalen waar de focus van de analyse op wordt gericht. Willen gemeenten onze conclusies opvolgen, dan zullen die domeinen ook moeten samenwerken. Alleen al het feit dat deze bij elkaar worden gebracht, heeft een meerwaarde.” Niet alleen de gemeente, maar ook het onderzoeksteam brengt verschillende disciplines samen. Zo werkt Wiggers als stedenbouwkundige samen met sociologen en ontwerpers voor een interdisciplinaire aanpak.
Complex sociaal weefsel
Daarnaast biedt de Zachte Atlas een ‘thermometer’-functie: een manier om de sociale verhoudingen in een wijk te meten voordat grote ruimtelijke ingrepen plaatsvinden. Volgens Herngreen en Wiggers wordt dit steeds belangrijker, aangezien binnenstedelijk verdichten – ook in naoorlogse wijken – steeds meer de voorkeur krijgt bij gemeenten.
Ook toont de Zachte Atlas volgens hen de complexiteit van het sociale weefsel in de buurt. “We weten inmiddels dat dé bewoner niet bestaat.” Zij leggen uit dat de Zachte Atlas onderstreept hoe belangrijk het is om ruimtelijke en sociale kwaliteit samen te brengen. “Ruimtelijke keuzes werken pas als het sociale deel goed op orde is,” zegt Herngreen. “De atlas maakt duidelijk dat deze twee aspecten onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn.”
Cover: ‘Vinkhuizen’ (bron: Ruimtevolk)