Onderzoek Wat het begrip biodiversiteit precies inhoudt, is voor bewoners soms lastig te vatten. Onderzoekers van de TU Delft probeerden in de Rotterdamse wijk Oud-Mathenesse met een digitale tool het bewustzijn over biodiversiteit te vergroten. Maar wie de tool en de data beheert, blijft een vraag.
Biodiversiteit is niet alleen van belang voor het klimaat, maar zorgt ook voor blije buurtbewoners. Zo zorgt toegankelijk buurtgroen voor voldoende plekken om buitenshuis te ontmoeten. Hoe dit groen wordt ingericht, wordt inmiddels niet meer alleen van bovenaf bepaald. Steeds meer wordt duidelijk dat bewoners zélf hun ideeën hebben over hoe het groen en biodiversiteit in de buurt kan worden vormgegeven, zie bijvoorbeeld de vele tuininitiatieven die door de buurt gedragen worden. Of neem de co-creatiemethodes waarbij bewoners zelf de gedeelde groene plekken in de wijk ontwerpen, zoals bij de Waaranders Buurtschappen.
Maar ondanks de wens voor meer biodiversiteit in de directe woon- en leefomgeving, is het vaak nog niet in beton gegoten hoe dat er in de praktijk uit moet gaan zien. Ook spelen er niet zelden nog vragen onder bewoners wat ‘biodiversiteit’ precies inhoudt. Onderzoekers Geertje Slingerland en Juliana Gonçalves van de TU Delft ontwierpen met het Bio-Civo project – samen met TU Delft-studenten – twee digitale tools om het bewustzijn over biodiversiteit onder bewoners te vergroten. Ook testten zij of bewoners een actieve rol kunnen krijgen in het ontwerpen van biodiversiteit in de wijk. Voor het ontwikkelen en testen van de tools werkten zij nauw samen met de bewonersorganisatie Mathenesse aan de Maas, die adviseerde over de gebruikersvriendelijkheid en toegankelijkheid van de tools.
Speelse aanpak
Uit het vooronderzoek van het project bleek dat het concept biodiversiteit voor de burger soms te onduidelijk is. “Mensen verwarren soms biodiversiteit en groen,” zegt Slingerland. “Een groen veldje in de wijk om de hond uit te laten, wordt soms al als voldoende groen beschouwd.” Het doel van het project was volgens de onderzoekers om bewoners op speelse wijze bewust te maken van de gelaagdheid van biodiversiteit, door het gebruik van de genoemde digitale tools.
Op een groen raster kan de bewoner geheel zelf kiezen hoe het groen ingericht wordt
Die gelaagdheid wordt met de evaluatietool visueel in kaart gebracht. De buurtbewoner kan op twee plekken in de wijk – een groen veld en een gebouw – zien hoe die verschillende lagen van biodiversiteit eruitzien, bijvoorbeeld door het aanklikken van bomen, eetbare planten, sierplanten en mensen. Tegelijk zien ze een ‘biodiversiteitsthermometer’ meelopen. Deze laat de impact van de ideeën op de biodiversiteit zien, maar toont ook de verdere gevolgen van deze ingreep. Hoe goed werkt het geschetste scenario bijvoorbeeld tegen hittestress? Hoeveel onderhoud hebben de planten nodig? En hoeveel watergebruik veroorzaakt dit scenario?

‘Scenario 2 evaluatie’ (bron: figma.com)
Vervolgens kan de bewoner aan de slag met de ontwerptool. Op een groen raster kan die geheel zelf kiezen hoe het groen wordt ingericht. Dit gebeurt door verschillende planten, meubels, grondsoorten te kiezen, ook hier met een bijgevoegde biodiversiteitsscore. Wordt er bijvoorbeeld gekozen voor een flinke hoeveelheid bestrating (met liever een barbecue dan een boom), dan valt de biodiversiteitsscore lager uit. Voor nu is de tool een prototype; in de toekomst wordt ook het resultaat van de keuzes gevisualiseerd op een plek in de buurt.

‘Tools’ (bron: figma.com)
“Het belangrijke aan biodiversiteit in de stad is hoe er door bewoners gebruik van wordt gemaakt,” zegt Slingerland. “Het was belangrijk dit mee te nemen en daarom hebben de tools ook de laag ‘mensen’.” Door ook de activiteit van mensen in het scenario te zien en deze te plaatsen in een afbeelding van een bestaande plek in de wijk, wordt volgens Slingerland een realistisch eindbeeld geschetst van de praktijk.
Met bewoners
Door de betrokkenheid van bewonersorganisatie Mathenesse aan de Maas, konden bewoners uit de wijk de tools testen op gebruikersvriendelijkheid en relevantie. De wijk was al betrokken bij het grotere project ‘Wijk als Biotoop’ van de Hogeschool Rotterdam en TU Delft. Op deze manier hoefde niet opnieuw een gemeenschap tussen bewoners en onderzoekers te worden opgebouwd. De wijk Oud-Mathenesse, gelegen tussen Rotterdam en Schiedam, is flink versteend en het groen heeft voornamelijk de vorm van lege (en biologisch dode) grasvelden.
Bewoners gaven ons mee dat zij beter geïnformeerd waren en handvatten hadden gekregen om zelf aan de slag te gaan
De onderzoekers hadden in de beginfase specifieke plekken in de wijk bedacht die als canvas zouden dienen voor de tool, maar Gonçalves raadde de bewoners aan deze te veranderen: “We hadden een gebied geselecteerd dat geschikt leek, maar volgens de bewoners was deze keuze controversieel vanwege spanningen rondom de ontwikkelplannen van de gemeente in dat gebied,” aldus Gonçalves. De kennis uit de wijk bleek dus noodzakelijk om de tool relevant te maken voor bewoners.
Vervolgens werden de tools tijdens een groot buurtfeest door bewoners vanuit de hele wijk getest en geëvalueerd. Zij wezen op het belang van de toegankelijkheid van de tool, aangezien volgens hen deze makkelijk in gebruik moet zijn. Ook moet er rekening gehouden worden met taalbarrières. Volgens Slingerland zorgde alleen al het gebruik van de tool voor een beter bewustzijn: “Bewoners gaven ons mee dat zij beter geïnformeerd waren en handvatten hadden gekregen om zelf aan de slag te gaan.”
Democratisering
Hoewel in deze pilot er nog geen data werden verzameld en opgeslagen, biedt de tool – wanneer dit wel mogelijk is – bewoners de mogelijkheid om te stemmen op de geselecteerde scenario’s van andere bewoners. Een verdere toepassing van de tool maakt het zodoende mogelijk om het meest ‘geliefde’ scenario van bewoners als leidraad te nemen voor de vergroening van de buurt.

‘Lentefeest’ (bron: Geertje Slingerland)
Deze data zouden volgens Slingerland vervolgens door een ontwerper of een gebiedsontwikkelaar gebruikt kunnen worden, of door de bewoners zelf: “Het stuk groen in de pilot is in het bezit van de VvE en wordt daarom beheerd door bewoners. De tool zou daarom de wijkbewoners zelf input kunnen geven hoe zij de vergroening aan kunnen pakken.”
Wie beheert de data?
Of binnenkort elke wijk met de tools aan de slag kan, is volgens de onderzoekers nog maar de vraag. Onduidelijk blijft wie de eigenaar van de tool zou moeten zijn en wie ervoor gaat betalen. “In de pilot uitten bewoners vaker hun zorgen: wat wordt er gedaan met onze data?” zegt Gonçalves. Het afhankelijk zijn van een gemeente of ontwikkelaar die de tool aanbiedt, zou het eigenaarschap van de bewoners in het gedrang kunnen brengen. Daarom zou vervolgonderzoek zich op een betere businesscase moeten richten, zodat het voor technologische aanbieders mogelijk is om de tool verder te ontwikkelen.
We moeten voorkomen dat een tool als deze gebruikt wordt door een ontwikkelaar die grotendeels de plannen voor het groen in de buurt al vast heeft liggen
Ook waakt Gonçalves ervoor dat een ontwikkelende partij de tool inzet om de bewonersbetrokkenheid af te vinken, maar daarvoor enkel een klein stuk afgelegen groen in de buurt vrijmaakt. “Het is niet alleen een vraag van eigenaarschap, maar ook van verwachtingen. We moeten voorkomen dat een tool als deze gebruikt wordt door een ontwikkelaar die grotendeels de plannen voor het groen in de buurt al vast heeft liggen en hiermee valse verwachtingen schept. In zo’n geval kan het averechts werken.”
Geleerde les
Of de tool nou wel of niet dé manier is om biodiversiteit te democratiseren, volgens Slingerland en Gonçalves laat het onderzoek zien dat gemeenten en ontwikkelaars er niet altijd vanuit moeten gaan dat biodiversiteit door bewoners wordt omarmd. Een biodiverse tuin moet door de wijk worden onderhouden en zal daarom ook een plek moeten worden waar bewoners graag komen. Alleen groen om naar te kijken, is volgens de onderzoekers niet genoeg. De belangrijkste ervaring die Slingerland en Gonçalves tijdens het onderzoek hebben opgedaan? Schotel bewoners niet een ontwerp voor met de vraag wat zij ervan vinden, maar maak ze vanaf het begin al bewust van het belang van biodiversiteit. En laat ze mee-ontwerpen zodat de biodiverse plekken beter omarmd worden.
Cover: ‘Kleurrijke bloemen in het M4H district in Rotterdam’ door Frans Blok (bron: Shutterstock)