Onderzoek Artist impressions tonen hoe een project eruitziet, plannen maken duidelijk wat de afmetingen zijn. Maar waarom houden we zo weinig rekening met hoe een gebiedsontwikkeling gaat klinken? Marcel Cobussen (hoogleraar auditieve cultuur en muziekfilosofie aan de Universiteit Leiden) en Irene van Kamp (RIVM-onderzoeker omgevingsgeluid en gezondheid) bespreken de kansen die juist Nederlandse steden op dat vlak laten liggen.
Impressie van hoe Beirut klinkt (tekst gaat verder onder de geluidsspeler)
Het geluid van de stad kan door mensen als gewenst of ongewenst beoordeeld worden. Ongewenst geluid kan op den duur leiden tot hinder (zoals slaap- en concentratieproblemen), maar ook tot hoge bloeddruk en verhoogde niveaus van het stresshormoon cortisol, wat het risico op hart- en vaatziekten en op psychische aandoeningen vergroot. Ook is aangetoond dat dagelijkse blootstelling aan hoge geluidniveaus kan leiden tot een leesachterstand bij kinderen. Verder kan ongewenst geluid het interpersoonlijke gedrag negatief beïnvloeden: het roept agressie op, maakt mensen minder behulpzaam en verstoort of bemoeilijkt onze omgang met elkaar (zie ook Irene van Kamp en Dirk Schreckenberg (2019), “An overview of the effects of noise on annoyance & Trends and research needs”).
Of en in welke mate deze effecten optreden, hangt af van hoe we het geluid beoordelen en beleven. Natuurlijk kan geluid ook positief gewaardeerd worden. Het gaat dan niet alleen over het geluidsniveau, maar om geluiden die passen bij de omgeving, de betekenis van het geluid in een bepaalde context en de mate van variatie en diversiteit. Een prettige geluidsomgeving heeft een positieve invloed op het gedrag van mensen, de mogelijke interacties, het samen zijn en samen leven.
Zo klinkt de stad
We lopen door een van de brede straten in het centrum van deze voor Nederlandse begrippen grote stad. Links van ons overheerst het tamelijk monotone geluid van voorbijrijdende auto’s, af en toe onderbroken door een claxon of het gerinkel van een trambel. De fontein, die inmiddels achter ons ligt, produceert ook slechts homogene klanken, nauwelijks hoorbaar nog omdat ze vrijwel in hetzelfde frequentiegebied zitten als de auto’s. Aan onze rechterhand winkels: je hoort het gezoem van hun verwarmings- en ventilatiesystemen. Ook valt op dat de muziek van sommige winkels tot op straat te horen is – meestal doffe, ritmische en lage dreunen. Om ons heen stemmen van voorbijgangers: flarden van gesprekken in velerlei talen, het schelle gelach van een groep meisjes, veel gekuch dat hoort bij de tijd van het jaar. Al deze klanken worden deels gemaskeerd of begeleid door het geluid van een straffe wind en het getik van regen op diverse oppervlakken. Hoewel er een paar bomen staan is er, op het gekrijs van wat meeuwen na, geen geluid van natuur te horen. Als we een zijstraat inslaan, is er op auditief vlak weinig verschil. Er zijn wat minder stemgeluiden, de tram klinkt verder weg, maar de straat is vrijwel even breed, de gebouwen even hoog en van evenveel glasgevels voorzien, wat de weerkaatsing van het geluid niet verandert. Tenslotte komen we aan bij een soort plein waar de wind vrij spel heeft en vrijwel alle andere geluiden overstemd.
Stedenbouwers houden soms rekening met de gevolgen van ingrepen op het geluid. Zo komt in de zogeheten soundscape-benadering steeds meer aandacht voor de akoestische kwaliteit van de stedelijke leefomgeving. Planologen vatten geluid hierbij niet op als een negatieve bijwerking van allerlei activiteiten, maar als bouwsteen voor het creëren van aantrekkelijke, gevarieerde omgevingen (Brown 2010). Veel onderzoek naar de effecten van ongewenst geluid is gebaseerd op gegevens van bronnen buiten de stad. Geluid in de open ruimte gedraagt zich echter anders dan in een compact centrum van een stedelijk gebied. Als wegen omsloten worden door meerdere gebouwen, is er meer interactie tussen het geluid en de omgeving. Er is meer kennis nodig over de interactie tussen akoestische en architectonische kenmerken voor een verdere en effectieve ontwikkeling van stedenbouwkundige ingrepen.
‘Geluid auto's -> Maud Dohmen e.a. 2019’
Bron: Maud Dohmen e.a. 2019
Stilstaand op het plein vergelijken we deze korte geluidswandeling met wandelingen die we maakten in Berlijn, Beirut, Belgrado en Madrid. Is er iets dat opvalt? Jazeker, daarover zijn we het snel eens. Ondanks dat ook deze steden te maken hebben met veel verkeer, en ondanks dat we daar veelal dezelfde winkelketens met dezelfde muziekkeuze tegenkomen, klinken die steden toch anders. We proberen erachter te komen waar dat aan ligt. Berlijn wisselt grote, brede straten met veel verkeer af met veel stillere plekken zodra je een van de vele binnenplaatsen betreedt. Het ruim aanwezige groen van bomen en parken in het centrum van Belgrado trekt veel vogels en andere diertjes aan, waardoor de omgeving steeds anders klinkt. In Beirut en Madrid is de afwisseling opvallend tussen nauwe straatjes met weinig verkeer waarin je voetstappen nagalmen, en de drukke pleinen en volle verkeersaders waar het geluid van voetgangers compleet verdwijnt. Kortom, wat in het oor springt, is dat deze steden zoveel heterogener klinken. Binnen een straal van zo’n 20 à 50 meter kun je een veelheid aan auditieve omgevingen ervaren: op het ene moment word je ondergedompeld in een kakofonie aan geluiden, en even verderop is er een bijna ‘onstadse’ stilte en kalmte waar je zintuigen even kunnen uitrusten.
Belangrijke kenmerken die de interactie tussen (transportgerelateerd) geluid en gebouwen karakteriseren zijn de gevel, vegetatie, het dak en ontwerp van de straat. Samen bepalen zij de reflectie en samenhangende niveaus van het geluid (Kang 2000; van Rhentergem et al. 2012; Wang en Kang 2011). Meer kennis hierover biedt aanknopingspunten voor een akoestisch gezond ontwerp. Daarnaast is het belangrijk dat planologen en projectontwikkelaars de ambitie hebben om een meer integrale aanpak mogelijk te maken, met daarin aandacht voor het auditieve, niet alleen vanuit een technisch, maar ook een sociaal, psychologisch en esthetisch perspectief (zie ook Cobussen, van Kamp en Erens 2018; Derksen en van den Bosch 2019; Maris 2008).
De moraal van dit verhaal is dit: Nederlandse (binnen)steden zouden op auditief gebied gebaat zijn met een grotere diversiteit aan geluiden. Ook hier zouden, net als in buitenlandse steden, natuur en cultuur, economie en ecologie, relatieve herrie en stilte een symbiotisch geheel mogen vormen. Die ingreep is niet alleen nodig om esthetische redenen. Een aangename en heterogene akoestische omgeving heeft een positieve invloed op het welbevinden van mensen. Ook vergroot het de kans op meer en diverse sociale contacten. Dit alles kan op zijn beurt weer positieve gevolgen hebben voor economische activiteit (zie onder andere Lacey 2016; Kang en Schulte-Fortkamp 2016; Stevens 2007). Een win-winsituatie dus.
Cover: Photo by Matthew Kwong on Unsplash
Referenties
- Brown, A.L. (2010). “Soundscapes and Environmental Noise Management.” Noise Control Engineering Journal 58/5: 493‐500.
- Cobussen, M., I. van Kamp en C. Erens (2018). “Hoe klinkt de Garenmarkt.” Leiden: Universiteit Leiden en Gemeente Leiden.
- Derksen T., en K. van den Bosch (2019). “Inventory of Urban Planning-related Soundscape Projects in The Netherlands.” Den Haag: Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.
- Dohmen, M., M. Hornikx, en I. van Kamp (2019). “Road Traffic Noise Interventions: Development of a Method to Quantify their Effects on Annoyance and Sleep Disturbance on a Small Urban Scale.” ICA Proceedings.
- Kang, J. (2000). “Sound propagation in Street Canyons: Comparison Between Diffusely and Geometrically Reflecting Boundaries. J. Acoust. Soc. Am. 107: 1394‐1404.
- Kang, J. en B. Schulte-Fortkamp (eds.) (2016). Soundscape and the Built Environment. Boca Ratom: CRC Press.
- Lacey, Jordan (2016). Sonic Rupture. A Practice-led Approach to Urban Soundscape Design.
- New York: Bloomsbury Academic.
- Maris, Eveline (2008). “The Social Side of Noise Annoyance” (PhD thesis). Leiden: Universiteit Leiden.
- Renterghem, T. van, M. Hornikx, J. Forssen, D. Botteldooren (2013). The Potential of Building Envelope Greening to Achieve Quietness. Building and Environment 61: 34‐44.
- Stevens,Quentin (2007). The Ludic City. Exploring the Potential of Public Spaces. Abingdon: Routledge.
- Wang, B., en J. Kang (2011). Effects of Urban Morphology on the Traffic Noise Distribution Through Noise Mapping: A Comparative Study Between UK and China. Applied Acoustics 72: 556‐568.
Cover: ‘Photo by Matthew Kwong on Unsplash -> Sound in city’ door Matthew Kwong (bron: Unsplash) onder CC0 1.0, uitsnede van origineel