29 maart 2016
16 minuten
Over de toekomst van de Brabantse kringloopeconomie
Het bruist in de Tilburgse Spoorzone. Allerlei nieuwe vormen van creatief ondernemerschap vinden er hun plek. Zo vormt de voormalige Smederij een broedplaats voor innovatie. Er is ruimte voor toeval en door kruisbestuiving ontstaan interessante nieuwe projecten. ‘Wifi, koffie en inspiratie’, het zijn de ingrediënten van het nieuwe werken die hier in de praktijk worden gebracht. Over koffie gesproken: in de Smederij wordt koffie gedronken van Redbeans, biologische en fairtradekoffie, gemaakt van de beste ‘rode’ Arabicabonen. Duurzaam geproduceerde koffie weliswaar, maar nadat ze is gedronken, blijven onduurzame koffiezakken achter. Dat kan beter, bedacht Peter van Dinter, een van de ondernemers die actief is in de Smederij. Hij verzamelde de koffiezakken om ze te bewerken, lamineren en verwerken tot unieke designtassen. Afval als grondstof voor een nieuw product. Een duurzaam proces, met de hand gemaakt en tevens een mooi voorbeeld van circulaire economie.
Het gedachtegoed van de circulaire economie is de afgelopen jaren steeds populairder geworden. Niet alleen in de voormalige Smederij, maar op heel veel plekken in Brabant werken bevlogen burgers en betrokken ondernemers aan circulaire projecten. Initiatieven die het hoogwaardig hergebruik van grondstoffen of de winning van hernieuwbare energie stimuleren. Lineaire processen van grondstoffenwinning tot productie, consumptie en afval worden vervangen door circulaire processen. Mede mogelijk gemaakt door energie uit groene bronnen. Circulair denken is niet alleen een morele kwestie, maar ook (en in toenemende mate) een kwestie van economie. Bedrijven zien winst in circulaire businessmodellen. Die brengen kansen met zich mee: meer samenwerking (zowel binnen als buiten de keten), innovatie, minder grondstoffenverbruik en minder afval. De producten blijven in bezit van de producent, die de grondstoffen uit deze producten na het einde van hun levensduur hergebruikt.Ook het concept van de circulaire stad wint aan aandacht en het aantal initiatieven op dit vlak groeit, ook in de Brabantse steden. De kringloopstad houdt een oogje op alle stromen van energie, water, goederen en materialen en probeert het verschijnsel ‘afval’ zo veel mogelijk uit te bannen. Grondstoffenstromen worden na gebruik ingezet voor nieuwe producten en diensten. Daarbij gaat het om het zo goed mogelijk in de kringloop terugbrengen van huidige afvalstromen, maar ook om het herontwerpen van materiaal- en productieketens om zo (nieuwe) kringlopen te realiseren. Circulaire economie vraagt niet alleen om technische innovatie. De uitdaging is vooral om processen en ketens anders te organiseren.
Het uiteindelijke doel is een systeem dat de herbruikbaarheid van producten en grondstoffen maximaliseert en waardevernietiging zo veel mogelijk beperkt. (1) Als we uitgaan van deze doelstelling, waar bevinden we ons dan in Brabant? Zijn we al op de goede weg? Waar liggen kansen in de verschillende regio’s? Wat kunnen burgers en bedrijven daaraan bijdragen? En wat kunnen provinciale en gemeentelijke overheden doen? Een longread over het perspectief van de circulaire economie en de kansen die het biedt om onze steden en regio’s niet alleen duurzamer, maar ook onafhankelijker en veerkrachtiger te maken.Grondstoffenschaarste
De twintigste eeuw was er een van ongekende economische en technologische groei. Gedurende deze eeuw is de (groeiende) wereldbevolking een factor 34 keer meer materialen gaan gebruiken, 27 keer meer mineralen, 12 keer meer fossiele brandstoffen en 3,6 keer meer biomassa. (2) En het gebruik van natuurlijke hulpbronnen groeit nog steeds. De bevolkings- en welvaartstoename oefenen meer en meer druk uit op onze natuurlijke omgeving. Alhoewel we de afgelopen decennia stappen hebben gezet in het efficiënter omgaan met onze natuurlijke hulpbronnen – in 2005 gebruikten we al dertig procent minder grondstoffen voor het produceren van 1 euro BNP ten opzichte van 1980 – is in absolute zin het mondiale gebruik van natuurlijke hulpbronnen toegenomen. (3) En dit neemt naar verwachting nog verder toe: de voorspelling is dat de wereldwijde vraag naar energie en voedsel in 2050 zelfs is verdubbeld.
‘graph4’
Wereldwijd materiaalgebruik van 1980 – 2011
Het gebruik van natuurlijke materialen neemt wereldwijd fors toe.
Bevolkingsgroei, welvaart en verstedelijking leiden tot een grotere inzet van natuurlijke hulpbronnen. Enerzijds omdat er grondstoffen nodig zijn voor de stedelijke infrastructuur, zoals riolering en wegen, anderzijds omdat transportstromen van en naar de stad toenemen. Meer welvaart leidt daarnaast tot een verhoging van de vraag naar luxeproducten en andere voedingsproducten. De productie daarvan vraagt om veel grondstoffen. Ook worden grote hoeveelheden water en energie gebruikt. En gaan vele materialen verloren. Het is overduidelijk dat onze huidige manier van produceren en consumeren gepaard gaat met een te hoge druk op het milieu. Hoe bizar ook: een maat voor de welvarendheid van een land is op dit moment zijn ‘ecologische voetafdruk’. Hoe hoger de voetafdruk, hoe welvarender. Onze ecologische voetafdruk wereldwijd bedraagt 2,7 hectare per persoon. In Brabant zijn wij goed voor 5,68 hectare per persoon. De zogenoemde mondiale ecologische voetafdruk is nu al vijftig procent meer dan de beschikbare capaciteit.
De voetafdruk van de Brabander
Voeding bepaalt een groot deel van de afdruk (5)
‘voedingafdruk’
Door schaarste worden grondstoffen duurder. Steeds meer ondernemers merken het nu al bij hun inkoopproces en in de productiekosten. De prijzen stijgen niet alleen, ze fluctueren ook sterk. Iets dat iedere Brabander aan den lijve ondervindt wanneer hij aan de pomp staat. Wie in de eenentwintigste eeuw concurrerend wil blijven, zal volgens het Planbureau voor de Leefomgeving veel zuiniger om moeten gaan met energie en andere grondstoffen. (6) Wie nu de aantasting van natuur en klimaat negeert, krijgt straks te maken met onzekerheid en hoge kosten.
Groene groeiOok onze provincie staat voor de uitdaging grip te krijgen op de grondstoffen. Dat is niet alleen een kwestie van milieu, maar ook een geopolitieke en economische zaak (7). Zo zijn we volgens sommige deskundigen in de toekomst niet meer zeker van de import van ‘kritische mineralen’. Deze worden zo genoemd omdat ze onmisbaar zijn in bepaalde voor Brabant cruciale hightech-toepassingen. De schaarste aan deze grondstoffen wordt niet alleen veroorzaakt door de beperkte beschikbaarheid in de bodem, maar doordat herkomstlanden, zoals China, de export ervan beperken en zo de prijs opdrijven. En wat te denken van de Russische president Poetin die de aanvoer van olie en gas als politiek drukmiddel inzet? (8)
Productieconcentratie van kritische minerale materialen
Europa is afhankelijk van andere continenten
‘brabant kennis’
Bron: Europese Commissie
De uitdaging die voor ons ligt is het streven naar meer welvaart voor meer mensen, maar met minder druk op het milieu: een ontkoppeling tussen natuurlijke hulpbronnen, onze natuurlijke leefomgeving en economische groei. Het streven dus naar een economisch systeem dat dit faciliteert. Een andere manier van denken en handelen en van produceren en consumeren. Dat we toegroeien naar een systeem dat zuinig omgaat met steeds schaarsere grondstoffen en voorkomt dat natuur en klimaat verder worden aangetast. Door alternatieven te vinden, slim te besparen of de keten anders in te richten, kunnen we ons voorbereiden op een groene toekomst. Met als ‘bijvangst’: lagere kosten, minder uitstoot en minder afval.
De opgave luidt: groene groei. (9) Wie in de toekomst wil verdienen, zal hoe dan ook moeten vergroenen. Dat betekent wel een omslag. Het is daarom slim om onze grondstofrisico’s tijdig in kaart te brengen en na te denken over alternatieve bronnen. Daarnaast is een slimme omgang met grondstoffen noodzakelijk vanuit een concurrentieperspectief. De Brabantse economie en export leunen op dit moment sterk op sectoren die relatief veel energie en materialen gebruiken, zoals agro-food, chemie, metaal en transport. Het echt grote energiegebruik zit in de basisindustrie. Ongeveer een kwart van het Nederlandse energiegebruik wordt gebruikt voor het produceren van materialen. (10) De grootste energieverslinder is de chemie. Al snel gevolgd door de landbouw. Enerzijds kunnen we door zuiniger omgaan met grondstoffen kosten besparen. Een netto energiebesparing door de Brabantse huishoudens van twee procent levert ongeveer 30 miljoen euro per jaar op, en een netto drinkwaterbesparing per Brabander van twee procent zo’n 2,2 miljoen euro. Daarnaast kan Brabant ongeveer 100 miljard euro per jaar besparen bij twee procent grondstofbesparing, becijferde duurzaamheidsinstituut Telos.
Energieverbruik, werkgelegenheid en toegevoegde waarde per sector in Nederland
De chemische industrie verbruikt veel energie (11)
‘graphic2’
Naast kostenbesparing, kan door hergebruik en het beschouwen van afvalstromen als waardevolle grondstofstromen, economische waarde worden behouden en zelfs toegevoegd. Volgens McKinsey kan een circulaire economie de Europese Unie tegen 2030 1.800 miljard euro opleveren. Ook TNO verwacht dat een circulaire economie extra banen oplevert: wanneer Nederland de kansen van de circulaire economie in elke sector benut, zou dit kunnen leiden tot een impuls van 7,3 miljard euro per jaar en 54.000 extra banen. (12) Hierbij opgeteld leidt hergebruik van grondstoffen tot een lagere druk op ecosystemen en biodiversiteit. Hiermee komen ecologie en economie steeds meer in elkaars verlengde te liggen. Zeg maar een win-winsituatie. Groene groei is zo’n gek idee nog niet. Het zou mooi zijn als Brabant met al zijn innovatiekracht als winnaar uit ‘de groene race’ naar voren weet te komen.
Herontwerp van ketens
In essentie is een circulaire economie een systeem dat bedoeld is om herbruikbaarheid van producten en grondstoffen te maximaliseren en waardevernietiging te minimaliseren. (13) In een circulaire economie draait het dus om het zo hoogwaardig mogelijk blijven benutten van grondstoffen gedurende hun levensduur. Idealiter worden kringlopen gesloten en bevinden materialen en grondstoffen zich in een zogenaamde continue stroom en bestaat er in feite geen afval. In steden als San Francisco, Stockholm, Buenos Aires en in de wereldwijde koploper Capannori in Italië blijkt het zo mogelijk om met verschillende soorten kringlopen en slimheid tot negentig procent van het bestaande afval als grondstof op een of andere manier te hergebruiken. (14) Een proef in Zuidoost Brabant met 50 gezinnen uit de gemeente Cranendonck liet zien dat zelfs een reductie van het restafval met 95% mogelijk is. Zo produceerde Evelien Matthijsen uit Soerendonk met haar gezin in het hele jaar 2014 slechts één afvalzak. (15)
Waarde uit afval
Afval scheiden levert waarde op
‘waardeafval’
Bron: Telos
Als we alle afval willen vermijden, dan moet er in de ontwerpfase al iets cruciaals veranderen. Ontwerpers moeten er rekening mee houden dat de bestanddelen van een product opnieuw als zo hoogwaardig mogelijke grondstoffen of componenten in het productieproces ingezet kunnen worden. Een belangrijke stap richting een circulaire economie begint dus bij het productontwerp. De producent heeft er belang bij dat producten lang meegaan, tussentijds te repareren zijn en demontabel zijn, zodat aan het eind van de productlevenscyclus alle componenten zo hoogwaardig mogelijk te hergebruiken zijn. Als grondstoffen wederom toepasbaar zijn, behouden ze immers hun waarde. Neem Phonebloks: een fantastisch idee van Helmonder Dave Hakkens. (16) Door een mobiele telefoon zo te ontwerpen dat deze uit eenvoudige ‘blokken’ wordt opgebouwd, draagt deze bij aan het verminderen van de hoeveelheid elektronisch afval in de wereld. Zijn ontwerp zorgt ervoor dat de telefoon gemakkelijk op te waarderen en te repareren is én – niet onbelangrijk – aan ieders persoonlijke wensen aan te passen is. Bijkomend voordeel is dat een dergelijk businessmodel kan zorgen voor meer bedrijvigheid dichtbij huis, en dus voor extra werkgelegenheid in de regio.
‘lightsculpture’
Van bezit naar gebruik
In een circulaire economie doet de producent er verstandig aan om kritisch naar zijn verdienmodel te kijken. Een slimme zet is om het model aan te passen van bezit naar gebruik. (17) Van het verkopen van een product naar het verkopen van een behoefte. Geen auto, maar mobiliteit. Geen wasmachine, maar wasuren. Geen lampen, maar licht. Steeds meer producten worden door bedrijven als dienst aangeboden. Je ‘least’ tegenwoordig licht van Philips en kopieermachines van Océ. In plaats van een complete kopieermachine na een aantal dienstjaren naar de schroothoop te dumpen, hoeft Océ enkel een nieuwe module of nieuwe software in de machine te installeren. En Philips experimenteert met ‘circular lighting’, waarbij organisaties licht ‘in gebruik’ krijgen, terwijl Philips eigenaar blijft van de armaturen en de installaties. Philips is verantwoordelijk voor het energieverbruik, de prestaties en levensduur van het lichtsysteem. Door het gebruik van herbruikbare materialen en energie-efficiënte LED-verlichting neemt het elektriciteitsverbruik fors af.
Ook de Waalwijkse tapijtfabrikant DESSO experimenteert met dit soort nieuwe businessmodellen en is één van de pioniers in de circulaire economie. Deze leverancier van tapijt ontwerpt producten die aan het eind van de levenscyclus veilig uit elkaar te halen zijn. Wat overblijft zijn afbreekbare bestanddelen, die herbruikbaar zijn als grondstof voor nieuwe producten. Ze gaan echter nog een stap verder, richting Carpet Lease. Een concept waarbij het bedrijf tapijten verhuurt en daarmee de totale verantwoordelijkheid neemt voor het installeren, reinigen, onderhouden en uiteindelijk het terugnemen en hergebruiken van het tapijt. Zo maakt ook DESSO de cirkel rond. (18)
Op meerdere terreinen verschuift in het Brabantse bedrijfsleven de blik naar meer circulair denken én doen. Zo worden op de Green Chemistry Campus in Bergen op Zoom nieuwe methoden ontwikkeld om met lokale reststromen van de landbouw en vezels uit gras en vlas hoogwaardige materialen, chemicaliën en coatings te maken. Deze methoden worden opgeschaald en getest in diverse demofaciliteiten. Het streven is om te komen tot grootschalige bio-raffinage in fabrieken in West-Brabant. En in Nieuw Prinsenland in Dinteloord wordt gestreefd naar het sluiten van kringlopen, door de fabriek van de Suiker Unie, de glastuinbouw en bedrijven op het bedrijventerrein met elkaar te verbinden op gebied van energie, biogas en CO2. Hierin schuilt volgens de betrokken projectarchitect Marco Vermeulen de kracht van het denken in circulariteit: je pakt meerdere opgaven tegelijk en in samenhang op. Denken in cirkels als sleutel voor regionale duurzaamheid, vitaliteit en veerkracht.
Samenhang in stromen
Bedrijven denken steeds meer in cirkels. Ze sluiten ketens tot kringlopen en ontwikkelen op basis daarvan nieuwe businessmodellen. Maar kun je circulaire economische principes uit het bedrijfsleven ook op een regio van toepassing verklaren? Als we Brabant als ecosysteem beschouwen en kijken naar haar metabolisme, dan ontwaren zich diverse grondstofstromen. Denk aan watergebruik, energiegebruik, maar ook aan afvalstromen. Als we deze energiestromen aan een nader onderzoek onderwerpen dan valt op dat de meeste energie die in Noord-Brabant wordt verbruikt nog steeds afkomstig is van aardgas, gevolgd door aardolieproducten en kolen. Biomassa is onze belangrijkste groene bron van energie. Een andere duurzame energiebron is afval. In de afvalverbrandingsinstallaties in Moerdijk wordt duurzame elektriciteit opgewekt uit de hitte die vrijkomt bij de verbranding van afval. (19)
Energiebalans Noord-Brabant 2011
We laten de potentie van groene energie links liggen (20)
‘graph3’
Maar als we echt de transitie maken naar een circulaire economie is afvalverbranding als middel voor het opwekken van duurzame elektriciteit geen lang leven beschoren. In een circulaire economie zal namelijk steeds minder te verbranden afval worden aangeboden. Afval gaat als nieuwe grondstof de regio weer in, na diverse nabewerkingen. Dit betekent dat we te maken zullen krijgen met een overcapaciteit bij verbrandingsinstallaties. De eerste tekenen hiervan zijn al zichtbaar. Wij zijn zo goed in het scheiden van afval, dat we financieel gestraft dreigen te worden omdat de afvalverbranders minder binnenkrijgen dan vooraf was beloofd. (21) Het is dus zaak om bij een overgang naar een circulaire economie ook oog te houden voor de samenhang in de verschillende grondstofstromen. En bijvoorbeeld de afbouw van de verbrandingscapaciteit van afval voor duurzame energie mee te nemen in de besluitvorming.
Regionale eigenheid
Brabantse bedrijven en burgers zien een circulaire economie wel zitten, zo lijkt het. Niet als hobby, maar als een vorm van slim boerenverstand. Maar daarbij kunnen ze wel wat ondersteuning van de overheid gebruiken. Gelukkig heeft de Provincie Noord-Brabant een stevige ambitie geuit: Noord-Brabant als de ‘hotspot voor circulaire economie’. Maar dat betekent wel dat de mouwen moeten worden opgestroopt, het been moet worden bijgetrokken. Hoe kan de Brabantse economie zich ontwikkelen van circulair experiment naar gemeengoed? Hoe zorgen we er voor dat alle circulaire initiatieven samen de goede richting op bewegen en elkaar versterken in plaats van tegenwerken? Hoe kan de provincie helpen bij het slim organiseren van het daarvoor benodigde samenspel?
Een circulaire economie krijgt op verschillende schaalniveaus haar beslag. Zo liggen er belangrijke uitdagingen op het Europese en nationale niveau. Maar ook op het regionale schaalniveau liggen een paar grote opgaven. In elke regio zal immers een aantal reguliere kringloopsluitingen plaats moeten vinden. Daarbij is het van belang dat er afstemming tussen partijen gaat plaatsvinden. Hierbij is inzicht nodig in welke ketens lokaal kunnen worden georganiseerd en welke bovenlokaal en welke partijen daarvoor nodig zijn. Want wie neemt bijvoorbeeld de regie over het hergebruik van zo veel mogelijk materialen en onderdelen bij de afdanking van ingewikkelde producten als gebouwen? Of wie zorgt ervoor dat kleinschalige initiatieven snel kunnen opschalen?
Afspraken maken is één ding, visievorming en strategiebepaling is een ander. Want wat is voor onze provincie eigenlijk de meest kansrijke ontwikkelingsrichting? Daarvoor moeten we op zoek naar het unieke van onze provincie. Wat zijn onze sterktes, onze sociaal-culturele (tradities, gedrag) en economische kenmerken (bedrijven en sectoren) en daarmee verbonden kansen? Wie aan Brabant denkt, denkt al gauw aan de agrofoodsector en de hightech-industrie. Beide sectoren kennen zo hun eigen grondstof- en materiaalsysteem, dat vanwege de geografische clustering in respectievelijk Noord- en Zuidoost Brabant ook een uitgesproken regionaal karakter kent.
Maar ook in West-Brabant liggen er kansen. ‘Deze regio kan een voortrekkersrol vervullen in de transitie naar een biobased economy’, stelt Marco Vermeulen. ‘De regio bestaat uit land- en tuinbouw en een kennisintensieve petrochemische industrie: sectoren die van onschatbare waarde zijn voor elkaar. De petrochemische industrie is bijvoorbeeld op zoek naar nieuwe grondstoffen en de landbouw naar nieuwe verdienmodellen, waardoor samenwerking mogelijk is.’
Kansrijke regionale ontwikkelingsrichtingen
Iedere regio zijn eigen ontwikkelingsstrategie (22)
‘grondstoffen’
Kansen voor Brabant
Nú is het moment om onze toekomstrichting te bepalen. In het belang van het milieu, maar ook om een beter en robuuster economisch toekomstperspectief te creëren. Laten we de stap maken naar een kringloopeconomie met nieuwe bedrijvigheid, werkgelegenheid, kennis, innovatie en te vermarkten vernieuwingen. Een kringloopeconomie die onze concurrentiepositie verstevigt en de afhankelijkheid van de import van grondstoffen sterk vermindert. Het is tijd om ons los te wrikken uit het huidige systeem en op een slimme manier de transitie te maken naar een ‘circulaire economie’. En daarvoor zijn visie, inzicht en positieve prikkels nodig.
‘suggesties’
Ontwikkel een visie
De transitie van lineair naar circulair vraagt om een bestuurlijke en culturele omslag. Om een overheid met visie die bereid is om te leren. Ontdek waar de kracht van de regio ligt, en stel die centraal in de circulaire agenda. Met eigen kwaliteiten kun je je onderscheiden van andere regio’s die actief zijn op dit terrein en een koploperspositie realiseren. Neem positie in en formuleer een strategische stip op de horizon: een langetermijnambitie met overkoepelende doelen. Hoe duidelijker de visie en richting van het beleidspad, hoe beter maatschappelijke initiatiefnemers en investeerders weten waar ze aan toe zijn, welke acties ze moeten ondernemen en waar mogelijkheden voor samenwerking liggen. Zorg dat circulaire initiatieven elkaar versterken, in plaats van tegenwerken. De grote uitdaging is deze transitie te zien als een leerproces en zo veel mogelijk het organiserend vermogen van de samenleving te faciliteren, zonder het langetermijnperspectief daarbij uit het oog te verliezen.
Creëer inzicht
Op het regionale schaalniveau liggen kansen voor een circulaire economie. Tenminste, als er voldoende inzicht is in de regionale karakteristieken en gebiedsspecifieke kwaliteiten. Breng daarom het ‘metabolisme’ van de verschillende Brabantse regio’s in kaart. Stel een atlas op: welke stromen gaan de regio in en uit, in welke omvang gebeurt dat en wat recyclen of hergebruiken we al wel of niet? Laat zien waar de provincie goed in is, zich het beste in kan specialiseren en welke kansrijke ontwikkelingsrichtingen daarmee verbonden zijn.
Zet per regio in op één van de vier hoofdstrategieën (of een slimme mix daarvan) die volgens de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur (Rli) daarbij te onderscheiden zijn: (1) het inzetten op een regio zonder afval, (2) het versterken van de deeleconomie, (3) het inzetten op zelfvoorzienendheid en (4) het stimuleren van symbiose tussen industriële reststromen. (23)
Prikkel positief
Hoe meer hobbels er op de weg richting circulaire economie liggen, hoe groter de kans dat circulaire plannen uiteindelijk stranden. Aan de overheid de taak om het transitieproces op gang te houden. Volg daarbij een tweesporenbeleid. (24) Zet in op het stimuleren van een circulaire economie, zonder de positieve bijdrage van bestaande initiatieven te kort te doen. Koester bestaande ontwikkelingen op het gebied van recycling. Maar houd ook oog voor de koplopers. Voor initiatieven en bedrijven die hun nek durven uitsteken en hun totale productieproces onder handen nemen. Geef ze specifieke aandacht en ondersteuning. Bijvoorbeeld in je inkoop- en aanbestedingsbeleid. Slecht daarnaast institutionele, organisatorische en technische barrières. En blijf de maatschappij prikkelen en uitdagen om met nieuwe ideeën te komen.
Bron: Brabant Kennis
Cover: ‘cirkel rond’