Nieuws De Vinex-locaties danken hun naam aan de Vierde Nota Ruimtelijke Ordening Extra uit 1993, waarin de uitbreidingslocaties van steden zijn vastgelegd in de convenanten tussen Rijk en lagere overheden en die tussen 1995 en 2005 zijn gerealiseerd. In totaal betreft het de bouw van ongeveer 565.000 woningen. Ongeveer 20 procent van de bouwopgave is nog niet gerealiseerd. Volgens Friso de Zeeuw en Han Joosten van Bouwfonds Ontwikkeling is er een negatief beeld over deze gebieden ontstaan. Dat is volgens hen onterecht. 'De wijken worden nu volwassen en krijgen grote stadproblemen, maar over het algemeen zijn bewoners erg tevreden.'
Onderzoek Bouwfonds en TU Delft naar toekomst Vinex wijken
Friso de Zeeuw, directeur Nieuwe Markten bij Bouwfonds Ontwikkeling en parttime praktijkhoogleraar Gebiedsontwikkeling aan de TU Delft, en zijn collega Han Joosten, hoofd Marktonderzoek, zijn zeer tevreden over de aard en de kwaliteit van de gerealiseerde bouwopgave binnen de Vinex-condities. Bouwfonds onderzoekt momenteel samen met de TU Delft de kwaliteiten en toekomstpotenties van deze wijken. De Zeeuw: 'Vlak voor het eind van het decennium begon de hetze tegen de Vinex-locaties. Dat was pure grachtengordelonzin. Dat werd door de toenmalige minister Sybilla Dekker kriitiekloos overgenomen. 'Nooit meer Vinex', zo verklaarde zij eens. Het woord Vinex is zodoende besmet geraakt, terwijl de bewoners van Vinex-wijken over het algemeen bijzonder tevreden zijn over hun huis en hun woonomgeving. Ook beleidsonderzoek toont positieve resultaten.' Bij de opzet was het belangrijkste uitgangspunt dat nieuwe woonwijken dichtbij de bestaande stadscentra moesten worden gebouwd. De bestaande stedelijke voorzieningen moesten worden versterkt, de dreigende leegloop van de steden moest worden beperkt. De open gebieden in Nederland moesten worden beschermd door de verstedelijking rond steden te concentreren. Dat beperkte ook de mobiliteit tussen wonen, werken en voorzieningen. De achterliggende gedachte was dat korte afstanden meer mogelijkheden bieden voor openbaar vervoer, fietsen en wandelen. Over Vinex-wijken bestaan nogal wat misverstanden. Ten eerste zijn de Vinex-locaties niet door het Rijk aangewezen, maar in overleg met de lagere overheden - gemeenten en provincies - bepaald. Ten tweede heeft Vinex niet alleen betrekking op de grootschalige nieuwbouwwijken die na 1993 aan de randen van verschillende steden zijn verrezen, maar ook op binnenstedelijke (her-)ontwikkeling. Ongeveer 30 procent van de bouwopgave lag in het binnenstedelijk gebied.
Vertraging
De Zeeuw: 'De nadrak lag op de bouw van grondgebonden eengezinswoningen met tuin. Dat was de belangrijkste woonwens van de consument. De doelgroep bestond voornamelijk uit jonge gezinnen met nog kleine kinderen. Dichtbij steden met goede verbindingen was een belangrijk uitgangspunt. Helaas zijn die verbindingen niet overal optimaal uit de verf gekomen. Hierdoor is het autobezit per huishouden meer toegenomen dan aanvankelijk werd verwacht. Omdat de gemeenten en de (sterke) marktpartijen tijd nodig hadden om tot passende afspraken te komen, is de realisering in het begin vertraagd.
Zie voor de volledige publicatie:
Cover: ‘Thumb_woningmarkt algemeen_0_1000px’