Opinie Hoge benzineprijzen en hoge gasprijzen. Elektrische deelmobiliteit wordt steeds interessanter, maar volgens columnist Annius Hoornstra zijn het vaak kleine bezwaren die grote transities tegenhouden. Om die te ondervangen pleit hij voor een breder perspectief met honderd procent deelmobiliteit in gebiedsontwikkeling.
Je wil niet in een auto stappen met hondenharen op de bank, of waar restanten van een bezoek aan de snackbar nog op de bijrijdersstoel liggen. Je wil niet de stress van te laat komen op een afspraak omdat de deelauto er niet staat. En je wil eigenlijk ook niet bij je familie komen met een suf rood autootje met groene bollen dat je nooit zelf zou hebben gekocht. Dan toch maar weer met die oude vervuilende Ford Fiesta.
Jammer voor het klimaat, jammer voor de portemonnee, jammer voor gebiedsontwikkeling. Want als 1 miljoen extra woningen ook 1 miljoen extra auto’s betekent, dan hebben we een probleem. En al helemaal als we bestaande wijken willen verdichten. De ruimte is er niet, geparkeerde auto’s doen afbreuk aan een prettige leefomgeving en al dat parkeren kost ruimte en dus geld.
Het moet anders, niet in de laatste plaats voor bewoners met een smalle portemonnee. En het kan ook. Een recreatiewoning kan je huren met het vinkje aan of uit bij ‘huisdiervrij’ en ‘eindschoonmaak’. Als een vliegtuig overboekt is, dan krijg je een alternatief aangeboden. Als het aanbod van deelauto's groot genoeg is, dan heb je meer keuze en is er ook altijd een beschikbaar zonder lelijke stickers.
Gebiedsontwikkelaars zien de voordelen van deelvervoer al want een deelauto staat gelijk aan vier gewone auto’s en dat betekent dat er drie parkeerplekken worden bespaard. Dat scheelt toch mooi drie keer een investering van 20 tot 50 duizend euro.
Om de transitie door te zetten moeten we de cirkel rondmaken door de besparingen ook naar de gebruikers terug te laten vloeien. Want met de besparing op drie parkeerplekken kan je tien jaar lang alle vaste lasten van een nieuwe deelauto afdekken.
Doe er dan nog een snelle elektrische deelfiets bij en er wordt nog een parkeerplek bespaard. Wat ook helpt is als gebruikers van deelmobiliteit een premie krijgen als ze vaker voor alternatief vervoer als het ov of de fiets kiezen.
Nog een stapje verder: als we accu’s van de collectieve deelauto’s onderdeel maken van energieproducerende wooncomplexen dan verdient het collectief aan de energieopslag en wordt de accu uitgespaard die we straks allemaal naast de voordeur hebben staan.
Als we kleine problemen oplossen en groot denken dan gaan we vanaf nu voor honderd procent collectieve elektrische deelmobiliteit in gebiedsontwikkeling met financieel profijt voor de gebruiker van minder ruimte verslindende mobiliteit. En: de gebruiker kan dan ook gewoon kiezen voor hondenharen op de bank of niet.
Cover: ‘Annius Hoornstra’ (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)