February 2021, De Zalmhaven, also referred to as Zalmhaven Toren, is a project that includes a 215m residential tower in Rotterdam, the Netherlands. door Jolanda Aalbers (bron: Shutterstock)

Hoogbouw is de ideale oplossing in de strijd tegen woningnood. Of toch niet?

12 mei 2021

6 minuten

Analyse Het gevecht om de ruimte woedt in Nederland steeds heftiger, en tegelijkertijd moeten er de komende tien jaar ook nog eens 1 miljoen woningen bijkomen. Hoogbouw lijkt daarom de ideale oplossing en de torens schieten als paddenstoelen uit de grond. Maar daar zijn niet alle professionals het mee eens. Is al die hoogbouw nou wel nodig? En kan dat niet veel handiger?

215 meter in Rotterdam, 65 meter in Emmen, 170 meter in Eindhoven. De hoogbouwprojecten en bijbehorende hijskranen zijn in steeds meer gebieden in Nederland niet meer uit het straatbeeld weg te denken. De Stichting Hoogbouw onderbouwde deze aanname begin dit jaar in het onderzoek Hoogbouw in Nederland 2020, waarin ze ook haar eigen verbazing uitsprak: “Bij het lezen van onze publicatie zult u wellicht verbaasd zijn over de hoeveelheid hoogbouwplannen.”

Meer dan 220 Nederlandse torens zijn op dit moment hoger dan 70 meter, de magische grens vanaf wanneer er over hoogbouw wordt gesproken. Op korte termijn komen er nog 45 torens bij, en daarnaast staan er de komende 10 jaar nog 180 op de planning. “Wanneer we de productieresultaten uit het verleden naar de toekomst doortrekken, dan ligt een groei naar 350 torens in 2030 en een groei naar 450 in 2040 in de lijn der verwachting”, voorspelt de Stichting Hoogbouw daarom.

Inspirerende toren

De vraag is of die trend wel op deze manier door moet blijven zetten. Architecten zetten bijvoorbeeld steeds vaker hun vraagtekens bij de keuzes van hun collega’s die de een na de andere megatoren ontwerpen. In Trouw bogen drie architecten zich vorige maand over de vraag of wonen op hoogte nog wel zinvol is. Ten eerste zijn de kosten hoger dan bij laagbouw, deels door het proces van besluitvorming dat aan de bouw van een toren voorafgaat. De regelgeving kan de voorbereiding van de bouw lang en stroperig maken (het veranderen van een bestemmingsplan kan drie tot vijf jaar duren) en dat maakt dat het ontwikkelen soms puzzelen is. In de vijftien, twintig jaar die kunnen verstrijken van de eerste plannen tot de oplevering kan het woonklimaat al helemaal veranderd zijn.

Je moet als architect ook een getalenteerd beeldhouwer zijn

Ondanks die nadelen is Diederik Dam nog steeds razend enthousiast over deze vorm van bouwen. Logisch, want met zijn bureau Dam & Partners Architecten is hij verantwoordelijk voor de twee hoogste torens van Nederland: de Maastoren in Rotterdam (165 meter) en de in aanbouw zijnde Zalmhaventoren, die 50 meter hoger is. Hij stelt dat, mits de architect goed werk levert, torens gebouwd kunnen blijven worden. “Je moet als architect ook een getalenteerd beeldhouwer zijn. Binnen die nauwe marges van geld, ambitie en duurzaamheid moet je een inspirerende toren weten te maken.”

Doorstroming

Zijn collega Paul Stavert van Powerhouse Company is ook een voorstander. Met zijn bedrijf bouwt hij onder andere drie torens in Eindhoven die tot wel 170 meter de lucht ingaan. Stavert denkt dat hoogbouw wonderen kan doen voor het centrum van de lichtstad. “Er wonen heel weinig mensen, het is een winkelgebied”, zegt hij. “Door op een klein oppervlak heel veel mensen te huisvesten, die in de omgeving hun boodschappen doen of uit eten gaan, kun je voor meer levendigheid in de binnenstad zorgen.”

Stavert vindt ook dat het wonen in torens juist goed inspeelt op de veranderende woonwensen van potentiele kopers. “We verkennen nu een idee waarin een woning lijkt op een hotelkamer. Een kleine keuken en zitkamer, grote slaap- en badkamer.” Door die flexibiliteit, stelt hij, is hoogbouw ook geschikt voor meer doelgroepen dan gedacht - en op die manier zorgt hoogbouw ook voor doorstroming. “Een leuke groep die naar hoogbouw kijkt zijn gezinnen met oudere kinderen: de stad is hun domein en de ouders kijken er naar uit om weer wat dichter bij culturele instellingen en horeca te wonen. En zo komt er weer een woning met een tuin in de straat vrij.”

Inbouwmeubilair

Die uitsluitend positieve kijk op de torens wordt door veel collega-architecten niet gedeeld. Zo stelt Rudy Uytenhaak, oprichter van bureau RU + PA, zijn vraagtekens bij de ontwikkelingen. Hij is geen pertinente tegenstander (“diversiteit is heerlijk, maar liefst niet vijftig procent duurder en kleiner”) maar vindt dat er wel goede keuzes gemaakt moeten worden. “Hoogbouw is een beetje grote stappen, snel thuis. Een gemis aan uitleg door onze vakgemeenschap”, vindt Uytenhaak. “Het idee is natuurlijk simpel, waar één huis staat kunnen er honderd staan als je maar door stapelt, maar er moet wel afstand tussen woontorens zijn, dat relativeert het effect. Tenzij je ze schouder aan schouder zet, zoals in sommige stukjes van Hong Kong gebeurt.”

De grote vraag is of we met woontorens tegemoetkomen aan de huidige urgentie betaalbare woningen te bouwen

In een opiniestuk in NRC gaat architect Ninke Happel nog verder in op de grote stappen, snel thuis-constatering van Uytenhaak over de huidige woontorengekte, “met steeds kleinere studio’s als het marginale antwoord op de groeiende onbetaalbaarheid van woonruimte. De naam ‘prestarter’ zou niet misstaan voor de doelgroep die in deze hippe torens te dure en te kleine eenheden bewoont. De vraag wat nu eigenlijk het ‘existenz-minimum’ is en hoe je dat zou kunnen ondersteunen met slim inbouwmeubilair, dringt zich steeds vaker op. Maar anders dan tijdens het interbellum is het een ontwerpvraag die niet meer gesteld mag worden, aangezien inbouwmeubilair geen onderdeel meer is van het woningontwerp.”

Zorgelijk

Een ander probleem van hoogbouw waar Uytenhaak mee worstelt, is de aansluiting op de straat. De dikke zool van een werkschoen, zoals hij de begane grond van een woontoren omschrijft, zorgt ervoor dat een levendig straatbeeld moeilijk te realiseren is. “Het wonen speelt zich anoniemer, hoog in de lucht af. Dat kan voor sommigen leuk en statusverhogend zijn, voor de openbare ruimte is het lastig.” Ook noemt hij het zorgelijk dat wonen onbetaalbaar wordt voor starters, mensen met lagere inkomens en stadsgezinnen. “De grote vraag is of we met woontorens tegemoetkomen aan de huidige urgentie betaalbare woningen te bouwen. De voorbereidingstijd is lang, de bouwkosten hoog, de appartementen duur per vierkante meter en daardoor vaak klein.”

Een eventueel antwoord op dit torengeweld is er namelijk ook al: middelhoogbouw. Uytenhaak noemt deze bouwvorm “het geheim van klassieke binnensteden”, waarbij hij Parijs als de kampioen aanwijst. Wereldwijd zijn er genoeg voorbeelden die als inspiratie kunnen dienen. Maar ook dichterbij huis wordt dit alternatief steeds vaker genoemd en toegepast, zelfs in hoogbouwstad Rotterdam. Daan Zandbelt, voormalig Rijksadviseur voor de fysieke leefomgeving, zei het anderhalf jaar geleden al: “Het is makkelijker en goedkoper om kantoren te transformeren en blokken middelhoogbouw bij te bouwen, en op die manier te verdichten. Daarom roep ik hierbij op tot een middelhoogbouwvisie.”

Nieuw stuk stad

Naar dat advies wordt, ook in Rotterdam, steeds vaker naar geluisterd. Meest recente voorbeeld is Little C, een bijna voltooide woon- en kantoorwijk. Tegen het centrum van de stad aan, naast het Erasmus Medisch Centrum, zitten onder andere 318 woningen, 10.000 vierkante meter kantoor- en werkruimte en horeca bij elkaar in vier dicht bij elkaar staande grote blokken (met een maximale hoogte van 62 meter) en elf lagere gebouwen. NRC schreef begin deze maand al een lovende recensie over het project. “Het is niet minder dan een wonder. De wijk is een radicale breuk met de woontorens, die de afgelopen decennia overal in de Rotterdamse binnenstad omhoog zijn geschoten en de komende jaren nog talrijker én hoger zullen worden. Het resultaat is een fijnmazig nieuw stuk stad dat herinnert aan het oude Rotterdam van voor het Duitse bombardement op 14 mei 1940.”


Lees de artikelen op de websites van Trouw en NRC.


Cover: ‘February 2021, De Zalmhaven, also referred to as Zalmhaven Toren, is a project that includes a 215m residential tower in Rotterdam, the Netherlands.’ door Jolanda Aalbers (bron: Shutterstock)


Jasper_monster_sandervanwettum door Sander van Wettum (bron: SKG)

Door Jasper Monster

Redacteur Gebiedsontwikkeling.nu


Meest recent

Hattem, Netherlands door Paul Klein NL (bron: Shutterstock)

Klimaatadaptief én goed verzekerd bouwen in tijden van toenemende klimaatrisico’s

Welke rol spelen verzekeraars bij het klimaatadaptief bouwen in gebiedsontwikkelingen? Vylon Ooms, beleidsadviseur bij het Verbond van Verzekeraars, vertelt hoe moedige keuzes voor een toekomstbestendig Nederland kunnen zorgen.

Analyse

3 december 2024

Almere. Nederland door Pavlo Glazkov (bron: Shutterstock)

Van NOVEX-gebieden leefbare stadsdelen maken, dan helpt samen leren

In de NOVEX-gebieden is het bouwen van genoeg woningen lang niet de enige uitdaging voor gebiedsontwikkelaars. De inzet moet zijn leefbare stadsdelen te maken, met genoeg sociale en maatschappelijke voorzieningen. Maar hoe?

Onderzoek

2 december 2024

Haan & Laan door Esther Dijkstra (bron: estherdijkstra.com)

Goes Noordoost: wat vinden Haan & Laan er eigenlijk van?

Haan & Laan recenseren Nederlandse gebiedsontwikkelingen. Mooie plannen genoeg, maar hoe pakken ze in werkelijkheid uit? In deze aflevering Goes Noordoost met bijzondere aandacht voor de wijken Noordhoek en Mannee, waar de dichtheid wel heel laag is.

Casus

29 november 2024