Interview Met zowel een enorme bouwopgave als de toenemende klimaatverandering in het verschiet neemt het waterschap Rijnland de nodige maatregelen. En die hebben gevolgen voor gebiedsontwikkelaars. Hoogheemraad Marco Kastelein: “Ik snap dat het vervelend is, maar ook over honderd jaar moeten dit nog prettige wijken zijn.”
Het Hoogheemraadschap van Rijnland is verantwoordelijk voor de dijken en gemalen, het watersysteem en de waterzuivering in een deel van het westen van het land. Rijnland beslaat grofweg het gebied van Wassenaar tot Amsterdam en van IJmuiden tot Gouda. Met het Groene Hart kent Rijnland een groot landelijk gebied, maar de verstedelijking binnen het grondgebied van het waterschap neemt in de komende jaren naar verwachting fors toe. Voor het grondgebied van Rijnland staan tot 2030 zo’n 100.000 woningen (!) op de planning. Dit in combinatie met klimaatverandering maakt het volgens Hoogheemraad Marco Kastelein noodzakelijk om de eigen regels van Rijnland daarop af te stemmen – als een van de eerste waterschappen in Nederland.
Welke maatregelen neemt uw waterschap?
“De verplichte regels van ons waterschap zijn van toepassing op nieuwe, grote gebiedsontwikkelingen van meer dan vijfduizend vierkante meter en zijn gericht op specifieke doelen. Zoals het voorkomen van overlast door extreme neerslag en langdurige droogte, het zoveel mogelijk vasthouden van neerslag voor nuttig gebruik en het scheppen van een gezonde leefomgeving. Zo moeten nieuwe grote gebiedsontwikkelingen straks voldoen aan de 90 millimeter regel, waarvoor aangetoond moet worden dat een gebied extreme neerslag van 90 millimeter in 24 uur aan kan. Bijvoorbeeld door water op te vangen in de bodem, sloten, open water en andere vormen van wateropslag.
Dat is nodig om toekomstige clusterbuien op te kunnen vangen, iets wat we in Boskoop overigens al een keer hebben meegemaakt. Dit moet ertoe leiden dat bewoners van een gebied droge voeten houden, want onze gemalen kunnen zoveel water niet aan.”
‘Burgemeester Bruins Slotsingel, Alphen aan den Rijn, Zuid Holland, Netherlands’ door Photodigitaal.nl (bron: Shutterstock)
Waarom komt u nu tot dit besluit?
“Ik wil benadrukken dat er nog een inspraaktermijn loopt, maar als waterschapsbestuur hebben wij dit besloten vanwege de gevolgen van klimaatverandering die we nu al zien op het gebied van verdroging en vooral vernatting. En dat is gezien de enorme bouwopgave in Rijnland (grofweg het noordwestelijke deel van Zuid-Holland en het zuidwestelijke deel van Noord-Holland, red.) geen overbodige luxe. Wij hebben eerder al het convenant natuurinclusief bouwen in de provincie Zuid-Holland ondertekend, samen met heel veel, ook bouwende, partijen. Vervolgens hebben wij gekeken hoe wij die doelen concreet kunnen maken.”
Wat betekent dit voor gebiedsontwikkelaars?
“Dat hangt van het gebied af. Wij schrijven niet voor hóe ontwikkelende partijen dit voor elkaar willen krijgen. Er zijn meerdere mogelijkheden en die zijn ook afhankelijk van de situatie in een specifiek gebied, zoals de grondwaterstand ter plekke. Het kan bijvoorbeeld betekenen dat sloten dieper gemaakt moeten worden, dat een gebied opgehoogd moet worden of dat ontwikkelaars meer ruimte moeten reserveren om water te bergen in een gebied. De wijk Westergouwe is daar een goed voorbeeld van.”
Pakken gebiedsontwikkelaars dit zelf al op?
“Nee, vanzelf gaat het niet want ruimte voor waterberging kóst ontwikkelaars geld, terwijl die ruimte geld oplevert als daar woningen of bedrijven gebouwd worden. In het geval van Westergouwe heeft het Rijk klimaatmaatregelen afgedwongen als eis voor de realisatie van de wijk. Wat we daar onder meer zien, is dat er een winter- en zomerpeil voor water wordt gehanteerd en dat er een stevige groenblauwe zone is gerealiseerd. Dat zijn maatregelen die een wijk toekomstbestendig maken.”
Stijgende bouwkosten, hoge energieprijzen, inflatie en nu ook nog strengere klimaatregels. Maakt u het de gebiedsontwikkelaars niet heel ingewikkeld op deze manier?
“Ik begrijp dat we het moeilijker maken om gebiedsontwikkelingen financieel rond te rekenen, maar we kunnen niet wachten. Want ook over honderd jaar moeten de nieuwe wijken binnen ons grondgebied ook prettige gebieden zijn om te wonen. We moeten ons daarop voorbereiden en daarom is het nodig om verder te kijken dan de omstandigheden van dit moment.”
Kan een waterschap dergelijke regels eigenlijk zomaar afdwingen?
“Wij denken natuurlijk van wel, anders hadden we dit niet gedaan. Overigens zijn er gemeenten die vergelijkbare, maar minder hoge, eisen stellen. Bovendien hebben wij als waterschap ook nu al regels waaraan ontwikkelaars zich moeten houden. Bijvoorbeeld: als zij ergens willen verharden waardoor op die plekken geen water de bodem in kan, moet dat gedeeltelijk gecompenseerd worden. Doen ze dat niet, dan krijgen zij geen vergunning. Onze nieuwe klimaatmaatregelen passen daarom in het verlengde van wat we al doen en met de bedoeling om het watersysteem en daarmee ook de leefomgeving van mensen te beschermen. En dat is nodig gezien de gevolgen van klimaatverandering die nu al steeds meer merkbaar zijn.”
Moeten andere waterschappen uw voorbeeld volgen?
“Dat zou heel mooi zijn. Hoewel de wateropgaven in de diverse regio’s in Nederland verschillen, is het denk ik goed als in wetgeving concreet gemaakt wordt wat het principe ‘water en bodem sturend voor gebiedsontwikkeling’ precies betekent. En dat waterschappen en het Rijk daar samen in optrekken. Dat betekent nationaal beleid met een duidelijke plek voor water en bodem in provinciale verordeningen en omgevingsvisies.”
“Je ziet trouwens ook dat steeds meer waterschappen vroeg bij nieuwe gebiedsontwikkelingen betrokken willen zijn. En dat gebeurt gelukkig ook want achteraf maatregelen nemen is vaak veel lastiger. Neem de veel besproken ontwikkeling van de Gnephoek bij Alphen aan den Rijn. Wij zitten daar vanaf het begin aan tafel om het bekijken waar precies gebouwd kan worden en onder welke voorwaarden voor water en bodem.”
Meer weten over betaalbaar wonen en gebiedsontwikkeling? Kom naar het SKG Jaarcongres Gebiedsontwikkeling op 30 maart en schrijf je in voor de themasessie Klimaatadaptatie & GO – in laaggelegen gebieden.
PBL: maak water leidend bij investeringen
In een vandaag verschenen rapport van het Planbureau voor de Leefomgeving wordt niet alleen gewezen op de toename van droge én natte periodes in Nederland. In ‘The Geography of Future Water Challenges – Bending the Trend’ wijst het PBL op de toename van mondiale waterproblemen als gevolg van de groeiende wereldbevolking, verdere intensivering van het landgebruik, verstedelijking en klimaatverandering. De onderzoekers doen in het rapport aanbevelingen om de water- en klimaatproblematiek aan te pakken. Daar is dan wel radicaal ander beleid voor nodig. Zo stellen de onderzoekers “dat het functioneren van het watersysteem het uitgangspunt moet worden voor alle investeringen en ruimtelijke ontwikkelingen in rivierstroomgebieden, delta’s en kusten, droogtegebieden en steden”.
Cover: ‘Marco Kastelein’ (bron: Hoogheemraadschap van Rijnland)