Marlon Boeve en Co Verdaas door Sander van Wettum (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)

Hoogleraren kijken na groen licht voor Omgevingswet uit naar de ontdekkingstocht

28 maart 2023

5 minuten

Interview De Omgevingswet treedt na jaren van uitstel vanaf 1 januari 2024 in werking. De Eerste Kamer gaf eerder deze maand groen licht voor de invoering van de wet. TU Delft-hoogleraren Marlon Boeve (Omgevingsrecht) en Co Verdaas (Gebiedsontwikkeling) geven aan dat het goed is dat er nu eindelijk duidelijkheid is. Ze kijken uit naar de ontdekkingstocht.

Meer weten over hoe het omgevingsrecht kan bijdragen aan uitvoeringskracht en wat de juridische en procesmatige (on)mogelijkheden voor versnelling van de woningbouw zijn? Kom naar het SKG Jaarcongres Gebiedsontwikkeling op 30 maart en schrijf je in voor de themasessie Omgevingsrecht en GO.

De Omgevingswet werd in 2016 aangenomen, maar kreeg daarna te maken met zeer veel tegenslag. Het bericht in oktober vorig jaar dat de beoogde datum van 1 januari 2023 niet gehaald zou worden, betekende het zoveelste moment van uitstel. Maar sinds vorige week is er eindelijk groen licht. De Eerste Kamer stemde in met de invoering van de wet op 1 januari 2024. Dat betekent dat de duizenden professionals die al jarenlang met de voorbereidingen op de invoering van de wet bezig zijn, nu écht aan de slag kunnen.

Duidelijkheid geeft energie

Dat is voor Co Verdaas, hoogleraar Gebiedsontwikkeling aan de Technische Universiteit Delft, de grootste winst van het nieuws dat er eindelijk een definitieve datum is. “Er is de afgelopen jaren al keihard gewerkt, maar het is moeilijk om de motivatie vast te houden als het doel de hele tijd verschuift. Uitstel is killing om mensen scherp te houden. Deze duidelijkheid levert energie op. Oefenen is heel anders als je weet dat de situatie levensecht wordt. Dat zorgt voor passie en betrokkenheid. De komende maanden kan je bij elk besluit denken: de wet komt er, daar moeten we aan voldoen. Je loopt niet het risico dat je rekening houdt met een oud stelsel. Er ontstaat zekerheid.”

De Omgevingswet drukt een professional eerder met de neus op de feiten

Verdaas hoopt dat de duidelijkheid die nu is ontstaan ook nog een ander proces op gang brengt. “Natuurlijk moet het digitale stelsel goed werken, maar het waarom van deze wet is steeds meer naar de achtergrond verschoven. Door alle discussies hebben veel mensen het doel van de Omgevingswet uit het oog verloren. De complexiteit in ons vakgebied werd te groot. We liepen collectief het moeras in. Er was zo veel sectorale regelgeving. In combinatie met alle doelen in de leefomgeving en de stapel wensen die was ontstaan, leidde dat bijna tot een onwerkbaar stelsel. De kern van ons vak is het wegen van belangen, maar hoe weeg je de samenhang af tussen 26 sectorale wetten? Dat was bijna onmogelijk.”

Samenhang wordt afgedwongen

De zes kerninstrumenten waar de Omgevingswet nodigen niet alleen uit om vanaf het begin samenhang in de fysieke leefomgeving te realiseren, maar dwingen tegelijkertijd om dat te doen. Zowel op lokaal als regionaal niveau. Bijvoorbeeld wat betreft de woningbouwopgave en de energietransitie. Samenhang was al niet te negeren. Maar als je nu aan het begin van een besluitvormingsproces met deze werkwijze begint, krijg je al tijdens de rit zicht op eventuele problemen. En past het dan niet? Dan word je direct gedwongen om keuzes te maken. De Omgevingswet drukt een professional eerder met de neus op de feiten.”

Eerste Kamer der Staten Generaal in Binnenhof door Sirozy (bron: Shutterstock)

‘Eerste Kamer der Staten Generaal in Binnenhof’ door Sirozy (bron: Shutterstock)


Als hoogleraar Omgevingsrecht aan de TU Delft houdt Marlon Boeve zich bezig met de vraag wat de juridische gevolgen van de inwerkingtreding zullen zijn voor het vakgebied. “Iedereen moet straks met nieuwe begrippen en veranderingen werken. En hoe dat in de praktijk gaat uitpakken na 1 januari is de vraag. Gaan gemeenten bijvoorbeeld de afwegingsruimte die ze onder de Omgevingswet hebben ook gebruiken?”

Open normen

Het gebruik van ‘open normen’ is daarbij volgens Boeve een van de praktische punten waarbij het spannend is hoe de invoering van de Omgevingswet in de praktijk zal uitpakken. “Dat is als je met de juridische bril kijkt een spannende. Het spanningsveld tussen flexibiliteit en rechtszekerheid staat daarbij centraal. Door de Crisis- en Herstelwet weten we gelukkig al wel enigszins hoe de bestuursrechter denkt over het werken met open normen in bestemmingsplannen met een verbrede reikwijdte – en straks in de omgevingsplannen. Maar als je in het omgevingsplan open normen als ‘de bebouwing moet passen in de bestaande stedenbouwkundige structuur’ opneemt, wat is uiteindelijk in de praktijk dan de balans tussen flexibiliteit en de vaste regels voor gebiedsontwikkelaars?”

Grote ontdekkingstocht

Boeve geeft aan dat met de invoering van de Omgevingswet ook andere, voor gebiedsontwikkelaars relevante wetgeving in werking zal treden. “Zo krijgen zij te maken met de Wet Kwaliteitsborging voor het bouwen, waarmee het bouwtoezicht wordt geprivatiseerd. En wellicht – want nu is het nog een voorstel – ook de Wet Versterking regie volkshuisvesting die deels zal landen in de Omgevingswet. Dit wetsvoorstel beoogt overheden het gereedschap te geven om meer te sturen op de aantallen, locaties en betaalbaarheid van te realiseren woningen. Ook is de versnelling van het woningbouwproces een belangrijk doel.”

Een nieuw stelsel is altijd spannend. Er zitten altijd onvolkomenheden in en er kunnen altijd dingen misgaan

“Om snel duidelijkheid van de rechter te verkrijgen, is het voorstel dat voor woningbouwprojecten van een bepaalde grootte (waarschijnlijk 12 woningen of meer) in eerste en enige aanleg beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak openstaat. De stap naar de rechtbank kan voor deze projecten worden overgeslagen. Het is dan ook zeker dat de Omgevingswet nog de nodige aanpassingen zal krijgen. Denk daarbij ook aan nieuwe wetgeving uit Europa. Ook daar moet een plek voor worden gevonden in de Omgevingswet.”

Marlon Boeve wil benadrukken dat nieuwe wetgeving altijd ook weer onzekerheden met zich mee brengt. “De jurisprudentie moet nog uitkristalliseren. Het zijn juridisch gezien behoorlijk wat aanpassingen.” Verdaas omschrijft de komende periode als een grote ontdekkingstocht. “Een nieuw stelsel is altijd spannend. Er zitten altijd onvolkomenheden in en er kunnen altijd dingen misgaan. Wat zeker is, is dat de Omgevingswet dwingt om eerder samenhang te zoeken. Dat is precies wat we nodig hebben om tot uitvoeringskracht te komen en de ingewikkelde ruimtelijke puzzel in ons land te leggen.”


Cover: ‘Marlon Boeve en Co Verdaas’ door Sander van Wettum (bron: Gebiedsontwikkeling.nu)


Jasper_monster_sandervanwettum door Sander van Wettum (bron: SKG)

Door Jasper Monster

Redacteur Gebiedsontwikkeling.nu


Meest recent

Hattem, Netherlands door Paul Klein NL (bron: Shutterstock)

Klimaatadaptief én goed verzekerd bouwen in tijden van toenemende klimaatrisico’s

Welke rol spelen verzekeraars bij het klimaatadaptief bouwen in gebiedsontwikkelingen? Vylon Ooms, beleidsadviseur bij het Verbond van Verzekeraars, vertelt hoe moedige keuzes voor een toekomstbestendig Nederland kunnen zorgen.

Analyse

3 december 2024

Almere. Nederland door Pavlo Glazkov (bron: Shutterstock)

Van NOVEX-gebieden leefbare stadsdelen maken, dan helpt samen leren

In de NOVEX-gebieden is het bouwen van genoeg woningen lang niet de enige uitdaging voor gebiedsontwikkelaars. De inzet moet zijn leefbare stadsdelen te maken, met genoeg sociale en maatschappelijke voorzieningen. Maar hoe?

Onderzoek

2 december 2024

Haan & Laan door Esther Dijkstra (bron: estherdijkstra.com)

Goes Noordoost: wat vinden Haan & Laan er eigenlijk van?

Haan & Laan recenseren Nederlandse gebiedsontwikkelingen. Mooie plannen genoeg, maar hoe pakken ze in werkelijkheid uit? In deze aflevering Goes Noordoost met bijzondere aandacht voor de wijken Noordhoek en Mannee, waar de dichtheid wel heel laag is.

Casus

29 november 2024