Opinie De Nederlandse economie gaat goed, beter zelfs dan die van veel andere Europese landen. Toch dreigt ook stilstand in ons welvarende land. De gaskraan in Groningen gaat dicht, maar hoe nu verder?
Beste meneer Wiebes, in het kader van Prinsjesdag: we zien te weinig beweging in gebiedsontwikkeling, gegeven de forse opgaven. Niet zozeer aan de kant van ambities en visies, maar vooral in het tempo en de uitvoering. In de bouwsector zien we na een periode van stijgende productie stagnatie. De prijzen van bouwmaterialen stijgen, er is een tekort aan arbeidskrachten en projecten vertragen. Mede hierdoor loopt het aanbod op de woningmarkt achter op de vraag. Voor starters zit de markt helemaal muurvast. Lenen is lastiger geworden en het aanbod is beperkt. Ouderen blijven langer in hun eengezinswoning, waardoor de doorstroming niet op gang komt
De uitvoering hapert en dreigt vast te lopen. Er zijn veel weerstanden bij burgers, bijvoorbeeld tegen windmolenparken in Groningen en Drenthe. Of tegen de bouw van windmolens in de Wieringermeer, broodnodig voor nieuwe datacentra. Hier zien we een pittig onderhandelingstraject met diverse agrariërs. In gebiedsontwikkeling zien we zowel aan de publieke als private kant de effecten van de crisis na-ijlen. Er wordt voorzichtig omgegaan met grote risicovolle investeringen. Aan de publieke kant zien we dit bij het voorzichtig en kleinschalig bouwrijp maken van de grond en aan de private kant in het kleinere en kortere kapitaalsbeslag bij projecten. Kortom, het is tijd voor andere perspectieven. Waar liggen vragen en kansen, niet alleen voor de woningmarkt, maar in samenhang met de forse urgente maatschappelijke opgaven zoals de energietransitie?
Een slimme verbinding met de energietransitie houdt de woningen voor de lagere inkomens betaalbaar
Een eerste inspirerend voorbeeld zien we in Utrecht. De jaren zestigwijk Overvecht is een van de eerste waar de gemeente inzet op energietransitie. In dit type wijken staan relatief veel dezelfde type corporatiewoningen. De transitie blijkt geen eenvoudige opgave. Die roept bij de bewoners veel weerstand op, maar draagt wel bij aan de urgente en forse totaalopgave. Nederland kent veel wijken van dit type. Vaak met diverse problemen, mede door de eenzijdige woningsamenstelling. Een slimme verbinding met de energietransitie houdt de woningen voor de lagere inkomens betaalbaar. Daarnaast biedt dit kansen om het aantal en de diversiteit van het binnenstedelijke woningaanbod groter te maken. De noodzakelijke burgerbetrokkenheid bij de energietransitie maakt het mogelijk urgente opgaven uit het sociaal domein mee te nemen. Denk aan gezonder eten en het stimuleren van bewegen via de inrichting van de openbare ruimte. Voor koopwoningen is een vergelijkbare aanpak denkbaar in de vele bloemkoolwijken die Nederland heeft
Als tweede een voorbeeld over slim investeren, over de vraag hoe we voorkomen dat beleggingskapitaal naar het buitenland vloeit. Rotterdam biedt letterlijk en figuurlijk ruimte. Hier wordt met dit kapitaal de omvangrijke kantorenleegstand omgezet naar onder architectuur gebouwde superhoge woontorens. Het debat hierover is volop gaande, niet op alle locaties zijn omwonenden blij met deze hoogbouw. Protest gaat over de stijgende hoogte, de strijd voor het behoud van het eigen uitzicht, maar ook over het bereikbaar houden van wijken. Kijkend naar de relatief lage dichtheid in het centrum, draagt het verhogen van de bewonersdichtheid daarentegen bij aan het voorzieningenaanbod. Ook de groeiende stedelijke levendigheid en bijbehorende werkgelegenheid worden door inwoners positief ontvangen. Maar wordt hier nu voldoende gestuurd op een circulaire aanpak met bijvoorbeeld slim hergebruik van het sloopmateriaal
De Omgevingswet sluit aan bij de huidige veel grotere diversiteit aan opgaven en belangen
Dan als derde voorbeeld de opgave voor het buitenstedelijk gebied. Woonwensen, beperkte verdichtingsmogelijkheden binnenstedelijk plus de klimaat- en energieopgaven vragen hier om een nieuwe blik. Bereikbaarheid en het versterken van de ruimtelijke kwaliteit zijn hiervoor goede afwegingscriteria. Wie pakt hier de pen op en maakt de moeilijke keuzes?
Zomaar drie voorbeelden. Bij de Vinex-wijken zagen we voor de crisis een voortvarende aanpak met de omslag naar de uitvoeringsplanologie. De Omgevingswet sluit aan bij de huidige veel grotere diversiteit aan opgaven en belangen. De druk op burgers neemt hierbij toe. Hogere energierekeningen en na een droge zomer hevige regenval met onderlopende kelders. Plus bijkomende vragen: bent u al van het gas af? Of heeft u al een elektrische auto? Sport u wel genoeg? Bij iedereen groeit het bewustzijn, maar kijkend naar de voortgang gaat het tergend traag. Gedragsverandering is taai
Verwachten we niet teveel van burgers?
Het rapport Thuis in de toekomst van de Neprom geeft concrete handreikingen voor de geschetste forse ruimtelijke opgave. Maar hoe verhogen we het tempo? Hier is geen eenduidige oplossing voor. Kijkend naar de digitale communicatiemogelijkheden van deze tijd, technologische innovaties en de economische voorspoed zouden we de vaart toch weer in gebiedsontwikkeling moeten kunnen krijgen. Je vraagt je af of het gevoel van urgentie wel groot genoeg is, en of er niet teveel van burgers wordt verwacht. Natuurlijk zijn er inspirerende burgerinitiatieven, maar die zijn een druppel op een omvangrijke gloeiende plaat.
Onze Deltacommissaris Wim Kuijken neemt afscheid. Zijn inspanningen in samenwerking met regionale teams laten zien dat met harde deadlines vanuit het Rijk en leiderschap met durf, het samenbrengen van de benodigde kennis en het maken van soms moeilijke keuzes de uitvoering in beweging komt. Een mooie les, die om een breder vervolg vraagt. Mensen maken verschil. Als minister van Economische Zaken en Klimaat is het – na het sluiten van de gaskraan – de hoogste tijd om samen met collega-ministers en diverse regio’s ons welvarende land tot een duurzame aanpak en uitvoering te brengen
Cover: Ruben Alexander
Deze blog verscheen eerder in ROmagazine en op Stadszaken.nl
Cover: ‘Utrecht Overvecht’