Verslag De 5de editie van de Internationale Architectuur Biënnale Rotterdam (IABR) staat in het teken van Making City: Hoe maken we de stad? Design & Politics is een van de thema´s. Rond dit thema organiseerde de Aedes Network Campus Berlin The Metropolitan Laboratory in samenwerking met het ministerie van Infrastructuur en Milieu en drie andere partners een serie van zeven debatten. Hoe komen of staan de complexe uitdagingen waar de hedendaagse steden ons voor stellen op de politieke agenda?
democratie in de stedenbouw
Binnen het programma van de IABR werd op 25 april in het NAi het slotdebat gehouden onder de titel Design and Politics: The next phase. Curator Henk Ovink (I&M) signaleerde een disconnectie tussen de urgentie van de stedelijke opgaven en de politieke respons. “Reactie regeert. Bij een regeringscrisis, zoals nu, kan tien jaar ambtelijke beleidsvorming zomaar overboord worden gezet.” Een foto van de architecten Cornelis van Eesteren en Jacoba Mulder in de jaren 1930 gebogen over een ontwerptekening van het Amsterdamse Bos illustreerde wat hem betreft de verandering in de rol van de stedenbouwkundige. Van Eesteren droeg de toen nog gebruikelijke witte uniformjas van de zuivere wetenschapper en Mulder excuseerde zich er later voor dat ze (op de foto) de uniformjas niet aanhad.
Single issue: democratie in de stedenbouw
Twee referaten gooiden vervolgens een knuppel in het hoenderhok van het optimisme. Wouter Vanstiphout, hoogleraar Poltics & Design (TU Delft), zette zich af tegen de opgeklopte en verkeerde aandacht voor de stad onder de mantra No cities, no future. Het deed hem denken aan de No Future-periode van de Sex Pistols rond 1980. Hij zette een vraagteken bij de notie dat er geen single issue meer zou bestaan. Wat hij verwoord zag in oproepen tot samenwerken in steeds wisselende coalities. De ‘noodzaak tot herstel van vertrouwen’ en ‘de eigen verantwoordelijkheid van burgers’ en dergelijke morele retoriek kreeg een wrange wending na de toewijzing van de Olympische Spelen aan Londen, aldus Vanstiphout. Tienduizenden banen en sociale woningbouw werden door de lobby beloofd. De banen kwamen er niet en de bouwgrond werd voor grof geld aan particulieren ontwikkelaars verkocht. Toen braken de rellen en plunderingen uit in wijken als Hackney waar de Spelen meteen al voor een positieve impuls gezorgd zouden hebben. Niet dus. Een deel van bevolking en een deel van de stedelijke problematiek valt volgens Vanstiphout dus buiten de laserstraal van de aandacht voor de stad. Het single issue is er wat hem betreft nog wel degelijk, namelijk de rechtvaardige samenleving, gelijkheid en echte democratie. Vanstiphout stelde zijn hoop op de nieuwe generatie om de relatie tussen stedenbouw en democratie te herstellen.
Terugbrengen van veerkracht
De Duitse architect Thomas Sieverts zei geen van de zeven debatten uit de serie te hebben bijgewoond en daarom te kiezen voor een eigen invalshoek, namelijk het dreigende gebrek aan ‘resilience’, veerkracht, van steden. Sieverts (78) herinnerde zich hoe in de eerste naoorlogse jaren in het verwoeste Berlijn op elke straathoek een handwaterpomp was geïnstalleerd. De stadsparken waren aardappelvelden geworden. En terwijl veel woningen reeds over centrale of stadsverwarming beschikten, die niet meer werkte, waren de oude haarden en schoorstenen meestal nog aanwezig. Zodoende konden de Berlijners met bij elkaar gesprokkelde brandstof hun huizen verwarmen. Toen de welvaart van het Wirtschaftswunder over het land kwam, zijn schoorstenen massaal uit huizen gesloopt. Volgens Sieverts staat dit voorbeeld voor de veronachtzaming van de resilience in de stedenbouw, die geënt is op het huidige welvaartsniveau. Maar voor toekomst tekent zich een ‘somber’ scenario af. We kampen met te veel auto´s, te veel energie- en te veel ruimtegebruik. “De huidige economische groei wereldwijd is niet vol te houden. Onze welvaart zal zienderogen afkalven. Er zullen grote vluchtelingenstromen komen. Mijn gevoel is dat de steden zware tijden tegemoet gaan.”
Sieverts erkende dat het zeer lastig is de juiste middelen en instrumenten tot veerkracht te ontwerpen en te plannen voor ten diepste toch onvoorzienbare ontwikkelingen. Gesprekleider Henk Ovink wierp dat bezwaar tijdens de afsluitende paneldiscussie op met te zeggen dat we nooit dezelfde crisis krijgen en dus niet weten of we bij de volgende crisis op ‘schoorstenen’ zitten te wachten. Meer dan een gevoel voor resilience bij ontwerpers en planners wilde Sieverts niet vragen. “Make room for the unknown.” Toch kon hij wel enkele noodzakelijke structuurelementen noemen, zoals een mate van redundancy, decentralisatie en open ruimte. Een sprekend voorbeeld was al langsgekomen: in het stadspark kun je prima aardappels verbouwen.
Vanstiphout wees erop dat de welvaartsval van de toekomst in feite al na een treinreis voor ogen gesteld kan worden. De Parijse banlieues laten reeds een schrikbarend verschil in quality of life zien met bijvoorbeeld een Nederlandse achterstandwijk. In een ander verband tijdens de discussie, waaraan meerdere gasten deelnamen, constateerde hij ook “een patroon in mislukkingen” binnen de stedenbouw. In China lijkt er weinig geleerd van de mislukking van monofunctionele suburbane wijken. In het Westen afgezworen, worden deze eenzijdige suburbs à la banlieu daar weer in hoog tempo uit de grond gestampt. Zo kreeg het optimisme dat het vak van de stedenbouw haast van nature aankleeft een paar knauwen. Maar zoals Ovink de avond besloot: dit was helemaal geen slotdebat, het debat gaat door.
NAi Rotterdam, 25 april 2012
Organisatie: ANCB The Metropolitan Laboratory, I&M, Nederlandse Ambassade Berlijn, Stimuleringsfonds voor Architectuur, Goethe Instituut Nederland, IABR
Voor een pdf van de volledige publicatie zie bijlagen.
Cover: ‘De Erasmusbrug en de Rotterdam in Rotterdam’ door Leonid Andronov (bron: Shutterstock)