Verslag Waaraan moeten we denken bij de ontwikkeling van ‘Smart Cities’? Ton Venhoeven (Rijksadviseur infrastructuur en directeur van Venhoeven CS in Amsterdam) verzorgde op zaterdagavond 21 april een inspirerende lezing over ‘Smart Synergy’ om tot slimme stedenbouw te komen. De lezing vomrde onderdeel van de door Stadslab georganiseerde Master Class ‘Smart Synergy - Inverted Metropolis’, waaraan een twintigtal jonge ontwerpers van over de hele wereld deelneemt.
Een integrale benadering voor de slimme stad van de toekomst
Future City Henna - Bron: VenhoevenCS
‘IABR: Smart Cities - Smart Synergy - Afbeelding 1’
Venhoeven stelt dat we een grotere ‘taart’ moeten creëren om ook in de toekomst te kunnen blijven profiteren van wat de wereld ons te bieden heeft. Want: “If we don’t deal with the city, then the city will deal with us”. De weg naar de slimme stad moet decentraal worden opgepakt, maar ook integraal benaderd worden, met ‘zelfvoorzienendheid’ als toverwoord.
Globalisatie en welvaart hebben al vanaf oudsher een belangrijke invloed gehad op de ontwikkeling van stedelijke gebieden. Om deze impact te begrijpen neemt Venhoeven ons mee terug naar het begin van de stad: “Stupid Cities” zoals hij ze ook wel noemt. ‘Stupid’ omdat ze afhankelijk zijn van fossiele bronnen en hun natuurlijke omgeving.
Waar de allereerste steden nog geen straten kenden en huizen multifunctioneel en zelfvoorzienend waren, hebben economische ontwikkelingen zoals de industrialisatie en de komst van de auto ervoor gezorgd dat functies werden gescheiden. Er ontstond een ‘American Dream’ leefstijl: het privé-eigendom van auto’s en woningen werd als gangbaar beschouwd. Hedendaags dient dit nog steeds als uitgangspunt bij het ontwerpen van steden.
Sitemap Dehli - Bron: VenhoevenCS
‘IABR: Smart Cities - Smart Synergy - Afbeelding 2’
Echter vindt er een belangrijke verschuiving plaats. Waar tot eind vorige eeuw mensen veelal naar de periferie trokken, lijken steden momenteel in populariteit toe te nemen. Mensen verhuizen weer van de periferie naar de stad en clusteren rondom grote multimodale knooppunten (plekken waar meerdere vervoerstypen bij elkaar komen), een interessant fenomeen. De grote vraag bij deze verandering is hoe we de modernistische manier van ontwerpen kunnen veranderen in het ontwerpen van slimme steden. Op mondiaal niveau ligt de grote uitdaging in het verduurzamen van bestaande systemen van stedelijke netwerken.
Allereerst haalt Venhoeven het infrastructurele netwerk aan. De mobiliteit blijft toenemen en neemt een groot aandeel in de ecologische voetprint in. Het bouwen in hogere dichtheden kan mogelijkheden bieden omdat het leidt tot kortere afstanden en minder gebruik van vervoersmiddelen. Daarbij is de grote vraag wel hoe we de leefbaarheid van steden kunnen waarborgen. Om steden slim te ontwikkelen is de ‘climate economy’ strategie ontwikkeld.
De strategie start te kijken naar de conventionele vraag. Vervolgens dient gekeken te worden hoe met name de vraag naar energie verminderd kan worden. Hergebruik van afval, door onder andere op en efficiënte manier gebruik te maken van restwarmte (binnen enkele kilometers om transportverliezen
te minimaliseren) is de volgende stap. Regionaal produceren behoort eveneens tot de strategie, waarbij voedsel binnen een gesloten systeem geproduceerd dient te worden. Binnenstedelijk kunnen ‘green houses’ gestapeld gerealiseerd worden en kan bijvoorbeeld gebruik gemaakt worden van leegstaande kantoorpanden. Smart shops kunnen bijdragen aan een betere balans tussen vraag en aanbod van producten (een leuk voorbeeld dat Venhoeven geeft is het reguleren van de groeitijd van tomaten middels speciale led lampen). Ook energie dient meer regionaal geproduceerd te worden. Tenslotte dienen overschotten uitgewisseld te worden. Smart Grids maken dit mogelijk voor duurzame energie, waardoor consumenten tevens producenten van energie worden.
Tenslotte passeren enkele voorbeelden van Smart Cities de revue. Te beginnen met Ecocity Henna in Finland. VenhoevenCS ontwierp voor deze stad een transitie georiënteerd plan waarbij synergie tussen de diverse netwerken het uitgangspunt vormt. Diverse onderling verbonden decentrale districten dragen bij aan het verkleinen van de ecologische voetprint.
Vervolgens de nieuw te ontwikkelen stad Chungcheongnam-‐do in Zuid-‐Korea. Het plan voor de stad beslaat een stedelijk weefsel opgebouwd uit autovrije eilanden van verschillende afmetingen en dichtheden, welke ruimte bieden aan diverse stedelijke ontwikkelingen. Door de wisselende relaties met het infrastructurele netwerk en de hoge dichtheid van de stad is een goed georganiseerd publiek transportsysteem en voorzieningenniveau mogelijk.
Tenslotte de grote uitdaging waar de Indiase stad Delhi nu mee te kampen heeft: in korte tijd groeide de stad van twee naar zeventien miljoen inwoners. De explosieve groei van de stad met een oppervlakte vergelijkbaar met de Randstad* resulteert momenteel al in diverse problemen zoals een te lage grondwaterstand, sociale segregatie, overstromingen en het zogenaamde ‘urban heat island’ effect. Het water-‐ en rioleringssysteem zijn niet toereikend, er zijn onvoldoende betaalbare woningen en ook het infrastructurele netwerk kan de hoeveelheid mensen niet aan.
Een netwerk van Nederlandse en Indiase ontwerpers, specialisten en onderzoekers werkt nu samen aan een visie voor de stad Delhi in 2050. Een open proces georganiseerd in aparte fasen met workshops en uitwisselingsmomenten. Eén van de workshopresultaten was de strategische keuze een aantal modaliteiten in oud Delhi te combineren tot één multimodale knoop in Kashmere Gate, waardoor er ruimte vrijkomt voor (her)ontwikkeling. Op die manier kan geld verdiend worden voor het herstellen van de vervuilde rivier Yamuna die dwars door de stad loopt en de inwoners voorziet van drinkwater. Uiteindelijk is het idee om alle systemen in de stad te koppelen en op die manier slimme synergie te bereiken.
Organisatie: Stadslab, 21 april 2012
Voor een pdf van de volledige publicatie zie bijlagen.