Casus Te weinig stroom op de momenten dat we het nodig hebben, het is een probleem dat op veel plekken in het land speelt. Een project in de Amsterdamse wijk Sporenburg laat zien dat ook bewoners zelf bij kunnen dragen aan het oplossen van congestieproblematiek. Via een app worden ze aangespoord pieken in het stroomverbruik te voorkomen.
In de Amsterdamse wijk Sporenburg pakken bewoners zelf de handschoen op om netcongestie tegen te gaan. Het project FlexCity laat met een app realtime zien hoeveel elektriciteit de huishoudens verbruiken. Als het stroomnet in de wijk overbelast dreigt te raken, geeft de app een seintje om het stroomverbruik te beperken. Door op deze manier slimmer gebruik te maken van het bestaande net, worden grote en dure verzwaringsoperaties mogelijk voorkomen. En bewoners worden bovendien in staat gesteld onderling energie te verhandelen.
Slim aan net knopen
“Elektrisch laden en warmte zijn de grootste energieslurpers in woonwijken,” vertelt Hugo Niesing, directeur van Resourcefully, een ontwerp- en adviesbureau op energiegebied. “We willen als samenleving van het gas af, zelf zoveel mogelijk stroom opwekken en schone mobiliteit realiseren. Dat kan allemaal wel, maar dan moet je al die apparaten op een slimme manier aan het stroomnet knopen.” Niesing is één van de drijvende krachten achter FlexCity en woont op een steenworp afstand van Sporenburg, in een groot woonschip. Het Oostelijk Havengebied, waar Sporenburg deel van uitmaakt, was een industrieel haventerrein waar in de jaren 90 van de vorige eeuw een woonwijk is verrezen. Niesing woont er sinds 1989 en heeft het gebied zien veranderen van een vrijbuiterig stuk stad vol krakers en kunstenaars in een welvarende, rustige en kinderrijke buurt.
Het was niet alleen de betrokken buurtbewoner in Niesing die zijn oog op Sporenburg liet vallen om er samen met de gemeente de pilot FlexCity op te zetten. “Het is een fantastische plek om aan de toekomst van het stroomnet te werken. Het is een wijk met heel veel zonnepanelen en de meeste buurtbewoners zijn intrinsiek gemotiveerd om de energietransitie een handje te helpen.”
Pieken vermijden
In het oostelijke gedeelte van Sporenburg krijgen ruim 500 woningen stroom van één transformatorhuisje. Vanwege de toenemende drukte op het stroomnet staat deze ‘trafo’ van netbeheerder Liander op de lijst om aangepakt te worden. Verspreid over heel Nederland moeten vele duizenden transformatorhuisjes worden aangepast of bijgeplaatst. Een kostbare operatie: het aanpassen van één enkele trafo kost in Amsterdam ongeveer 100.000 euro aan materiaal, personeel, ruimtelijke inpassing en procedures. Het vermijden van grote pieken in de stroomvraag zorgt ervoor dat deze werkzaamheden op de lange baan kunnen worden geschoven.
‘Vogelvlucht van Sporenburg in Amsterdam’ door Iurii Buriak (bron: Shutterstock)
Niesing en zijn compagnon Ruud Fiere gingen zelf de buurt in om bewoners te overtuigen mee te doen. Na twee drukbezochte informatiebijeenkomsten nemen ongeveer 75 huishoudens actief deel aan het project. Ze krijgen een ‘dongle’ aan hun slimme meter gehangen die via een app tot op de seconde laat zien hoeveel stroom er in huis wordt verbruikt. Dat maakt duidelijk welke apparaten stroomvreters zijn en wellicht aan vervanging toe zijn. En, belangrijker nog: zo wordt inzichtelijk hoe hoog het stroomverbruik in de wijk als geheel is.
Bij een dreigende overbelasting van het net stuurt de app een pushbericht zodat opladende elektrische auto’s, elektrische warmtepompen en andere apparaten tijdelijk kunnen worden afgeschakeld. Wie de opdrachten van de app opvolgt, wordt beloond met punten. Die kunnen aan het eind van het jaar verzilverd worden in euro’s. De financiering van het project wordt mogelijk gemaakt met Europese subsidie.
Ook consumenten kunnen hun steentje bijdragen aan het voorkomen van netcongestie – en moeten dat misschien ook wel, werd eerder op Gebiedsontwikkeling.nu betoogd. Maar is het niet wat veelgevraagd om bewoners zelf verantwoordelijk te maken voor (het vermijden van) de drukte op het stroomnet? Niesing: “Je moet mensen zoeken die er oren naar hebben, een gevoel erbij hebben en er een beetje tijd voor kunnen vrijmaken.” De relatief hoge inkomensgroep in Sporenburg vormt hiervoor een geschikte populatie. Tegelijkertijd wordt gewerkt aan de automatisering van het systeem om het gebruiksgemak te vergroten. In appartementencomplexen kunnen laadpalen en collectieve warmtepompen centraal netcongestiebewust worden aangestuurd. Eerder werkte Niesing mee aan projecten in Amsterdam die het laadregime van de vloot elektrische auto’s zo aanpassen dat pieken in de stroomvraag automatisch afgevlakt worden.
Energiecoöperatie
De tijd dat stroom altijd en overal onbeperkt beschikbaar is, lijkt voorbij te zijn. Dit houdt gebiedsontwikkelingen steeds vaker tegen. In Amsterdam zitten verschillende wijken al een paar jaar ‘op slot’. Er is geen ruimte meer op het elektriciteitsnet beschikbaar voor nieuwe (zakelijke) aansluitingen. De gemeente Amsterdam heeft daarom een ‘Taskforce Netcongestie’ in het leven geroepen. De gemeente en netbeheerder Liander werken daarin samen om structurele en ad-hoc oplossingen voor het congestieprobleem te zoeken. De pilot FlexCity past in dat streven om via verschillende routes de druk op het net te verminderen.
Het uiteindelijke doel van FlexCity is om de buurtbewoners te verenigen in een energiecoöperatie. Zo kunnen zij hun zelf opgewekte stroom aan elkaar verkopen en de opwek en verbruik op elkaar afstemmen. “We gaan zoveel mogelijk elektriciteit die door de 500 huishoudens opgewekt wordt, direct proberen te gebruiken,” vertelt Niesing. “De eerste stap is om dat thuis te doen. Daarna deel je elektriciteit in je gebouw en vervolgens met je buren – die allemaal hetzelfde transformatorhuisje gebruiken. Op die manier wordt de trafo niet belast, want de elektriciteit komt er niet doorheen.”
Wet- en regelgeving maakt het onderling verkopen van elektriciteit nu nog niet goed mogelijk. De verkoop van elektriciteit is voorbehouden aan energiemaatschappijen en energiecoöperaties. In de nieuwe Energiewet, die onlangs door de Tweede Kamer is vastgesteld, komt meer ruimte voor het peer-to-peer leveren van elektriciteit. Het direct doorverkopen van elektriciteit is geregeld in Europese regelgeving over de energiemarkt. Die is in december gereviseerd om de directe verkoop van elektriciteit door consumenten mogelijk te maken. Wanneer dit in Nederlandse wetgeving wordt omgezet, is nog niet bekend.
Opschalen
Niesing pleit ervoor dat netbeheerders uiteindelijk consumenten gaan betalen voor het vermijden van piekgebruik van elektriciteit. In België bijvoorbeeld is het nettarief sinds 2023 afhankelijk van het maximale vermogen dat een huishouden vraagt. Een goede financiële beloning is noodzakelijk om de opschaling van FlexCity tot een succes te maken. Niesing: “We werken nu met kleine beloningen die uit subsidie afkomstig zijn. Dat moet structureel geregeld worden.” Ondertussen lopen gesprekken om FlexCity ook in andere Amsterdamse buurten uit te rollen en is de gemeente Arnhem ook geïnteresseerd. Wel is het project nu nog sterk afhankelijk van enthousiaste voortrekkers. “Wie zijn de Ruud en Hugo in Arnhem? Wie gaan de buurt in om het uit te leggen, vragen te beantwoorden en mensen helpen met het aansluiten en bedienen van de app?” Maar het enthousiasme blijkt aanstekelijk: in Arnhem heeft een lokale energiecoöperatie zich aangeboden om hand en spandiensten te verlenen.
Cover: ‘Panorama van het Oostelijk Havengebied in Amsterdam’ door Milos Ruzicka (bron: Shutterstock)