Opinie GO COLUMN “Alleen hoogopgeleide Amsterdammers profiteren van toenemend welzijn”, kopte het Parool[1] vorige maand. De krant baseert zich op het onderzoek ‘De Staat van de Stad’, dat onderbouwt wat velen al lang zagen gebeuren. Amsterdam is onbetaalbaar geworden voor middeninkomens en die vinden nu een woonplek in de regio. Volgens econoom Barbara Baarsma[2] zien middengroepen “de stad groeien en bloeien, maar zijn ze daar zelf geen onderdeel meer van. Dat is een heel groot gevaar[3].” Deze ruimtelijke uitsortering vergroot de kansenongelijkheid in opleiding en werk. Verschil in woon-werkafstanden, huizenprijzen en recente verkiezingsuitslagen illustreren deze polarisatie. Hoewel het sterkst in Amsterdam, treedt dit fenomeen ook op in onder meer Den Haag en Utrecht.
Een Amerikaans onderzoek[4] naar hoe kansenongelijkheid te vermijden, kwam tot een interessante conclusie: het is niet erg als je ouders minder opleiding of inkomen hebben. Dat wordt pas een probleem als geen enkel kind in je klas of straat ouders heeft met een ander perspectief op het leven. Dan wordt klimmen op de sociale ladder als een Hollywoodfilm. Iets onwerkelijks. Niet voor jou weggelegd.
Een gemengde wijk met plek voor middeninkomens dient daarom de basis te zijn voor elke stads(her)ontwikkeling. Laat de opbouw van Rotterdam West, begin vorige eeuw ontworpen door G.J. de Jongh, een inspiratie zijn. De bovenklasse woont hier aan de hoofdstraten. Elke zijstraat die je neemt, daal je een trede van de sociale ladder. In hun dagelijkse routine zien wijkbewoners een palet aan levenslopen. De wijk is zeker niet vrij van problemen, maar deze zijn minder groot dan bijvoorbeeld in Rotterdam Zuid. Dit lijkt te komen doordat de concentratie van kansarmen kleiner is en de menging met andere bevolkingsgroepen juist groter.
Ook in West leven verschillende groepen in hun bubbels zonder al te veel interactie. Maar elkaars aanwezigheid valt niet te ontkennen. In de supermarkt, tram, op het schoolplein en op straat treffen de bubbels elkaar. Zo is een ieder zich bewust, inclusief kinderen, van wat het leven te bieden heeft.
Dit strookt ook met onze woonwensen[5]. Want ‘we’ wonen graag in een buurtje van mensen zoals wijzelf. Deze verschillende buurtjes vormen samen een gemengde wijk. Bovendien kun je zo wooncarrière maken binnen de wijk. Een inclusieve ontwikkeling is uiteindelijk welbegrepen eigenbelang. Goed voor de stad en goed voor onszelf.
- Alleen hoogopgeleide Amsterdammers profiteren van toenemend welzijn - Parool
- Hoogleraar en directievoorzitter Rabobank Amsterdam
- De staat van de stad 2019 / 1’ 17” 15
- Inside Game, Outside Game (1999), David Rusk
- BPD onderzoek ‘Thuis in mijn stad’, 2018 en Prof. Jan Latten: www.trouw.nl
Cover: ‘Go column cover 2’