Internationale Bauausstellung

29 november 2012

2 minuten

Opinie Het wantrouwen tussen burgers en overheid wordt extra onder spanning gezet in krimpgebieden. In dergelijke regio’s verdwijnt een dominante middenklasse die zorgt voor economisch herstel. Tegelijkertijd vraagt krimp om ruimtelijke herstructurering in combinatie met het versterken van de sociale en economische weerbaarheid van burgers. Hoe kunnen krimpregio’s economisch groeien? Hoe kunnen ze transformeren in gebieden waarbij nieuwe vormen van stedelijkheid ontstaan, waarmee demografische neergang verbonden wordt aan nieuwe verdienmogelijkheden? Voor dergelijke transformatieprocessen is de inzet van het ‘menselijke kapitaal’, het ‘eigen DNA’, broodnodig. Dat stelt eisen aan de manier waarop bestaande bedrijven, instellingen en groeperingen worden betrokken bij regionale programma’s.

Een paardenmiddel voor stedelijke vernieuwing

Het fenomeen Internationale Bauausstellung is in Duitsland al meer dan een eeuw een innovatief planningsinstrument van ruimtelijke ordening, dat wordt ingezet bij complexe en urgente vraagstukken waarbij gangbare bestuurlijke en planologische strategieën als uitzichtloos worden ervaren. Een IBA is een event, een gebouwde tentoonstelling die dergelijke vraagstukken vertaalt in concrete ruimtelijke oplossingen. Het organiseren van een gebiedsontwikkeling als een event is niet nieuw, denk maar aan de Olympische Spelen. Wat echter bijzonder is aan IBA is dat met het event een gebiedstransitie in gang wordt gezet, die niet alleen exemplarisch is als ruimtelijk statement, maar waarbij participatie van burgers onderdeel is van een innovatief proces. Hoewel er vraagtekens kunnen worden gezet bij het koppelen van gebiedsontwikkeling aan een cultuur van mega-events, heeft IBA een aantal effecten op de omgang met de sociaal maatschappelijke context van projecten. Een IBA kan ingezet worden als marketingtool om urgentie te agenderen en bewoners te betrekken bij het proces. Met IBA wordt internationale kennis en kunde bij projecten ingezet, waardoor met een frisse blik gewerkt wordt aan lokale ‘capacity building’ en ‘learning outcomes’. Ook ontstaat met IBA een mandaat om geldende regels en voorschriften te omzeilen omwille van experiment en innovatie. Daarmee is IBA een laboratorium voor stedelijke vernieuwing waarmee lokale initiatieven kunnen worden gestimuleerd. Een IBA met een sterk thema kan lokale problemen agenderen bij landelijke overheden en daarmee middelen genereren voor verandering. IBA is daarmee een unieke en kostbare aangelegenheid, een paardenmiddel voor stedelijke transformaties en zeker geen generiek instrument. Maar als IBA wordt afgezet tegen de ‘flagship developments’ waarmee steden zich in het verleden internationaal op de kaart zetten, dan lijkt het event directer aan te haken bij lokale behoeften en initiatieven.


Door Alex Letteboer

Architect Director, Atelier PRO Architekten BV


Meest recent

Kantoren rondom tuin in Warschau, Polen door Grand Warszawski (bron: Shutterstock)

Hittestress en de Europese stad: maak meer gebruik van innovatie en co-creatie

In Europese steden wordt veel te weinig gedaan om hittestress te beperken. Dat concludeert adviesbureau Sweco. De onderzoekers bevelen aan de nadelige effecten van hitte in steden te verzachten door onder meer innovatie en co-creatie.

Onderzoek

15 juli 2024

Typische Nederlandse polder door Wut_Moppie (bron: shutterstock)

Gebiedsgericht werken in het landelijk gebied, deze bouwstenen helpen op weg

Gebiedsgericht werken in het landelijk gebied is kansrijk maar dan moet er wel aan verschillende randvoorwaarden worden voldaan. Marijn van Asseldonk van Het PON & Telos zet er zes op een rij.

Analyse

15 juli 2024

Eerste woning in Sidhadorp, Lelystad door Rob Bogaerts / Anefo (bron: Wikimedia Commons)

Van de groeikernen via Vinex naar de Novex, Michelle Provoost zoekt naar lessen

Vinex blijft de gemoederen bezig houden, nu ook in een historisch perspectief en een vergelijking met de groeikernen. INTI-directeur Michelle Provoost pleitte in de PBL-Academielezing voor meer continuïteit in beleid.

Verslag

12 juli 2024