5 januari 2015
4 minuten
Persoonlijk “We hadden een open begin. We hadden de vraag: wie maakt Nederland? Inmiddels is het fascinerend om te zien hoeveel interessante initiatieven deel willen uitmaken van ons Jaar van de Ruimte.” Voor Hans Leeflang, directeur bij het ministerie I&M en één van de initiatiefnemers van het Jaar van de Ruimte, was de aanleiding van het idee ook persoonlijke nieuwsgierigheid. “Aan de vooravond van de val van de Berlijns Muur kwamen wij met de vierde nota Ruimte. 2015 was toen de horizon. Maar het was natuurlijk een eind jaren tachtig plan. Er is inmiddels veel veranderd in de wereld en in ons land. Met de ogen van nu wil ik niet alleen weten wat er van die plannen is terecht gekomen, maar ook de heroriëntering maken op onze toekomst.”
Yves de Boer, gedeputeerde Ruimtelijke Ontwikkeling en Wonen in de provincie Brabant en voorzitter van het initiatiefcomité Jaar van de Ruimte, vindt het belangrijk niet te lang terug te kijken. “Ja, je moet de achteruitkijkspiegel goed gebruiken als je aan het rijden bent, maar we rijden wel vooruit”. Het Jaar van de Ruimte – de vraag wie maakt Nederland - draait voor De Boer ook om “de activering van de ruimte om ons heen door de inwoners, de actieve burgers. De Nederlander, de Brabander”.
Wat is nodig om over 25 jaar goed in de wereld te staan? Wat zijn de grote opgaven? Hebben we daar een beeld bij? Dat zijn volgens Leeflang de vragen die het komende jaar centraal staan. “Het toekomstbeeld moet krachtig zijn. Het draait om het bewerkstelligen van een gedeeld handelingsperspectief”. De focus ligt op de inhoud, “opgaven zijn leidend”. De Boer ziet vier grote opgaven. “Voedsel in brede zin, de voorziening, de productiewijze, de veiligheid. Ten tweede water, de spanning tussen tekort en overschot. De bewustwording in de samenleving moet groter worden.”
De derde opgaaf is volgens De Boer wonen: “hoe organiseren we de woningmarkt? Het tekort aan woningen, de gevolgen van de vergrijzing, van de verandering van het zorgstelsel, de arbeidsmigranten – permanent en tijdelijk”. Zijn laatste ligt – zeker vanuit het provinciaal perspectief – voor de hand. Energie: “Er is een grote energiebehoefte in ons land, maar ook vragen over de veiligheid van de voorzieningen en natuurlijk de andere methoden van opwekking.” De Boer benadrukt de noodzaak van een ‘innovatieagenda’ om deze opgaven ter hand te nemen. “Die agenda moeten we maken met diegenen die Nederland maken”.
Leeflang ziet daarbij drie doelgroepen: de professionals, bestuurders en politici, en het brede publiek. Yves de Boer vult aan dat het Jaar draait om “het stimuleren en faciliteren van de samenleving”. Op de website van het Jaar van de Ruimte, www.wiemaaktnederland.nl, is al een ‘waslijst’ aan initiatieven en activiteiten te vinden: transitiemarkten, prijsvragen, netwerkbijeenkomsten, conferenties, cafe’s. Een veelbelovende eerste uitspatting van creativiteit waaraan iedereen kan en mag bijdragen.
Leeflang benadrukt dat het “naast overeenstemming over de grote opgaven, erom gaat dat duidelijk wordt wie welke rol pakt. De opgaven richting de toekomst zijn leidend. Daarbinnen heeft ieder een specifieke rol.” Het belang van het toenemend aantal burgerinitiatieven is groot. “Je moet over de rand van de professionals heen het gesprek durven voeren.”
“In een recent gesprek met de gedeputeerden stelde Tjeerd Talsma (red: gedeputeerde RO en Milieu, provincie Noord-Holland) met zoveel woorden dat het ‘serious game’ is. Het Jaar van de Ruimte is mislukt als het slechts een speeltje is geweest. Ik ben het daar hartgrondig mee eens” stelt Leeflang. “Op 15 december volgend jaar wil ik een levend manifest zien en voelen. Een manifest dat duidelijk maakt wie de verantwoordelijkheid oppakt voor Nederland in de toekomst. Van het papier halen en omzetten in werkelijkheid.” De wens van De Boer is dat “zoveel mogelijk professionals en vertegenwoordigers van de samenleving aan de voorkant hebben meegedacht. Met de oogst moeten de beleidsmakers aan de slag kunnen en moet de samenleving geïnspireerd zijn. We moeten naar een volhoudbaar toekomstperspectief, niet alleen duurzaam, maar ook volhoudbaar.”
De provincies zijn volgens Leeflang van cruciaal belang voor het succes van het Jaar van de Ruimte. “We hebben de gedeputeerden van alle provincies nodig op het podium van de slotbijeenkomst op 15 december 2015. Zij brengen de kwaliteit van de leefomgeving, de ruimtelijk ordening, tot leven.” Yves de Boer trekt de vergelijk met zijn eigen provincie Brabant. “Wij voeren ook het debat over ‘wie maakt Brabant’? We hebben dat ‘ontwerpend onderzoeken’ genoemd. Het mozaïek Brabant, een tapijt met ideeën over stedelijke ontwikkeling in een groen landschap, reist nu langs de grote steden.” Hij hoopt dat het Jaar van de Ruimte ook tot zulke inspiratiebronnen zal leiden.
Op 15 januari vindt de startbijeenkomst plaats in de Beurs van Berlage in Amsterdam. ”We gaan onze bezoekers niet alleen informeren over het hoe, wat en waarom van het Jaar van de Ruimte, maar we starten de eerste discussies. Geen welles-nietes discussies. Een goed gesprek. Over onze missies, visies en beelden van ruimtelijk Nederland” aldus Leeflang. Bestuurlijk Nederland zal goed vertegenwoordigd zijn op 15 januari. “Er zijn gelukkig veel partijen die willen meedenken over en meewerken aan de toekomst van ruimtelijk Nederland.”
Cover: ‘2015.01.05_Interview: Wie maakt Nederland?_cov’