22 januari 2016
4 minuten
Nieuws Om de toekomst van architectuur en stedenbouw te bepalen, moeten we eerst de complexiteit van lange termijn ontwikkelingen in kaart brengen, stelt hoogleraar Carola Hein (Architectuur- en Stedenbouwgeschiedenis). Het volgen van het ‘zwarte goud’ - de wereldwijde petroleumstromen - en de impact ervan op de gebouwde omgeving is er een prachtig middel voor, vertelt ze in haar intreerede.
27 januari 2016 | 15:00 plaats: Aula TU Delft
Van het aanboren van de eerste winningslocaties tot aan het transport per mammoettanker over de wereldzeeën hebben oliestromen enorme invloed gehad op de manier waarop onze steden, wegen en gebouwen eruit zien. Wereldwijde oliestromen bepalen het aanzien van wegen en benzinestations, maar ook wolkenkrabbers als het Rockefeller Center, Petronas Towers en Burj Khalifa zijn architectuuruitingen van het zwarte goud. Beroemde Nederlandse iconen als de hoofdkwartieren van Shell en Esso in Den Haag, zouden nooit gebouwd zijn zonder de olie-industrie. Door de focus op de verborgen kracht van de oliestromen te leggen kunnen we de geschiedenis van architectuur en stedenbouw vanuit een compleet nieuw perspectief bekijken. “Globaal, los van de traditionele nadruk op klassieke architectuur en westerse planningstradities”, zegt Hein. “Als je architectuurgeschiedenis koppelt aan de geschiedenis van grensoverschrijdende netwerken van goederen, financiën en mensen, ontstaat een internationaal perspectief, dat verder gaat dan de traditionele discussie over stijl en auteurschap.”
Olie heeft de hoogste gebouwen van de wereld gecreëerd, de langste netwerken van infrastructuur, wegen en pijpleidingen en is de motor achter iconische steden zoals Dubai naar Astana. En de invloed van olie is nog lang niet opgedroogd. Inspirerende stedenbouwkundige ontwerpen voor nieuwe drijvende steden zijn direct verbonden aan de oliewinning in de Atlantische Oceaan. Net als skyscrapers en steden in barre klimaten zijn het voorbeelden van de technische prestaties die door olie zijn gekatalyseerd. Terwijl sommige landen blijven bouwen met en voor olie, voeren andere discussie wat te doen met het erfgoed ervan.
Hedendaagse architectuurhistorici moeten hun blikveld verleggen buiten de traditionele focus op bouwstijlen, materialen en beroemde architecten, stelt Hein. De operaties van internationals in olie-industrie kunnen hen daarbij een leidraad geven. Zij zijn, samen met overheden, krachtige actoren in de transformatie van de gebouwde omgeving op meerdere niveaus. Ze bouwen landschappen en stedelijke vormen en functies, in alle vormen en schaalgroottes.
Caricature of Standard Oil's Reach" (Udo J. Keppler, als gepubliceerd in Puck magazine, 1904)
‘Intreerede Carola Hein: Architecten van het zwarte goud - Afbeelding 1’
Studie van de olieketen maakt geïntegreerd onderzoek mogelijk naar industriële, retail- en kantorenstructuren. Haar onderzoek is weliswaar globaal, maar in haar huidige project fungeert de Randstad als case studie. Daarbij gaat het vooral om de sporen die de olie-industrie heeft achtergelaten in de regio Rotterdam/Den Haag. Het onderzoek bekijkt ook welke reacties de olie-industrie uitlokte in architectuur, stedenbouw en design, maar ook op artistiek gebied (films, literatuur, muziek) en in het openbare leven.
Gratis kaarten uitgedeeld door oliemaatschappijen
‘Intreerede Carola Hein: Architecten van het zwarte goud - Afbeelding 2’
De overgang van ‘petroleumscapes’ naar landschappen die vrij zijn van fossiele energie is de onvermijdelijke volgende stap in het onderzoek. Hoe moet een planner de stedenbouwkundige ruimte benaderen wanneer tankstations wijken voor laadpalen en olieraffinaderijen voor windmolens? “Het creëren van bewustzijn van de alomtegenwoordige aanwezigheid van olie helpt bij het nadenken over en bedenken van nieuwe toepassingen voor de oliegerelateerde structuren”, zegt Hein. Eerst dus ontrafelen hoe het er ooit is gekomen, voordat het allemaal weer wordt verspijkerd.
Haar onderzoek ‘Global Landscapes of Oil’ is een van de projecten waar ze als nieuwe hoogleraar de schijnwerpers op zet in lezingen, workshops, colleges en studio werk. Daarbij werkt ze samen met andere leerstoelen. Haar pleidooi voor betere kennis van de geschiedenis teneinde tot betere ontwerpen (‘Beyond Oil’) te komen, is breed gericht. Studenten die nu worden opgeleid aan de faculteit Bouwkunde waaieren steeds meer uit over de hele wereld, want bouwkundig ontwerpen is grensoverschrijdend vak. Maar het vereist wel een onderscheidend vermogen. Een van haar ambities is, de TU Delft uit te laten groeien tot centrum voor architectuur en stedenbouwkundige geschiedenis.
Kaart met tankstations in de Randstad en een Purfina tankstation (Carola Hein/Sybold van Ravesteyn)
‘Intreerede Carola Hein: Architecten van het zwarte goud - Afbeelding 3’
Inmiddels is een speciale ‘augmented reality tool’ ontwikkeld om de gebouwde omgeving door de lens van olie te bekijken. Als een smartphone of tablet met de software tool wordt gericht op een stedelijk gebied, lichten bepaalde architectonische elementen op. Bijvoorbeeld gebouwen die verbonden zijn met het wereldwijde oliehandel. “Als je alle gebouwen ziet die gebouwd zijn in opdracht van Shell of Exxon of daarmee in relatie staan, realiseer je je pas welke lokale impact zo’n internationale handel heeft op architectuur en stedenbouw”, zegt Hein. “De context van die globale geschiedenis inzichtelijk maken, daar draait het mij om.”
Augmented reality Tool for Oil-Escapes (Carola Hein)
‘Intreerede Carola Hein: Architecten van het zwarte goud - Afbeelding 4’
Foto bovenaan: Mental Petroleumscapes (Jenna Arts)
Cover: ‘2016.01.22_Intreerede Carola Hein: Architecten van het zwarte goud_cover’