Persoonlijk Isabelle Vries is Algemeen Programmamanager van het Rotterdam Makers District. Als hoofd van het programmabureau moet zij de transformatie van het Merwe-Vierhavens gebied (M4H) in het westen van Rotterdam in goede banen leiden. Want waar in vergelijkbare gebieden de haven langzaamaan plaatsmaakt voor de stad, moeten die twee werelden in het Makers District juist samenkomen. “Er zijn nog veel rauwe randjes, maar we pakken het aan.”
Hoe bent u in het gebied
terechtgekomen?
Ik werkte al langer voor het
Havenbedrijf als strategisch adviseur en gebiedsmanager. Vanuit die rollen was
ik betrokken bij de ontwikkeling van de Stadshavens. Dat zijn gebieden in
Rotterdam die na het vertrek van de havenactiviteiten vernieuwd moeten worden.
De gemeente en het Havenbedrijf werken in dit programma vaak samen. Het Rotterdam
Makers District is daaruit voortgekomen, als inhoudelijke koers voor het gebied
Merwe-Vierhavens en voor RDM Rotterdam (het havengebied aan de overzijde van de
Nieuwe Maas – red.).
‘Merwe4Haven | Gemeente Rotterdam’
Luchtfoto Merwe4havens | bron: gemeente Rotterdam
Aanvankelijk was de strategie bij de Stadshavens zoals bij de meeste van dit soort transformatiegebieden: haven eruit, stad erin. Maar in het geval van M4H hebben de gemeente en het Havenbedrijf besloten gezamenlijk in het gebied te investeren. Dat betekent dat het Havenbedrijf zich niet langzaam terugtrekt, maar actief meedoet aan de herontwikkeling van dit gebied.
Wat is de taak van het
programmabureau?
Wij richten ons op de
gebiedsontwikkeling van M4H. Ook verbinden we de innovatieve kant van de haven met
de innovatieve kant van de stad. Zo koppelen we bedrijfsleven, kennis en
onderwijs aan elkaar. Het programmabureau is een coördinerend bureau, niet zozeer
dé gebiedsregisseur. Er zijn meerdere spelers in het gebied. Gemeente, Havenbedrijf
en private partijen blijven werken vanuit dit gezamenlijke kader. Daar letten
wij ook op.
Is het niet lastig om als
programmabureau twee opdrachtgevers te hebben?
Het is én-én. Waar de gemeente
meer als publiek orgaan werkt en bijvoorbeeld de bevoegdheid heeft bestemmingsplannen
goed te keuren, kan het Havenbedrijf weer risico's nemen op vastgoedgebied. Het
Havenbedrijf is verzelfstandigd, heeft eigen vastgoed en wil die portefeuille
ook ontwikkelen. Bij de gemeente ligt het accent op woningbouw en stedelijke
voorzieningen, terwijl het Havenbedrijf bezig is met het ontwikkelen van de maakindustrie.
Op die manier vullen de partijen elkaar aan.
Natuurlijk kom je elkaar ook weleens tegen met deze tegenstrijdige belangen. Dan moeten wij als programmabureau zorgen dat die partijen op dezelfde lijn blijven. Wij zijn smeerolie of mediator als dat nodig is. Onderdeel van de gemeenschappelijke strategie is dat de winkel openblijft tijdens de verbouwing. Er zitten hier nog steeds een aantal grote havenbedrijven. Dat bijt natuurlijk wel met de belangen van woningbouw. Wij proberen de balans te vinden.
Maakt die combinatie van
opdrachtgevers dit gebied uniek?
Jazeker. Meestal is het zo dat
de haven zich - in goed of minder goed overleg - terugtrekt. De haven bemoeit
zich dan niet meer met de nieuwe invulling van het gebied, maar zorgt vooral
dat bedrijven verplaatst worden. De gewenste mix tussen wonen en haven zie je niet
vaak.
Verder is het ook een heel grote en langdurige opgave. In 2030 hebben we nog lang niet het hele gebied getransformeerd. Dat is prima, want dat geeft ons de tijd adaptief te zijn. Je kan namelijk nooit één plan maken dat ook nog eens tot 2040 meegaat. Het raamwerk dat we hebben gemaakt is daarom ook alleen strikt waar het moet. We hebben hoofdlijnen neergelegd, maar ook letterlijk een aantal witte vlekken ingetekend die tot 2035 leeg blijven.
Is het voor u als
programmamanager vervelend om die lange adem te moeten hebben?
Tuurlijk, als je alleen naar de
woningbouw kijkt, zou ik willen dat het sneller kon. Maar tussentijds kunnen ik
wel al bedrijvigheid en sommige voorzieningen faciliteren. Dus ik zie gelukkig
al wel dat het gebied verandert en beter wordt. Dat is ook nodig, want je moet
af en toe een succes kunnen vieren.
Wat zijn de grootste
uitdagingen het komende jaar?
Snelheid maken met de
woningbouw. Daarvoor is het nieuwe bestemmingsplan nodig. Daarnaast willen we een
paar grote partijen naar het gebied halen die echt het verschil kunnen maken voor
de opschaling van de gebiedsontwikkeling. Maar ook de ontwikkeling en de aanpak
van de bereikbaarheid en openbare ruimte zijn uitdagingen. Dat laatste geeft
sfeer en laat zien: er zijn nog veel rauwe randjes, we zijn nog niet zo ver,
maar we pakken het aan. Dat vind ik een belangrijke uitdaging.
Cover: Isabelle Vries, Algemeen Programmamanager van het Rotterdam Makers District
Dit artikel verscheen in onze wintereditie 2020 van gebiedsontwikkeling.krant. Lees hier de andere artikelen en bekijk de gehele krant!
Cover: ‘isabelle de vries’