Onderzoek De 15-minuten-stad blijft een populair concept binnen gebiedsontwikkeling, maar mag een stad als Amsterdam die titel ook dragen? Ja, concludeert Petar Koljensic in zijn scriptie, maar een fiets, een woning in het centrum en een westerse achtergrond zijn daarbij wel van belang.
De ideale stedelijke situatie waarbinnen de meeste basisbehoeften en aanvullende wensen binnen het kwartier voor inwoners te bereiken zijn. Zo definieerden Amerikaanse onderzoekers het concept toen zij de vraag probeerden te beantwoorden wat de 15-minuten-stad nou precies betekent. Belangrijk uitgangspunt is daarbij dat auto’s wel onderdeel uitmaken van deze stad, maar zeker niet de schaal of vorm bepalen. Dat doen namelijk de voetgangers en fietsers. Anders kan elke moderne stad wel als 15-minuten-stad worden gezien.
Hoe snel bereikbaar
In zijn masterscriptie zoekt Petar Koljensic, destijds student aan de Technische Universiteit van Wenen en nu onderzoeker aan de TU Delft, naar het antwoord op de vraag of Amsterdam kan worden gezien als een 15-minuten-stad. Om die vraag te kunnen beantwoorden, ontwikkelde hij de 15-minuten-index. In dit model is Amsterdam onderverdeeld in kleine gebieden van 100 bij 100 meter. Per gebied is gekeken hoe snel de noodzakelijke voorzieningen kunnen worden bereikt door te wandelen of te fietsen (van de supermarkt tot het zwembad en de ijswinkel en van het park tot de metrohalte en de fysiotherapeut).
Met de index probeert Koljensic te achterhalen of heel Amsterdam een 15-minuten-stad genoemd mag worden en of dat voor iedereen zo is. Om die conclusies te kunnen trekken, voegde hij sociale kenmerken van de inwoners van Amsterdam aan het statische model toe. Leeftijd, afkomst en het hebben van een uitkering zijn enkele van de elementen die van invloed kunnen zijn op de mobiliteit van een bewoner.
Niet voor iedereen
De conclusie van het onderzoek is duidelijk. Nee, niet heel Amsterdam is een 15-minuten-stad. En nee, Amsterdam is ook zeker niet voor iedereen een 15-minuten-stad. Het antwoord op die beide vragen is duidelijk nee. Waar je in de stad woont en wat voor een bewoner iemand is (de sociaal-economische kenmerken), zijn volgens Koljensic sterk van invloed op de reistijd. Fietsers (en zeker fietsers die in het centrum van de stad wonen), kunnen zeker zeggen dat zij in een 15-minuten-stad wonen.
Maar hoe verder iemand uit het centrum van de stad woont of wanneer de fiets wordt ingeruild voor de wandelschoenen, is daar al snel veel minder sprake meer van. Metrostations, bibliotheken en zwembaden zijn niet binnen het kwartier te bereiken voor voetgangers.
In de buitenwijken van Amsterdam doet het principe van de 15-minutenstad al snel minder opgeld
‘Amsterdam, Netherlands - September 22, 2021: Early morning in Amsterdam. People ride bicycles, the ancient European city of Amsterdam. Sunlight and silhouettes, beautiful downtown’ door Taiga (bron: Shutterstock)
De sociaal-economische kenmerken van de bewoners vormen de andere belangrijke factor die voor ongelijkheid binnen Amsterdam als 15-minuten-stad zorgt. Vooral ouderen en Amsterdammers met een niet-westerse achtergrond bereiken binnen een kwartier veel minder voorzieningen dan zou moeten. Directe verklaringen voor dit verschil geeft Koljensic niet (buiten het feit dat ouderen minder snel wandelen/fietsen). Het feit dat in de buitenwijken van de stad meer Amsterdammers met een niet-westerse achtergrond wonen, speelt echter zeker een rol.
1 minuut
De onderzoeker hoopt dat de index niet alleen de gemeente Amsterdam helpt om gerichter ingrepen te doen. Daarmee kan de magische grens van 15 minuten in grotere delen van de stad worden doorbroken. Door locatiegerichte voorzieningen en kenmerken van de bewoners toe te voegen (Koljensic noemt het vervangen van de ijswinkels in Amsterdam voor koffiebarren zoals in de Oostenrijkse hoofdstad Wenen als voorbeeld), kan het model over de hele wereld worden ingezet.
Dat kan erg nuttig zijn, want de tekortkomingen en groeiende ongelijkheden die uit het onderzoek van Koljensic naar boven komen, staan niet op zichzelf. Bloomberg Citylab omschreef de 15-minuten-stad al als een systeem waardoor de nu al bestaande ongelijkheden in de stad alleen maar groter worden. “De aanleg van fietspaden en herinrichting van parkeerplaatsen zorgt er niet voor dat de segregatie verdwijnt. Hoe goed deze maatregelen ook voor het milieu kunnen zijn, ze kunnen ook de gentrificatie versterken.” Als alternatieve benadering presenteert Vinnova, een Zweedse overheidsinstelling gericht op innovatie, daarom de 1-minuut-stad. Die stad begint direct na de voordeur waardoor locatie en beweegsnelheid een minder grote rol spelen.
Lees de volledige scriptie op de site van de Technische Universiteit van Wenen.
Cover: ‘Kinderen op fiets, Amsterdam’ door Dutch_Photos (bron: shutterstock.com)