Utrecht luchtfoto

Jan van Zanen: ‘De motor moet blijven draaien'

25 april 2017

4 minuten

Persoonlijk De vier grote steden hebben het kabinet gevraagd om 35 miljard euro in de Randstad te investeren. De gelden zouden nodig zijn voor het realiseren van groene woningen en het verbeteren van de bereikbaarheid van de regio. 5 vragen aan de Utrechtse burgemeester Jan van Zanen.

1. Wat was de directe aanleiding om met Rotterdam, Den Haag en Amsterdam om tafel te gaan?

‘Steden groeien, niet alleen in Nederland, maar in de hele wereld. Utrecht groeit naar verwachting van 343.000 inwoners nu, naar 450.000 inwoners in 2040. In alle G4 steden is deze groei herkenbaar. Als gevolg van de groei en verdichting in de steden en stedelijke regio’s, staan we voor een van de grootste uitdagingen van de 21e eeuw. Als regio hebben we een aantal opgaves waar we straks allemaal mee te maken krijgen op het gebied van bereikbaarheid, verstedelijking en de energietransitie. Door samen deze uitdaging aan te gaan zorgen we er voor dat de steden leefbaar blijven. De regio Utrecht is een van de meest competitieve regio’s van Europa. Met een gezamenlijke inzet zorgen we ervoor dat de komende jaren dit ook zo blijft. ‘

2. Wat voegen deze plannen toe aan de huidige plannen die er al liggen?

‘Vanuit Utrecht brengen we onder andere de ambities en plannen in uit de Ruimtelijke Strategie Utrecht die vorig jaar in de raad is vastgesteld. Om de gunstige internationale concurrentiepositie en het aantrekkelijke vestigingsklimaat voor de toekomst te behouden moeten we nú gezamenlijk gaan investeren in compacte, duurzame en bereikbare stedelijke regio’s. De lobby vanuit de G4 sluit goed aan op de ambities van Utrecht.’ ‘Als het gaat om de energietransitie heeft Nederland zich in Parijs verbonden aan een noodzakelijke opgave, maar tegelijk een ambitieuze doelstelling. De grote steden weten dat van hen een grote bijdrage verwacht zal worden. De gemeenten kunnen onder meer helpen door aardgasloze verwarming van de gebouwde omgeving te stimuleren. Als stad hebben we hier geld voor vrijgemaakt, maar het is een grote opgave waar we ook hulp van de provincies, het Rijk, Europa en private partijen voor nodig hebben.’

3. In dit plan zet u in op verdichte, duurzame woon- en leefgebieden. Waar in Utrecht moeten die volgens u komen?

‘De verwachting is dat er tot 2040 circa 600.000 extra woningen in en rond de G4 nodig zijn. In Utrecht hebben we ervoor gekozen deze groei binnenstedelijk op te vangen. Dat zet extra druk op de kwaliteit van de openbare ruimte en mobiliteit in en om de stad. Door te verdichten krijgen we ook een nieuwe mobiliteitsvraag waarvoor een systeemsprong nodig is. Belangrijke nieuwe woningbouwlocaties zijn, naast Leidsche Rijn, het Beurskwartier en de Merwedekanaalzone. Het is een kans om deze locaties efficiënt te benutten. Dit betekent onder andere vaker ‘de hoogte in gaan’.’

4. Hoe noodzakelijk is de gevraagde investering? Als die investeringen niet uit Den Haag er niet komen, is de samenwerking dan van de baan?

‘We hebben in Utrecht 90 miljoen euro vrijgemaakt voor de slimme en toekomstbestendige groei van de stad. Maar het is een grote opgave waar we zoals gezegd ook de hulp van de provincies, het Rijk, Europa en private partijen voor nodig hebben. Over de precieze hoogte van de financiële last van komende jaren zal het gesprek de komende tijd worden gevoerd met allerlei partijen waaronder het nieuwe kabinet. Om de gunstige internationale concurrentiepositie en het aantrekkelijke vestigingsklimaat voor de toekomst te behouden moeten we nú gezamenlijk gaan investeren in compacte, duurzame en bereikbare stedelijke regio’s. Om een goed begin te maken is vooral nodig dat het Rijk en (groot)stedelijke regio’s elkaar als partners vinden in het stimuleren van de Nederlandse economie. In de Randstad wordt immers ca. 50% van het BBP verdiend, en de Randstad is de banenmotor van Nederland. Die motor moet blijven draaien.’

5. Het plan is nu voorgelegd, wat zijn de vervolgstappen?

‘De gezamenlijke opgaven zijn gedeeld met de minister president. Als we idealiter al onze ideeën tot circa 2040 kunnen realiseren (met bijdragen vanuit bijv. Europa, het Rijk, gemeenten, bedrijfsleven) komen we tot een forse investeringsopgave van enkele miljarden. Op dit moment worden de plannen nader uitgewerkt in overleg met de ministeries. Over de vervolgstappen gaan we in gesprek met het nieuwe kabinet.’ 


Dit artikel verscheen eerder in ROmagzine #4


Cover: ‘Utrecht luchtfoto’


Door Mieke Naus


Meest recent

Kantoren rondom tuin in Warschau, Polen door Grand Warszawski (bron: Shutterstock)

Hittestress en de Europese stad: maak meer gebruik van innovatie en co-creatie

In Europese steden wordt veel te weinig gedaan om hittestress te beperken. Dat concludeert adviesbureau Sweco. De onderzoekers bevelen aan de nadelige effecten van hitte in steden te verzachten door onder meer innovatie en co-creatie.

Onderzoek

15 juli 2024

Typische Nederlandse polder door Wut_Moppie (bron: shutterstock)

Gebiedsgericht werken in het landelijk gebied, deze bouwstenen helpen op weg

Gebiedsgericht werken in het landelijk gebied is kansrijk maar dan moet er wel aan verschillende randvoorwaarden worden voldaan. Marijn van Asseldonk van Het PON & Telos zet er zes op een rij.

Analyse

15 juli 2024

Eerste woning in Sidhadorp, Lelystad door Rob Bogaerts / Anefo (bron: Wikimedia Commons)

Van de groeikernen via Vinex naar de Novex, Michelle Provoost zoekt naar lessen

Vinex blijft de gemoederen bezig houden, nu ook in een historisch perspectief en een vergelijking met de groeikernen. INTI-directeur Michelle Provoost pleitte in de PBL-Academielezing voor meer continuïteit in beleid.

Verslag

12 juli 2024