Persoonlijk De politieke besluitvorming over gewenste waterveiligheidsniveaus in Nederland komt niet tot stand, constateert Matthijs Kok tot zijn spijt. Kok is deze zomer aangesteld als hoogleraar aan de TU Delft. Hij vervult hierbij de leerstoel “Waterveiligheid” aan de faculteit Civiele techniek. ‘Sinds Cees Veerman vier jaar terug zijn rapport heeft opgeleverd, is er stilstand in het debat. Dat is jammer.’
Interview met TU-hoogleraar Kok
Achteraf kijkend constateert de hoogleraar dat de adviezen van de commissie Veerman misschien nog wel iets te rigide waren, maar dit neemt niet weg dat volgens hem de politiek zich moet gaan uitspreken. ‘De Deltacommissie heeft dit probleem voorlopig uitgesteld door de veiligheidsniveaus in de regionale deelprogramma’s uit te werken. Dat kan, maar uiteindelijk zal het een nationaal debat worden, vanwege de samenhang in het watersysteem en de gevolgen voor de Waterwet. Bovendien moet je er de invloed vanuit Duitsland – vanwege de stroomgebiedbenadering – bij betrekken’, meent hij. ‘Natuurlijk zijn veiligheidsniveaus een lastig onderwerp voor het politieke debat’, erkent Kok. ‘Het vraagt om een goede voorbereiding.’ De hoogleraar maakt er geen geheim van: graag zou hij samen met zijn collega’s voor de informatie voor de noodzakelijke bestuurlijke afwegingen willen zorgen. ‘Veel informatie is al voorhanden, maar niet geschikt gemaakt voor een politieke afweging. Je moet een aantal strategieën presenteren (waaronder het advies van Veerman: alles 10x veiliger), gekoppeld aan kosten, baten en slachtoffers. Hier kan de politiek vervolgens een debat over voeren en een politieke keuze maken.’
Delft Flood Risk Centre
Kok, eveneens oprichter en directeur van adviesbureau HKV Lijn in Water, neemt een deel van de rol van de vertrekkende grootheid Han Vrijling over. Met (fulltime) collega Bas Jonkman, die per 1 oktober de leerstoel Integrale Waterbouwkunde invult, gaat hij onder meer het Delft Flood Risk Centre vormgeven. Een volledige integrale benadering van waterrisico’s, zowel de kansen als de gevolgen van overstromingen staat hen voor ogen. De nieuwe hoogleraar wil overstromingskansen en strategieën voor rampenbestrijding onderzoeken en economische gevolgen integreren in de besluitvorming. Verder wil hij zich vanuit het onderzoeksprogramma FC2015 richten op de onzekerheden in ‘realtime overstromingsmanagement’.‘ Bestuurders moeten beslissingen kunnen nemen die rekening houden met werkelijke sterkten van waterkeringen, zodra ze worden belast door het oprukkende water.’
Innovaties
‘Een uitdagende taak, maar ook een lastige’, stelt hij vast. Het is daarbij geen vraag dat de hoogleraar al deze thema’s integraal wil aanpakken. ‘Integraal werken is inherent aan ons vak’, stelt hij. Kok en Jonkman intensiveren daarom de samenwerking met bouwkundigen, ecologen (via bijvoorbeeld Building with Nature) en bestuurskundigen. ‘Ik verwacht dat dit nieuwe onderzoek tot tal van innovaties zal leiden, waar ook internationaal veel belangstelling voor is.’
Het interview vindt plaats op de kamer van zijn vertrekkende voorganger Han Vrijling. De kamer, die vandaag leeg staat, is bestemd voor collega hoogleraar Bas Jonkman die fulltime aan de slag gaat met de integrale waterbouwkunde. Kok verheugt zich op de samenwerking, en op de onderzoeksprojecten die hem te wachten staan: zoals het ‘doordenken’ met de Bouwkunde faculteit van de vormgeving van multifunctionele waterkeringen. Met de bestuurskundigen gaat hij aan de slag om de hardnekkige kloof tussen beleid en uitvoering in organisaties te tackelen, als het gaat over waterveiligheid.
Risicomijdend
Daarnaast wil Kok met zijn onderzoekers de economische gevolgen van watersnood nog beter in kaart brengen. ‘Door globalisering van de economie zijn de economische gevolgen groter geworden, maar daarover is nog niet veel bekend. Globalisering zorgt ervoor dat overstromingen in regio’s wereldwijde economische impact hebben. Daarnaast worden we als samenleving steeds meer risicomijdend.‘Hoe breng je dat inzicht in beeld bij besluitvorming over waterbescherming’, is de vraag die hij zich stelt. Aziatische delta’s hebben hierbij zijn zorg. ‘Landen als Indonesië en Thailand moeten hun economische centra in delta’s extra beschermen om te voorkomen ze economisch sterk achteruitgaan na een watersnood.’ Als voorbeeld noemt Kok Japanse bedrijven, die hebben aangekondigd uit Thailand te vertrekken als de regering geen maatregelen neemt om de fabrieksterreinen tegen het water te beschermen. In die centra is ‘leven met water’ geen optie. ‘In deze delta’s moet er veel meer aandacht komen voor het beheer en onderhoud van waterkeringen, evenals het monitoren van risico’s en het treffen van ruimtelijke maatregelen buiten de centra. Ook moet men hier beter kijken naar de situaties waarin je besluit tot evacuatie bij waterdreiging. Dit geldt met name in gebieden met een geringere economische functie.’
Piping
Ook het lopende onderzoek in Nederland biedt tal van uitdagingen. Zo kijkt Kok uit naar de promotie van TU Delft promovendus Wim Kanning, nog voor het einde van dit jaar, over het verschijnsel ‘piping’; ondergrondse waterstromen die een extra gevaar kunnen vormen voor dijken die door water belast worden. ‘Uit die promotie volgt nog veel vervolgonderzoek, waarbij we onder andere kijken naar mogelijke maatregelen en de effectiviteit ervan. Een extra berm achter de dijk aanleggen is een optie, maar er zijn ook andere (beheers)maatregelen mogelijk.
Meerlaagsveiligheid
De discussie van de afgelopen tijd rond meerlaagsveiligheid heeft Matthijs Kok verbaasd. ‘Een debat is altijd goed, maar laat het dan om de inhoud gaan. De ‘frame’ van vele voorstanders had vooral betrekking op de rol van de waterprofessional. Dan denk ik al snel dat de inhoudelijke argumenten op zijn’, vindt hij. ‘Het gaat om de bijdrage aan veiligheid, dus de effectiviteit van maatregelen. De ruimtelijke ordening – laag 2 van het concept meerlaagsveiligheid – biedt veel mogelijkheden, maar deze zijn veelal niet effectief.’
Inhoudelijk debat
Matthijs Kok wil dat het debat inhoudelijk gevoerd wordt: ‘Het doel van meerlaags veiligheid is het minimaliseren van de risico’s van water. Allerlei andere overwegingen zijn dan ‘bijvangst’ die afleiden af van de ‘hoofdvangst’, waterveiligheid. Bestuurders willen veiligheidsmaatregelen die werken. Daarnaast willen ze oplossingen die er mooi uitzien, of waarmee men regionale ontwikkeling stimuleert. Dan moet dáár het gesprek over gaan.’ Hij formuleert vervolgens diplomatiek: ‘Meerlaagsveiligheid is een fantastisch concept, maar het bevat ook maatregelen die nauwelijks bijdragen aan de veiligheid. Daarnaast ben ik ervan overtuigd dat ‘techniek’ altijd nodig blijft bij het terugbrengen van de waterrisico’s: dat zijn dijken, gemalen, pompen en baggerwerkzaamheden.’
Hoger veiligheidsniveau
De TU Delft houdt zich nog steeds bezig met de nasleep van de overstroming in New Orleans. De nieuwe waterkeringen hebben succesvol de storm Isaac doorstaan Zonder te willen oordelen of de Amerikanen het goed hebben aangepakt, vindt Kok wel dat de Amerikanen een hoger veiligheidsniveau had kunnen hanteren bij de doorgevoerde maatregelen. ‘Een beschermingsniveau van 1/500 is toch heel wat anders dan 1/10.000 zoals bij ons. Daar had vanuit onze optiek wel een tandje bij gekund, maar het is wel een bewuste keuze van de Amerikaanse samenleving.’
Cover: ‘Thumb_regelgeving kabinet regering overheid_0_1000px’