Thumb_netwerk en knooppunten_0_1000px

Kansrijke nieuwe stadscentra vragen om hoogwaardig en snel OV

26 maart 2012

2 minuten

Onderzoek De Randstad is een metropolitane regio, waarin naast de historische stadscentra tientallen nieuwe centra zich ontwikkelen tot kansrijke woon-, werk- en voorzieningenlocaties. Om de internationale concurrentiekracht te versterken is betere afstemming nodig tussen deze belangrijkste stedelijke concentratiegebieden en hoogwaardig openbaar vervoer. In opdracht van het OV-bureau Randstad onderzochten Bureau Stedelijke Planning en Goudappel Coffeng hoe die afstemming tot stand kan komen tussen de verstedelijking en het openbaar vervoer in de Randstad.

Nieuwe centra zijn de grootste concentraties aan centrumstedelijke functies in een stadsgewest met een multifunctionele invulling en bovenwijkse voorzieningen op locaties waar voorheen geen sprake was van een stedelijk centrum. In de Randstad zijn inmiddels 37 nieuwe centra aanwezig in alle soorten en maten. Daarnaast zijn er nog vijf in ontwikkeling. Ook binnen de nieuwe centra is sprake van een sterke dynamiek. De hiërarchie tussen de historische en nieuwe centra neemt steeds verder af. Naast de (nieuwe) centra zijn in de Randstad een groot aantal woon- en werkgebieden te onderscheiden. Deze hebben over het algemeen een extensief karakter, met vooral laagbouw. Zowel in ruimtelijk opzicht als vanuit vervoersoptiek is dit geen optimale situatie.

Tegenwoordig is de historische binnenstad ‘slechts’ één van de centra in een stad. Deze ontwikkeling heeft ertoe geleid dat de binnensteden, die nog altijd het zwaartepunt van het landelijke OV-systeem vormen, in steeds minder gevallen de eindbestemming van een verplaatsing zijn. Tussen de (nieuwe) centra en de diverse woon- en werkgebieden zijn mobiliteitsstromen ontstaan met een kriskras-karakter. Het huidige openbaar vervoer systeem is hier echter nog onvoldoende op afgestemd. Voor de ruimtelijk-economische ontwikkeling en de concurrentiepositie van een metropool is een optimaal stelsel van openbaar vervoer echter van groot belang.

Voor het OV-bureau Randstad was dit aanleiding om aan Bureau Stedelijke Planning en Goudappel Coffeng opdracht te verlenen voor een onderzoek dat tot doel had tot een betere afstemming en versterking te komen van de netwerkontwikkeling van het Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV) en de ruimtelijk-economische ontwikkeling in de Randstad. Hierbij heeft Bureau Stedelijke Planning zich gericht op de verstedelijking en Goudappel op het openbaar vervoer. In het onderzoek is onderscheid aangebracht tussen centra en knooppunten. Met centra worden de (meest intensief) verstedelijkte plekken aangeduid. Het gaat dan om het grondgebruik. Met knooppunten worden de (meest belangrijke) halteplekken van het HOV-systeem aangeduid.

Een uitgebreid onderzoeksverslag is te downloaden op: www.stedplan.nl.

Zie voor de volledige publicatie:


Cover: ‘Thumb_netwerk en knooppunten_0_1000px’



Meest recent

Kantoren rondom tuin in Warschau, Polen door Grand Warszawski (bron: Shutterstock)

Hittestress en de Europese stad: maak meer gebruik van innovatie en co-creatie

In Europese steden wordt veel te weinig gedaan om hittestress te beperken. Dat concludeert adviesbureau Sweco. De onderzoekers bevelen aan de nadelige effecten van hitte in steden te verzachten door onder meer innovatie en co-creatie.

Onderzoek

15 juli 2024

Typische Nederlandse polder door Wut_Moppie (bron: shutterstock)

Gebiedsgericht werken in het landelijk gebied, deze bouwstenen helpen op weg

Gebiedsgericht werken in het landelijk gebied is kansrijk maar dan moet er wel aan verschillende randvoorwaarden worden voldaan. Marijn van Asseldonk van Het PON & Telos zet er zes op een rij.

Analyse

15 juli 2024

Eerste woning in Sidhadorp, Lelystad door Rob Bogaerts / Anefo (bron: Wikimedia Commons)

Van de groeikernen via Vinex naar de Novex, Michelle Provoost zoekt naar lessen

Vinex blijft de gemoederen bezig houden, nu ook in een historisch perspectief en een vergelijking met de groeikernen. INTI-directeur Michelle Provoost pleitte in de PBL-Academielezing voor meer continuïteit in beleid.

Verslag

12 juli 2024