Opinie De invloed van de kenniseconomie wordt tastbaar, zichtbaar en beleefbaar in de ruimtelijke ordening van Nederland. Een nieuwe topografie van topclusters tekent zich af op de landkaart. Aan de voet van het Nijmeegse Valkhof moet de Health Valley tot bloei komen. Tussen de Grebbeberg en de Wageningse berg vult zich de Food Valley met onderzoek voor de agribusiness en productontwikkeling voor de voedingsmiddelen industrie. In Noord Nederland vult de Energy Valley het gat dat ontstaat na het leegpompen van de Slochterense gasbel met kennisontwikkeling over duurzame energie en innovatieve biomassaproductie.
Hele regio’s moeten zich ontwikkelen tot valleien van kennisintensieve bedrijvigheid en onderzoeksinstituten. De historische toevalligheid van het ontstaan van Silicon Valley, prachtig geboekstaafd door Peter Hall in hoofdstuk 14 van zijn klassieker Cities in civilization (Londen, 1998), vormt de inspiratie voor deze regionale strategieën om plaats te maken voor de kenniseconomie. Bedrijventerreinen worden Science Parks en menig universiteitsterrein wordt aaneengesmeed tot een campus inclusief Business & Science Park. In Twente is nu zelfs een viaduct gesloopt om de visuele relatie tussen universiteit en bedrijventerrein te versterken.
De campus van de Universiteit van Twente kan worden beschouwd als de moeder van de kennisgerichte gebiedsontwikkeling in Nederland. Als eerste in Nederland heeft deze universiteit bij oprichting in 1961 naar Amerikaans voorbeeld gekozen voor het campusmodel. Landgoed Drienerlo werd een campus met faculteitsgebouwen, woningen voor studenten en medewerkers, een sportcentrum, winkel en uitgaansgelegenheid. Nu, pas 40 jaar later, volgen vele andere universiteiten dit voorbeeld.
Van campus tot Science Park
De Radbouduniversiteit, ook gevestigd op een landgoed (Heyendaal), realiseert stapsgewijs een prachtig plan van stedebouwkundige Ashok Bhalotra. De vernieuwde parkontwikkeling maakt woongelegenheden, sportcentrum, restaurant, café en winkels en universitair medisch centrum tot een logisch geheel. Wageningen was in feite een stad als campus, maar de Wageningen Universiteit & Researchcentrum concentreert nu al haar onderwijs- instituutsgebouwen op de voormalige proefvelden aan de Bornsesteeg. Studentenflats en sportvoorzieningen waren daar al. De Universiteit Utrecht vormt de Uithof om tot een campus met duizenden studentenwoningen, enkele winkels en restaurants. De letterenfaculteit en de rechtenfaculteit blijven in de binnenstad, maar concentreren zich daar geheel in een aaneengeschakeld complex van historische panden aan de Drift op een zogenoemde een soort binnenstadscampus.
De eigentijdse campus biedt, anders dan de klassieke Amerikaanse campusuniversiteit, ook ruimte aan bedrijven. Ook hierin is in Nederland Enschede leidend. In de jaren ’80 van de vorige eeuw werd aan de overkant van de Hengeloseweg een bedrijventerrein ontwikkeld speciaal voor technische bedrijvigheid. Met een van de eerste computernetwerken van Nederland moest de universiteit een trekker vormen. Ook dit voorbeeld kende veel navolging. Menig universiteitsstad richtte een Science Park in ergens in de buurt van een universiteitslocatie. De echte uitdaging blijkt echter om een stabiele omgeving te bieden waarin bedrijven in een constante wisselwerking met onderzoeksgroepen staan.
De permanente wisselwerking tussen fundamenteel onderzoek, innovatie in productontwikkeling en vermarkting blijkt in de praktijk een stuk lastiger. Een bedrijventerrein naast een universiteit fungeert niet zomaar als Science Park. In Enschede had er zich in de loop der tijd een accountantskantoor en een advocatenbureau gevestigd; geen partij voor de wiskundigen en nanotechnologen. Voorloper en succesvol voorbeeld van een universitaire bedrijfsomgeving waarin valorisatie van kennis tot bloei komt is het Zweedse Lund. Op de universiteit was de mobiele telefoon ontwikkeld en met telefoniebedrijf Ericsson als grote trekker is in korte tijd daarna een concentratie van kennisintensieve bedrijvigheid tot stand gebracht.
Habitat voor open innovatiebenadering
Juist de uitvinding van mobiele telefonie en de ontwikkeling van computernetwerken zou een footloose organisatie van de waardeketen van kennisproductie-productinnovatie-vermarkting mogelijk moeten maken. Toch lijkt het geheim van dergelijke kennisvalorisatie in de factor nabijheid te zitten. In Eindhoven heeft Philips haar belangrijkste R&D locatie omgevormd tot een open High Techcampus, waar zelfs concurrent Sony welkom is. Een campus zonder universiteit als ruimtelijk hart van de Brainport, maar met een gezamenlijk voorzieningen voor horeca om ontmoeting tussen onderzoekers, ontwerpers, marketing mensen en andere toevallige passanten in de hand te werken. Nu is het Twente die een trend volgt. De universitaire campus en het Business- en Science Park worden tot een Kennispark aaneengesmeed. De portiersloge met slagboom van de universiteitscampus (plaatselijk bekend als Checkpoint Charlie) is gesloopt en zelfs het talud van de tussengelegen lokale vierbaansweg is met provinciaal geld afgegraven en het viaduct is gesloopt. De verwijdering van de fysieke barrière moet het plaatselijke ‘ecosysteem’ versterken van fundamenteel onderzoek, kennisintensieve bedrijvigheid en innovatie. De vrijgekomen stroken grond aan beide zijden van de weg worden gebroederlijk door universiteit (eigenaar aan de noordkant) en gemeente (eigenaar aan de zuidkant) uitgegeven voor ontwikkeling. In het centrum van het gebied komt as van horeca en andere voorzieningen die campus en bedrijvenpark functioneel verbindt rond de HOV bushalte. De vraag is gerechtvaardigd of het creëren van een visuele relatie – over de nieuwe gelijkvloerse weg met busbaan heen – het succes van de Twentse kennisintensieve bedrijvigheid werkelijk versterkt. De UT was jarenlang kampioen in start ups van bedrijfjes, maar ook kampioen van de na drie jaar weggetrokken levensvatbare bedrijven. Ze gingen vaak naar de Randstad, soms naar elders in de wereld. Inmiddels is het Kennispark gegroeid tot 330 bedrijven met 5900 commerciële arbeidsplaatsen. De ondernemerstrainingen, het ‘kennisportal’ en de netwerkactiviteiten van de Kennisparkorganisatie zijn ongetwijfeld van doorslaggevend belang voor een succesvolle groei van kennisintensieve bedrijvigheid. Toch lijkt de nabijheid van een universiteit van voldoende belang, om voor een zorgvuldige kennisgerichte gebiedsontwikkeling. Het draait allemaal om de nieuwe topografie van kennis: bouwen aan het juiste ‘habitat’ voor een succesvol ‘ecosysteem’ van kennisintensieve bedrijvigheid.
Cover: ‘Portret_Willem Buunk_1345px’