Recensie In 1950 woont 10 procent van de Nederlandse bevolking alleen. In 2019 is dat ruim een derde en in 2050 naar verwachting de helft. Met deze simpele tijdlijn en de constatering dat onze woningvoorraad vooral uit eengezinswoningen bestaat, stelt Jacqueline Tellinga de terechte vraag: ‘Wat gaan we bouwen?’ Zoals de illustraties laten zien, bouwen we nog altijd alsof het 1950 is.
We settelen later, vormen steeds vaker geen gezin, worden ouder en peinzen er niet over om te verhuizen naar een verzorgingshuis, voor zover die nog bestaan. Met als gevolg dat het aantal eenpersoonshuishoudens groeit, zowel onder jongeren als ouderen. De rekenfout in de opening (dat de helft van het aantal huishoudens eenpersoons is betekent niet dat de helft van de mensen alleen woont) doet niet af aan de kracht van het signaal. Want als straks de single de hoeksteen van onze samenleving is, waarom passen we onze manier van bouwen daar dan niet als de wiedeweerga op aan?
Prijsvraag
In het volledig tweetalige (NL/EN) boek ‘Klein Wonen – Small Homes’ vertelt Tellinga het verhaal van de BouwExpo Tiny Housing, die in 2016 startte met een ideeënprijsvraag en eindigde als een heuse tiny woonwijk in Almere Poort. Een tiny house is in deze prijsvraag gedefinieerd als een huis met maximaal 50 m2 BVO.
De prijsvraag leverde 245 (!) inzendingen op en het boek is dan ook doorspekt met innovatieve ideeën voor kleine huisjes, ondersteund door allerlei prettig beeldmateriaal. Van maquettes en plattegronden tot ruimtebesparende interieurideeën en uiteindelijk de real deal: foto’s van hoe de tiny houses nu functioneren als huis, als buurtje en als onderdeel van de stad.
Een greep uit de winnende inzendingen: Een tiny house van karton, een autarkisch tiny house dat zijn eigen afvalwater hergebruikt, tiny houses met drie verdiepingen of een tiny house in een geodetische koepel. De ontwerpen, omschrijvingen en de beelden van de verschillende inzendingen vormen het aangename, innovatieve en inspirerende deel van dit boek.
Onwillekeurig vraag je je af waarom je eigen huis eigenlijk zo inefficiënt is, waarom we in een boot of caravan wél interieur specifiek ontwerpen voor de ruimte, terwijl je je thuis mag behelpen met standaardformaten. En waarom jouw trap eigenlijk géén boekenkast is?
Handboek
Maar de echte kracht van het verhaal van Tellenga zit hem in de uitgebreide omschrijving van het proces. Van prijsvraag tot woning wordt nergens afgeweken van regelgeving of gebruikelijke procedures. Het past allemaal binnen het Bouwbesluit en het bestemmingsplan en door hoofdstukken te wijden aan de grondprijs, erfpachtvoorwaarden, kabels en leidingen, kavelpaspoorten en de volledige procedure is het tegelijkertijd een soort handboek geworden voor iedereen die iets met tiny houses zou willen doen.
Het boek eindigt met enthousiaste getuigenissen van bewoners die zich prettig en geborgen voelen in hun kleine woning. Soms omdat ze hem zelf hebben ontworpen, maar ook de bewoner die hem gewoon van Funda plukte is tevreden. Er is dus nog markt voor ook.
Het boek van Tellenga is een inspirerend en enthousiasmerend verhaal over vernieuwing in een sector die daar niet om bekend staat. Inleidingen van wethouder en minister onderstrepen het belang, en bijdragen van Ton Idsinga, Aaf Brandt Cortius en de juryleden voegen verschillende perspectieven toe.
Het leest prettig en is door het vele beeldmateriaal mooi om doorheen te bladeren. In dat vele beeldmateriaal raakte ik af en toe een klein beetje de kluts kwijt als verschillende ontwerpvarianten benoemd worden of als het tiny house ineens op een andere plek staat of een ander interieur heeft. Veel van het beeldmateriaal zal aangeleverd zijn door de ontwerpers en uit verschillende fases in het ontwerpproces stammen.
‘klein wonen -> Uitgeverij THOTH 2’
Pagina uit het boek - Uitgeverij THOTH
Wat nu?
Het boek over kleine huisjes laat ons toch wel met een grote vraag achter. Wat nu? We zitten middenin een grote verandering in de manier waarop (en vooral met wie) we wonen. Als je het aan ontwerpers vraagt, zijn er allerlei interessante oplossingen denkbaar die niet alleen recht doen onze demografische veranderingen, maar ook nog eens actuele thema’s als duurzaamheid en betaalbaarheid adresseren. Architectuurcriticus Ton Idsinga noemt het project een woonlaboratorium in vol bedrijf.
Het boek laat een wereld zien van heel gericht en liefdevol ontwerp van de woonomgeving. Een huisje ontworpen als een kunstwerk of sieraad dat precies bij jou past. Maar als je naar buiten kijkt, staan de hijskranen en betonmolens toch vaak nog steeds in dezelfde stand als in 1950 en vertellen veel ontwikkelaars ons dat het ook nu nog nodig is om weilanden vol te bouwen.
Natuurlijk zijn tiny houses niet dé oplossing voor ons woningbouwprobleem. Maar ze zijn wel een verrijking in het spectrum van wat er mogelijk is. Niet alleen omdat ze klein zijn, maar vooral omdat ze ons dwingen om ons wonen opnieuw onder de loep te nemen vanuit de behoefte van de gebruiker. Wat hebben we écht nodig?
De waardevolle lessen die we daaruit leren, kunnen onze manier van woningen bouwen beïnvloeden, zoals onze smartphones hebben gezorgd voor innovaties in onze computers. Laten we ervoor zorgen dat die lessen hun weg vinden naar ontwikkelend Nederland, zodat we gaan bouwen voor het huishouden van de toekomst. En misschien wordt mijn trap dan ook nog eens een boekenkast.
Cover: Uitgeverij THOTH
‘Klein Wonen / Small Homes’ door Jacqueline Tellinga, Uitgeverij THOTH, ISBN: 978-90-6868-783-5
Cover: ‘Klein wonen -> Uitgeverij THOTH’