Wateroverlast Hattem door Paul Klein NL (bron: Shutterstock)

Klimaatrisico’s vragen om versneld en vooral veel concreter beleid

17 mei 2024

4 minuten

Onderzoek Na de stikstofcrisis lijkt de watercrisis hét grote vraagstuk voor plannenmakend Nederland te worden. Het Planbureau voor de Leefomgeving heeft de risico’s van teveel en te weinig water in kaart gebracht. Conclusie: het beleid om de zo noodzakelijke klimaatadaptatie vorm te geven is te abstract. Een concretiseringsslag is node gewenst.

De afgelopen weken buitelen de berichten over water in Nederland over elkaar heen. Deze week kopte de NOS nog dat er te weinig gebeurt om de waterkwaliteit te verbeteren, op basis van nieuw onderzoek van RIVM. Onder meer de vervuiling door de agrarische sector is een groot probleem, door mest en bestrijdingsmiddelen. Nieuw is die constatering niet, wel dat er geen effectieve maatregelen worden genomen om te voorkomen dat deze schadelijke stoffen in het water terechtkomen.

De Europese klimaatdienst WMO becijferde dat het extreme weer van 2023 tot 13,4 miljard euro aan schade heeft geleid

Bij de hoeveelheid water in onze delta is sprake van een vergelijkbaar beeld. Ook hier stapelen de problemen zich op, in diverse vormen. Zo weten we sinds kort dat droge bodems, veroorzaakt door klimaatverandering, slecht nieuws betekenen voor de discipline archeologie. “Hoe droger de grond, hoe slechter bodemschatten bewaard blijven,” aldus NOS Nieuwsuur.

Eerder dit jaar luidde de Raad voor de Leefomgeving en infrastructuur (Rli) de noodklok over de slechte staat waarin honderdduizenden funderingen verkeren; een grootschalig herstelprogramma is nodig en daar moet de Rijksoverheid de lead in nemen met extra geldelijke steun. Ook buiten Nederland is duidelijk dat teveel en te weinig water een forse financiële impact heeft: de Europese klimaatdienst WMO becijferde dat het extreme weer van 2023 tot 13,4 miljard euro aan schade heeft geleid. Om nog maar niet te spreken over het groeiende verlies van mensen- en dierenlevens.

Alle hens aan dek

Over de sense of urgency rondom te veel en te weinig water kan dus weinig discussie meer bestaan. Maar worden de analyses vervolgens ook vertaald in krachtig doorpakkend beleid? De onderzoekers van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) zijn daar kritisch over. De conclusie van het deze week verschenen rapport ‘Klimaatrisico’s in Nederland, De huidige stand van zaken’ luidt dat het Rijk aan zet is om klimaatadaptatiebeleid te integreren in alle beleidsvelden en op alle bestuurlijke niveaus; het is alle hens aan dek. Aan de basis van deze gevolgtrekking ligt een gedetailleerde analyse van drie klimaatontwikkelingen: het wordt warmer, heter en natter.

Stromende regen in Zutphen door Maarten Zeehandelaar (bron: Shutterstock)

‘Stromende regen in Zutphen’ door Maarten Zeehandelaar (bron: Shutterstock)


De gehele samenleving ondervindt daarvan de consequenties, van de gezondheid tot en met de waterhuishouding en de landbouw. Met daarbij de nuance dat risico’s elkaar ook onderling kunnen versterken, waardoor de impact nog verder toeneemt. Ook zijn de risico’s en het adaptatievermogen ongelijk verdeeld over bevolkingsgroepen en gebieden.

De afgelopen jaren is al het nodige beleid ontwikkeld om in te spelen op de gevolgen van klimaatverandering, zo geven de onderzoekers van het PBL aan. Dit was echter grotendeels gebaseerd op de klimaatontwikkeling in de afgelopen decennia. “Bij de verwachte toekomstige klimaatverandering en frequentere extremen zal dit beleid tegen grenzen aanlopen.” De oplossing is adaptatiemaatregelen naar voren te halen, in keuzes en uitvoering. En daar wringt de schoen: het beleid rondom hitte, droogte en wateroverlast door piekbuien is onvoldoende ver ontwikkeld. “Tegelijkertijd ontbreken vaak heldere doelen en monitoring van de effectiviteit en voortgang van de adaptatie.”

De overall-aanbeveling van het PBL luidt dat klimaatadaptatie sturend wordt bij beleidskeuzes

Het moet dus veel concreter, zegt het PBL. Hoe dan precies blijft nog even de vraag; dit wordt geadresseerd in het rapport dat in 2026 over klimaatadapatiebeleid zal verschijnen. Het blijft bij de constatering dat het nodig is “concrete doelen en/of indicatoren” te formuleren, om daarmee ook effectief te kunnen monitoren. Het Rijk is aan zet om als regisseur op te treden en ervoor te zorgen dat klimaatadaptatie beter in beleid wordt verankerd. Ook moet de samenwerking tussen de betrokken overheidslagen worden verbeterd. De overall-aanbeveling van het PBL luidt dat klimaatadaptatie sturend wordt bij beleidskeuzes en dan vooral bij die voor de langere termijn. Deze zijn gekoppeld aan grote investeringen. Drie velden worden concreet benoemd door de onderzoekers:

  1. woningbouw. “Het is belangrijk klimaatadaptatie mee te nemen in de plan- en besluitvorming van stedelijke ontwikkeling. Waar en hoe kan er gebouwd worden, rekening houdend met overstromingen, wateroverlast en hitte?”;
  2. het landelijk gebied. Hier ziet het PBL een belangrijke rol weggelegd voor het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). De activiteiten hier moeten gekoppeld worden aan de draagkracht van water en bodem;
  3. het watersysteem. Het toekomstig gebruik van de Nederlandse wateren vraagt om keuzes inzake de waterverdeling en de gevolgen voor de waterkwaliteit en bescherming tegen overstromingen. De watersector heeft hier zelf ook al de nodige ideeën over, zo schreef de Unie van Waterschappen samen met VNG en IPO begin dit jaar een brief naar informateur Ronald Plasterk met daarin voorstellen hoe het principe ‘water en bodem sturend’ in ruimtelijke plannen kan worden verankerd – inclusief de daarvoor benodigde wetswijzigingen.

Het volledige rapport van het Planbureau voor de Leefomgeving is hier te vinden. In dit rapport brengt het PBL belangrijke klimaatrisico’s in Nederland in beeld, die optreden in het huidige klimaat. Concreet gaat deze studie over klimaatrisico’s voor de waterveiligheid, -kwantiteit en -kwaliteit, de gebouwde omgeving, mobiliteit, natuur, landbouw, gezondheid, cultureel erfgoed en rampen- en crisisbeheersing door de veiligheidsregio's. Begin 2026 volgt een tweede PBL-rapport over de risico’s in het toekomstige klimaat, onder andere op basis van de klimaatscenario’s van het KNMI (2023). De twee rapporten zullen samen kennis opleveren voor de herijking van de Nationale Klimaatadaptatiestrategie (NAS) en de Deltabeslissingen, beide in 2026.


Cover: ‘Wateroverlast Hattem’ door Paul Klein NL (bron: Shutterstock)


Kees de Graaf door Sander van Wettum (bron: SKG)

Door Kees de Graaf

Eindredacteur Gebiedsontwikkeling.nu


Meest recent

Kantoren rondom tuin in Warschau, Polen door Grand Warszawski (bron: Shutterstock)

Hittestress en de Europese stad: maak meer gebruik van innovatie en co-creatie

In Europese steden wordt veel te weinig gedaan om hittestress te beperken. Dat concludeert adviesbureau Sweco. De onderzoekers bevelen aan de nadelige effecten van hitte in steden te verzachten door onder meer innovatie en co-creatie.

Onderzoek

15 juli 2024

Typische Nederlandse polder door Wut_Moppie (bron: shutterstock)

Gebiedsgericht werken in het landelijk gebied, deze bouwstenen helpen op weg

Gebiedsgericht werken in het landelijk gebied is kansrijk maar dan moet er wel aan verschillende randvoorwaarden worden voldaan. Marijn van Asseldonk van Het PON & Telos zet er zes op een rij.

Analyse

15 juli 2024

Eerste woning in Sidhadorp, Lelystad door Rob Bogaerts / Anefo (bron: Wikimedia Commons)

Van de groeikernen via Vinex naar de Novex, Michelle Provoost zoekt naar lessen

Vinex blijft de gemoederen bezig houden, nu ook in een historisch perspectief en een vergelijking met de groeikernen. INTI-directeur Michelle Provoost pleitte in de PBL-Academielezing voor meer continuïteit in beleid.

Verslag

12 juli 2024