Nieuws Dagelijks vernemen we over de groeiende kloof tussen hoog en laag opgeleiden in Nederland, tussen jong en oud, en tussen mensen met en zonder migratieachtergrond. Over de toenemende ongelijkheid voor wat betreft inkomen, leefstijl én politieke voorkeuren. Veel minder aandacht is er voor de groeiende ongelijkheid tussen delen van Nederland - tussen de centrale gebieden in en rondom de Randstad en de meer perifeer gelegen gebieden aan de rand van Nederland, het zogenoemde Randland.
Wat is het toekomstscenario voor gebieden langs de rand van Nederland? De sociale ongelijkheid tussen de Randstad en de streken daarbuiten is sterk toegenomen.
De dreigende kloof tussen Randstad en Randland gaat verder dan het verschil tussen stad en platteland of de verschillen in levensstijlen. Het gaat hier om ongelijkheid die mede het resultaat is van beleid. Beleid zoals Agenda Stad en het Topsectorenbeleid. De Agenda Stad is erop gericht de economie van de grote steden te versterken - met het idee dat zij de motor van Nederland zijn. Het beleid is succesvol want de grote steden groeien al jaren - in banen, inkomens en inwoners. Maar dit succes heeft een prijs. Want de keerzijde van groei is krimp en waar iemand wint is er ook iemand die verliest.
Veel van de nieuwe inwoners van de Randstad komen uit andere gebieden in Nederland. Deze gebieden zien hun bevolking dalen omdat jonge en hoogopgeleide inwoners voor studie en baan naar de Randstad vertrekken. En terwijl er per inwoner veel is geïnvesteerd in de Randstad, blijven de investeringen elders achter.
Krimpgebieden
Het is goed dat jongeren op zoek gaan naar nieuwe ervaringen waar dan ook in Nederland en elders. Het vertrek van jonge en ambitieuze bewoners leidt echter tot problemen in de krimpende gebieden omdat de samenstelling van de bevolking uit balans raakt. In 'de periferie' dreigt daarmee een concentratie van kwetsbare groepen te ontstaan - meer ouderen, meer laag opgeleiden met lage inkomens, meer groepen met een afstand tot de arbeidsmarkt, en tegelijk meer mensen met gezondheidsproblemen en een lagere levensverwachting.
En dat in een tijd van hervorming van de welvaartsstaat, waarin publieke voorzieningen afnemen en de verwachting is dat particulier initiatief de gaten opvangt. Dat initiatief is er, met prachtige voorbeelden van groepen burgers die zorgcoöperaties oprichten, lokaal vervoer regelen, multifunctionele winkels en dorpscentra opzetten en zelf duurzame energie opwekken. Pioniers van de participatiemaatschappij en als zodanig herhaaldelijk gevierd en geprezen - via gouden appeltjes en andere prijzen en in de media zoals in de serie 'we doen het zelf wel' (Human, NPO2). Maar daarmee is het probleem niet opgelost, zeker niet op de lange termijn. Op den duur dreigt immers een tekort aan vrijwilligers door de scheve samenstelling van de bevolking waardoor er op termijn meer zorgvragers dan zorgaanbieders zijn.
Randland
De grote prangende vraag is wat we met de gebieden langs de rand van Nederland in de toekomst willen? Zonder investeringen om de leefbaarheid op peil te houden dreigt verdere achteruitgang, omdat de basis voor ontwikkeling wordt ondermijnd: een vitale bevolking en voldoende voorzieningen voor onderwijs, gezondheidszorg en vervoer.
Zonder beleid dat krimp en groei in samenhang beschouwt, dreigt de kloof groter te worden en raakt Nederland uit balans. Daarom bepleiten de vijf krimpprovincies een nieuwe koers en een structureel investeringspakket: Nederland in balans.
Het is een kwestie van rechtvaardigheid en gedeelde verantwoordelijkheid. Verdere achteruitgang van 'de periferie' betekent een groot verlies van waarde en potentieel, niet alleen voor de mensen die er wonen, ook voor Nederland als geheel. De Randstad kan echt niet zonder de rest - om te eten, wonen, recreëren - voor voldoende energie, natuur, cultuur. In het Randland liggen prachtig mooie delen van Nederland en is er volop ruimte voor nieuwe bedrijvigheid. Maar om die ruimte tot waarde te maken, moeten er wel mensen zijn die ervoor willen zorgen.
Dit artikel verscheen in de Volkskrant op 14 maart 2017.
Het artikel is opgesteld door: Bettina Bock, hoogleraar RUG, Bea Schouten, gedeputeerde Gelderland, Eelco Eikenaar en Johannes Kramer, gedeputeerden Groningen, Harry van der Maas, gedeputeerde Zeeland, en Daan Prevoo, gedeputeerde Limburg.
Cover: ‘Leegstand school’